
Vruchtlichaam stÿf, lederachtig, uitgespreid, dan teruggebogen,
fluweelig behaard, ten laatste roodbruin of
kastanjebruin en kaal, met geelbruine tusschenlaag;
hymenium roestkleurig, fluweelachtig. Op oude stronken,
boomstammen enz. Het geheele jaar. Algemeen
..........................................................................................
S t. r u b i g i n 0 s u m Fr. {Hymenochaete ruhiginosa Lév.)
Roestkleurige St.
8 Hymenium geel of grÿsachtig, soms min of meer met
rosachtig of vleeschrood gewasschen . . . 9
Hymenium kaneelkleurig of aanv. isabelkleurig, dan
kleikleurig en ten laatste grauwbruin . . . 1 0
9 Hymenium geel- of grÿsachtig, glad, dikwÿls gevoord;
vruchtlichaam lederachtig-vliezig, vrÿ, uitgespreid, slap,
zÿdeharig, aschgrauw, met banden geteekend. Op oude
boomstronken. Niet algemeen . . , .
S t. o c h r o l e u c u m Fr. Witgele St.
Hymenium meest grÿsachtig of bleekgeel, (min of meer
met rossig of vleeschrood gewasschen), glad; vruchtlichaam
lederachtig, stÿf, uitgespreid, dan omgebogen,
stÿfharig, flauw met handen geteekend, witachtig-aschgrau
w, grÿs- of geelachtig, met stompen, gewoonlijk
geelachtigen rand. Op boomstronken, stammen enz.
Algemeen. A p r il-No v.............................................................
S t. h i r s u t u m Willd. S tijf harige St.
10 Hymenium isabelkleurig, ten laatste rookkleurig, kaal,
berÿpt ; vruchtlichaam uitgespreid, lederachtig aan beide
zÿden kaal, onregelmatig, aan den rand, bochtig, golvend
en later naar binnen gerold. Op een doode elzestam te
Nunspeet aangetroffen. S t. a l n e u m Fr. Flzen St.
Hymenium kaneelkleurig, bol, later verbleekend, berÿpt;
vruchtlichaam nauwelÿks teruggebogen, bobbelig, bruinzwart,
van onderen en aan den rand glad. Samenvloeiend,
en daardoor schÿnbaar in verschillende afdee- ■
lingen verdeeld. Op boomstronken. Het geheele jaar
door. Algemeen............................................ . . .
, . . S t. f r u s t u l o s u m Fr. Verdeelde St.
Gesl. 6. Hypoehnus Fr.
Fig. 58. Hypochnus Samhuci Pers. (nat. gr.)
1 Hymenium
olÿfkleurigof
vuil purpur-
rood en later
bruinachtig 2
Hymenium
wit, of bleek
en roodgevlekt.
. 3
2 Hymenium donker olÿf kleurig,; vruchtlichaam vliesachtig,
aangegroeid, aan den omtrek wit. Te Nunspeet
aangetroffen. Op d e n n e h o u t .............................................
H. o l i v a c e u s Sacc. Olijfkleurige H.
Hymenium vuil purperrood, dicht met kleine, korrel-
vormige papillon bezet; vruchtlichaam scherp begrensd,
vliezig-viltig, bÿna poederig-korrelig, aan den omtrek
vlokkig, vuil purperrood, later bruinachtig wordend.
Op rottend eikenhout te Nunspeet aangetroffen .
.H . p u n i c e u s Alb. & Schw. Purperroode H.
3 Op de schors en het hout van dennen; hymenium
bleek, roodgevlekt ; vruchtlichaam vlokkig-vleezig, zacht,
kaal, aan den omtrek naakt. Te Nunspeet aangetroffen.
H. mo l l i s Fr. Zachte H.
Op takken en stammen van Sambucus nigra (FXer&oom);
hymenium wit, vlokkig-viltig, later ineenvallend of
bÿna poederachtig; vruchtlichaam uitgespreid, zonder
bepaalden omtrek, bÿna ingroeiend, meestal geheele
takken of stammen omgevend, witkrÿtachtig. Vrÿ