
kleurd, on zoowel in- als nitwendig aderig gerimpeld zijn,
en zacht fluweelig aanvoelen. In drogen staat worden zÿ
hard en hoornachtig.
Het voorafgaande samenvattende komen wij dus tot
het volgende, aan S a c c a r d o ’s „Sylloge Fung orum" ont-
leende overzicht, van de familiën der H y m e n o m y c e t e n ;
Het hyménium bekleedt de buitenvlakte van plaatjes
of lamellen, A g a r i c a c e e ë n of P l a a t z w a m m e n .
Het hymenium bekleedt de inwendige oppervlakte van
buisjes, poriën of anders gevormde holten .
P o l y p o r a c e e ë n of B u i s z w a m m e n
Het hymenium bekleedt stekels, wratten, pennen, kor
reis of anders gevormde verhevenheden
H y d n a c e e ë n of S t e k e l z w a m m e n
Het hymenium bekleedt een gladde, gerimpelde of
geaderde oppervlakte. Bÿna leerachtige zwammen
T h e l e p h o r a c e e ë n of K o r s t z w a m m e n
Het hymenium gelijk aan dat der Thelephoraceeën. Bÿna
vleezige zw am m en ............................................. .........
. ' . C l a v a r i a c e e ë n of K n o t s z w a m m e n
Het hymenium gelijk aan dat der twee voorgaande fami
liën; maar altijd g e le ia c h tig .............................................
T r e m e l l a c e e ë n of T r i l z w a m m e n
II. Ga st e r o m y c e t e n .
Tot de G a s t e r o m y c e t e n of B u i k z w a m m e n ,
behooren de zwammen, waarvan het hymenium, niet
gelijk dat der Hymenomyceten, vrij over uitwendige deelen
van het vruchtlichaam ligt uitgespreid, maar er in is
opgesloten. Minder omvangrijk dan de groep der Hymenomyceten,
wordt zij in ons land toch door een groot aantal
soorten vertegenwoordigd, wier vormen niet minder grillig
en uiteenloopend zijn dan voor de Vlieszwammen het
geval is. De Gasteromyceten komen slechts bij uitzondering
op vermolmd hout voor; zij worden meestal op of in do
aarde gevonden. Hunne ontwikkelings geschiedenis is in
haar geheel nog maar bij enkele soorten bekend. De reden
hiervan is, dat hun sporen niet onmiddellijk voor kieming
vatbaar zijn, wat een nauwgezet onderzoek van hun geheele
ontwikkelingsproces zeer lästig maakt. Door verge-
lijking van bouw en samenstelling der tot op heden bekende
soorten is men tot een verdeeling der Gasteromyceten
in 4 familien gekomen, welke echter om bovengenoemde
reden, slechts als een voorloopige klassificeering mag
aangenomen worden. Deze familien vertoonen onderling
te belangrijke afwijkingen, dan dat het mogelijk zoude
zijn, er een duidelijk begrip van te krijgen zonder ze
vooraf elk in ’t bizonder te bespreken, waartoe wy over
zullen gaan, nadat wij een kort overzicht gegeven hebben
van den bouw en de leefwyze der Gasteromyceten
in ’t algemeen.
Hun vruchtlichaam vertoont, in het eerste tijdperk van
zijn bestaan, meestal een ronde, peer- of eivormige gedaante.
Het blijft of den oorspronkelyken vorm behouden,
of ondergaat, naarmate het zieh ontwikkelt, groote
veranderingen. Het is samengesteld uit een hulsel of
p e r i d i u m (fig.
24 (*.), dat meestal
uit twee verschillende
lagen bestaat,
b u i t e n s t
en b i n n e n s t
C p e rid ium g e h e e -
ten en uit een
Fig. 24. BovistaplumbeaPirs. a. binnenste
liulsel; h. biiitenste hulsel; c. gleba. de gl eba of spo-
(nat gr.) r e n k 1 0 s (fig. 24
a, &. c.), die doorgaans in tusschenschotten verdeeld is
(fig. 25), welke aaii hun binnen wanden met het hymenium
a !
■vii
‘ llt'l