■ k
n 1
I I Ij: *48 B e s c h r y v i n g v a n
ï •
VI. befchryft hetzelve , volgens de Afbeelding
f v v v ï ^ er in 7> bYna half verkleind, van hem
H oofd- overgenomen , als volgt. „ De derde Soort
1 jii h ! m stuk, ,, van Pen is van niemand, zo veel ik weet,
1 sprktag. ,, tot nog toe waargenomen, dan van de Vis- kM „ fchers, wien dezelve buiten twyfel meer
pipiiN II l l „ voorgekomen moet zyn , alzo zy haar, in
,, de Landtaal, Penna del Pesce Pavone, dat
* „ i s , Veder van den Paauw-Vifch heeten.
,5 Deeze Vifch is de fierlyk bonte Lipvifch FPS£iil tos!**
, , met ronde Borstvinnen, van A r t e d i ( * ) ,
„ waar uit iedereen blykt, dat het door ons
p d a | ïtSmK
FÜ&ÜB
,, afgebeelde Lighaam geenszins een gedeelte
„ zy van deezen of genen Vifch, maar veel- wè „ eer een byzondere Soort van Zee • Pen uit-
,, maake.
Het „ Deeze is met geene Vinnen voorzien, maar
jjh lm , « beftaat uit een enkelen Beenigen Stam, met
g i
„ veele Voelers omgeven. Haar geheele lang-
„ te was twee Voeten en tien Duimen, doch
,, ik twyfel niet , o f zy zal veel langer zyn
„ geweest: want het Voorwerp dat my ge*
„ bragt werdt , en ’t welke ik hier onderno-
1'*-' bR „ men heb te befcbryven > was aan ’t onder-
„ end afgebroken, en daarom ook van ’t Len
„ ven en van de Natuurlyke gedaante beroofd.
„ Het Lighaam is in deeze Soort vierkant,
Y m wA I 1
„ wegens dergelyke figuur van het Been, dat
» zig
N B I« '
(*) Zie het VII. STUK. van deeze Natmrlyfc 'UïiUrk, Madz, 413.
W 0 - Ï 1
i , ; #.K / y
H l
m■ m1 n1 u1 \
J llf 911 l i l
\
in - 'tfNrTfbJ* r . «• aCTir r fiffliTii 1 r ^
d e Z e e.P e n n e n. 149
,, zig door ’t geheele Lyf van de Pen uïtftrekt. ^VT.'^
,, Het is zo hard niet, als het Been in de Stam
„ van de Eerfte Soort, [dat is van de Roode Hoom-
„ Zee - Pen , ] maar van eene wryfbaare zelf»STUK*
„ Handigheid, en fchynt als uit een Deeg-
,, klomp famengepakt te zyn. De tedere ge-
„ fteldheid van dit Been is misfchien de re-
„ den , dat my de Pen niet geheel ter hand ge*
,, komen zy. Wanneer menze aan de Toog
, 9 houdt, verwekt zy daar geen Smaak in,
,, maar knarst tusfchen de Tanden.
,, Dit vierkante witte Been is onmiddelyk De voc.
„ bekleed met een geelagtig Vlies , dat een j^ypsn,
,ï Zoutige Smaak heeft, en overal omringd
,, wordt door eene Lederagtige Huid, die on-
,, gevaar een halve Lyn dikte heefc. Ik ver-
„ beeld my , dat tusfchen deeze beide Be-
,, kleedzels in het leevende Dier eenig Vogt
„ vervat zy , waar door alsdan het Lighaam
„ van de Pen eene Cylindrifche gedaante
,, krygt. Zulks maak ik daar uit op, dat de
„ Stam van de Roode en andere Zee - Pennen,
,, als zy gedroogd zyn , ook eene andere ge-
,, daante hebben, dan men die in de leevende
„ Pennen waarneemt. Van buiten is de Huid
„ met eenige weinige roodagdge Tepeltjes
,, verfierd.
„ Voelers (Tentaeula) die den Stam onmid-
„ delyk omringen, heeft men dertien honderd
„ tien geteld. Zy zyn zodanig geplaatst,
„ dat zy drie zyden van den Stam innecmen,
K 3 „ de