
5 Knots wit, stomp, onverdeeld, gezwollen; steel haar-
vormig, behaard. Op rottende bladeren. Najaar. Niet
algemeen. . T. G r e v i 11 e i Fr. T. van GrevUle.
Knots witachtig, gezwollen, kaal; steel enkelvoudig of
vertakt, bruinachtig, nenrliggend. Op rottende bladeren.
In ons land op de aarde van een bloempot gevonden.
T. f i 1 i f 0 r m i s Bull. Draadvormige T.
Gesl. 3. Caloeera Fr.
1 Vruchtlichaam zodevormend,
geel-oranjeachtig, glad, kleverig,
5—15 m.M. hoog, met
priemvormige knotsjes. Op
oude boomstammen, palen, rottend
hout enz. Algemeen. Najaar
. . C. c 0 r n e a Fr.
Hoornvormige G.
Vruchtlichaam vertakt . 2
2 Vruchtlichaam weinig kleverig.
Fig. 62. Caloeera vis- gigp min of meer trillend,
cosa Fr. (nat. g^ r.) oranj.e ach, t,i.g -geel, , b. ovenaan gedeeld
en verbreed; takjes kort, stomp, bÿna rolrond,
wÿd uitstaand. Op rottend eikehout. Niet algemeen.
N a j a a r -w in te r ........................................................................
0. p a l m a t a Schum. Handvormige G.
Vruchtlichaam in vochtige luchtzeer kleverig, 1 — 5 c.M.
hoog, glad, onderaan wortelvormig versmald, rolrond,
in versehen staat goudgeel, in drogen toestand oranje ;
takken en takjes stÿf, gaffelvormig verdeeld. Op vermolmd
hout, in dennebosschen. Niet zeldzaam .
0. v i s c o s a Pers. Kleverige G.
Gesl. 4. Sparassis Fr.
Fig. 63. Sparassis cris-
a Wulf. GA nat. gr.).
Vruchtlichaam 5—35 c.M. hr.,
to t 12 c.M. hoog, witachtig,
later geel- of bruinachtig ; stam
dik, kort, naar boven in een
zeer groot aantal afgeplatte,
plaatvormige, veeldeelige, kroe-
zige, verwarde takken overgaand.
In naaldbosschen. Bÿ
Velp en Ede aangetroffen
Sp. c r i s p a Wulf.
Kroezige Sp.
Gesl. 5. Clavaria F a Ä
1 Onvertakte, noch bundel-, noch
zodevormende, doch soms paars-
wÿze verbondene soorten . 2
Onvertakte, of bÿna onvertakte
aan den voet bundel- of zodevormend
verbondene soorten. 6
Vertakte soorten met een min
of meer duidelÿken steel of
s t a m ...........................................I I
2 Vruchtlichaam wit, gevuld,
naar boven knotsvormig verbreed,
bÿna sikkelvormig, kaal,
Stomp, 2f l - 4 c.M. hoog, alleenstaand.
Op vochtige aarde. Vrÿ
a l g e m e e n ....................................
01. f a l c a t a Pers. Zeisvormige Gl.
Vruchtlichaam meestal gekleurd, soms ook witachtig. 3
3 Vruchtlichaam met spitsen top, draadvormig, pÿpachtig,
aanv. bleek, later roodbruin, 5 - 1 0 c.M. hoog, met
kruipend, vezelig, wortelvormig aanhangsel. Op doode
18
Fig. 64. Clavaria fusi
formis Sow. (nat. gr.).