VI.
A#*®SL
LXXXill
H oofdstu
k .
Gehaairde
£eroé.
Deeze Soort is haare ontdekking in onze
‘ Zee- Wateren aan den geleerden Heer Doktor
B a s t é r vériphuldigd , die aanmerkt, dat
menze aan de Stranden van Zeeland en zelfs in
dé Haven van Zifikzee, geduurende dé Maand
A p r il, zeef menigvuldig heeft. Zyn Ed.
vindt dezelve zeer overeenkom ftig met dat
Schepzeltje, ’t welk de Heer B kowne in
deszelfs Historie van jamaika, heeft afgebeeld
en voorgefteld onder den naam van Beroë,
wiens afleiding my geheel onbekend is. Ik
weet wel , daar zyn van ouds twéé Steden
van dien naam geweest, maar dit hééft weinig
toepafiing op zulk een Schepzeltje. W y
züllèn dan flegts denzelvén behouden, en noemen
deeze Soort de Gehaairde Beroë.
Het Dier is helder doorfchynende , van
grootte omtrent als een Duiven-Ey afgebeeld.
Men wordt ’er negen Ribbetjes aan gewaar, die
den omtrek in ’t ronde formeeren, én bezet zyn
met een oneindig getal van kleine Haairtjes o f
Vezeltjes. Terwyl het levendig in ’t Water
^wemt, zyn deeze Vezeltjes in eene geduurige
en zo fterke beweeging, dat het Oog daarop
fchemert. Die van B r own e heeft maar agc
zodanige Ribbetjes. Met het bloote Oog
wordt men ’er een Soort van Ingewanden ,
als Pypjes, en eenige andere Deelen in gewaar;
doch voor ’t overige is het maakzel en
famenflel, benevens de huishouding van dit
Schepzel, geheel duifler en onbegrypelyk. Het
fchync
fchynt wel wat naar de Zee-Kwallen te gely- VI.
ken. L i nnjeus z e g t , dat men het in de' v*
Oceaan , tusfchen Europa en Amerika, aan-HoopD-
tr‘eft. Wegens dé duizelende beweeging, dieSTÜK*
het heeft, agt zyn Ed. het tot dit Geflagt te
behoorén.
(u) Klootdiertje , dat agthoekig en twee «.
lange Sprieten heeft. '
Tweeftaar-
De Heer B a s t e r maakt ook gewag van1'2^ ^ 00'
deeze Soort, welke de geleerde Heer G r d‘-c xLiw.
K o v i ü s aan onze StrandeD, by Katwyk, hadt
ontdekt, en waar van de Afbeelding, door
zyn Ed. in de SwitzeTjCheals ook in de, Di t-
gezogte Verhandelingen , is publiek gemaakt.
Men vindtze ook in de Natuurkundige Uit-
fpanningen van den Heer Doktor B a s t e r ,
Deeze Afbeeldingen komen altemaal vry naa
met elkander overeen. De laacstgemelde merkt
aan, dat zy niet grooter en dus. omtrent als
een Erwt vallen. De Heer G r o ï s o v i ü s
heeft het wel het, uitvoerigfte befchreeven.
Het Lighaam is Kloótrond, als een Meloen
geribd en. dus als ’t ware in agt Segmenten
ver-
(4) Volvox o&ngonus, Tentaculis duobus elongatis, Syst.
Nat. XII. Beroë Corpoue oftagono, Tentaculis longisfimis,
G R o n . AH. Helvet. V O L , I I I . p , 36. Ultgez. Verhand.
III, D. bl. 465. Plï XXVI. F tg. i - S» B a s t . Hat, Uitr
/patin. I, D, bl. 144. Pl. XIV. f. 6
M. %
I, Deel. x v iü . stuk*
wmÉV,f; VT