
verwisseld zouden kunnen
worden, indien niet tot een microscopische
onderzoeking van
haar sporenvorming werd overgegaan.
Om deze verwarring te
voorkomen geven wij in het
aanhangsel de beschrijving van
de voornaamste dier geslachten.
De daarbij gevoegde teekenin-
gen zullen, hopen wij, alien
twijfel opheffen en het mogelijk
maken, ze ook zonder
behulp van h et microscoop te
Fig. 35. a.sporen; t.ascus. rangschikken.
HET VERZAMELEN DER ZWAMMEN.
Ofschoon weinig planten zoo algemeen in de natuur
verspreid zijn als de zwammen, zullen toch, voor den beginner,
boschrÿke streken, in het voor- of najaar bezocht,
de beste resultaten opleveren. Bij de excursie moet men
zieh van een botaniseerbus, eenige veilen stevig papier,
een paar kleine doosjes en een mes voorzien. De meeste
soorten zullen onder boomen op den boschgrond gevonden
worden; maar ook doode of afgevallen takken, boomschors,
boomstammen en stronken enz., moeten onderzocht worden,
daar zij mede aan vele soorten to t groeiplaats strek-
ken. Het is wenscheiijk onmiddellijk na het vinden van
een soort, aanteekening te houden van haar groeiplaats,
b.v. of zij onder eiken of beuken, op hout of op den grond,
in een bosch of in een weiland enz. voorkwam. Al deze
bizonderheden kunnen bij he t bepalen van een soort grooten
dienst bewÿzen. Het verzamelen der zwammen moet
met de grootste zörgvuldigheid geschieden, opdat de exemplaren
niet beschadigd worden, waardoor onmisbare kenmerken
verloren zouden kunnen gaan. Het is sterk aan
te raden, de fungi voorzichtig met een m e s of s p a t e 1
uit den grond te graven, en ze nooit met de hand uit de
aarde te trekken, daar men dan gevaar loopt ze af te
breken, zoodat een gedeelte van den steel daardoor dikwijls
in den grond blijft zitten.
Wanneer men daartoe gelegenheid heeft, moeten van
eenzelfde soort exemplaren in verschillende tijdperken van
ontwikkeling worden verzameld; enkele bizonderheden toch
zijn slechts waar te nemen wanneer de zwam nog in het
eerste tijdperk van hären groei verheert, terwijl andere
weer zieh slechts voordoen wanneer zij hare volkomen
ontwikkeling bereikt hebben.
Het meer of minder kleverige of slijmerige van de hoed-
oppervlakte, en soms ook van den steel is iets waarop
gelet moet worden, en men moet niet verzuimen het bestaan
van dit kenmerk onmiddellijk te onderzoeken, want
naarmate de zwam ouder wordt is het moeielijker waar
te nemen. In het laatste geval is het nog slechts merk-
baar, door de doode blaadjes, zandkorrels enz. die ophoed
of steel zijn blijven kleven, of door het aankleven van den
bevochtigden vinger.
Voor ze in de bus gesloten worden moet elke soort af-
zonderlijk in papier worden gewikkeld; op die wijze loopt
men minder gevaar het verzamelde te verwarren, en kan
men enkele uren later reeds, of op den volgenden dag, de
kleur der sporen van de rijpe exemplaren waarnemen, die
in groote hoeveelheid op het papier neergevallen zullen
zijn. (zie ook bl. 10.)
Ook ■ de mindere of meerdere graad van vastheid der verschillende
Organen van de zwammen, haar reuk en smaak
enz., zijn eigenschappen welke niet veronachtzaamd mögen
worden. Om haar smaak te bepalen proeft men een zeer
';|i|
.1 ‘ •