
4 Buisjes geene in zelfstandigheid van het hoedvleesch
verschillende laag vormend. Vruchtlichaam ongesteeld,
hoefvormig, heutig of kurkachtig, dikwyls met aan-
genamen reuk. Slechts op hout groeiende soorten.
............................................................ Gesl. 3. T r a m e t e s.
Buisjes eene in zelfstandigheid van het hoedvleesch
verschillende laag vormend. Vruchtlichaam vleezig,
gesteeld of zittend, kurk-, hout- of lederachtig, meestal
hoed-, hoef- of korstvormig enz. Soorten welke op hout
of op de aarde groeien . Gesl, 4. P o l y p o r u s .
5 Het hymenium bedekt de binnenzÿde van aanv. gesloten
en van elkander onafhankelijke buisjes. Vruchtlichaam
groot, dik, saprÿk, tong- of spatelvormig. Zwammen
die slechts op hout groeien. Gesl. 5. F i s t u l i n a .
Het hymenium bedekt de binnenzÿde van ondiepe
holten of doolhofachtig-gewonden gangen . . 6
6 Het hymenium bedekt de binnenzÿde van diepe, boch-
tig-kronkelende, doolhofachtig-gewonden gangen, welke
door dikke, plaatvormige wanden hegrensd zÿn. Vruchtlichaam
kurk-lederachtig, overblÿvend, gewoonlÿk gehal
veerd-hoedvormig. Op hout groeiende soorten
...................................................... Gesl. 6. D a e d a l e a
Het hymenium bedekt ondiepe holten, welke uit net
vormig verbondene plooien zÿn saamgesteld. Vrucht
lichaam gewoonlÿk zacht als was en achteroverliggend
nooit heutig of kurkachtig . Gesl. 7. M e r u 1 i u s.
Gesl. 1. Solenia Hoffm.
1 Buisjes wit, rolrond, zeer klein, kaal. Op rottend hout.
Zeldzaam. . . . S. c a n d i d a Pers. Witte S.
Buisjes geel-bruin of g r i j s ....................................................2
2 Buisjes van buiten geel-bruin, van binnen witachtig,
in dichte groepjes bÿeenstaande, aanv. op een dun-
CL
Fig. 35. Solenia anomala Fr.
a. nat. gr., b. een buisje vergroot.
vlokkig mycelium rüstend.
Op afgevallen,
ontschorschte takken
en rottend hout.
. S. a n ó m a l a Pr.
Afwijkende S.
Buisjes in drogen toestand
grÿs, aange-
drukt-donzig-stijf harig,
aanv. op een dun,
bruin, vlokkig mycelium
rustend; hymenium
hleekgrijs. Op
rottend hout. Zeldzaam
S. a m 0 e n a Oud. Praaie S.
Gesl. 2. Boletus Dill.
Fig. 36. Boletus edulis
Bull, m nat. gr.).
Hoed
bezet
niet met dikke.
1 Hoed met dikke, vlokkige,
dikwÿls sparrig afstaande
schubben bezet, bol, om-
' berbruin-zwartachtig ; steel
bovenaan gevoord; poriën
aanv. wit, dan witbruinach-
tig; buisjes aangegroeid;
vleesch, wit, rood- of zwartachtig
wordend. In bosschen.
Zeldzaam
B. s t r o b i l a c e u s Pr.
{Strohilomyces strobilaceus
Berk.) Schubbige B.
vlokkige, spaiTige schubben
2
2 Buisjes zeer kort, niet langer dan 3 m.M.
Buisjes langer, tot 5 (soms ook meer) m.M.