191* D ermestes . Antenne Clavä perfoliatä: Capul
inßexum ßtb Thorace vix marginato.
J93. Hi ster. Antenna Clavä folidä: Caput retrattile
intra Thoracem.
I9f. Byrrhus . Antenna Clavä folidä ovatä.
194. G y r in ü s , Antenna rigidula; Oculi quatuor.
803• A t t e l a b u s . Caputpostice attenuatum.
aoa, CüRCüti o . Antenna inßdentes Rostro Corneo*
196. S i l pha . Thorax Elytraque rnarginata.
198- C oc cine lt, a. Antenna Clavä obtufäi Palpi
Clavä truncatd.
* * Anteenis Filiformibus.
Gen.
201. Brüchus. Antenna Filiformes extrorfum eras-
fiores.
397. C assIDA. Corpus ovatum: Elytra rnarginata:
Caput tettum Clypeo,
192. P t i n us. Thorax Caput recipiensl Antema Ar-
ticulis ultimis longioribur.
199. C hry somEla. Corpus ovatum y Hmmargina-
tum.
191* T o r r e t j e , De Sprieten overdwars Bladerig/
de Kop neergeboogen onder \ Borstftuk , dat
naauwlyks gezoomd is.
193. M e s t k e v e r t j e , De Sprieten onverdeeld
Knodsagtig: de Kop kan in ’t Borstftuk worden
ingetrokken.
195. Knaag- T orretje. De Sprieten met een
onverdeelde Eyvormige Knods.
194. D raay- T orretje. De Sprieten ft yfagtig:
vier Qogen.
203. BASTERI ) -Ol y p h a n t j e . De Kop agter-
waards verdunnende.
aoa. Olyphantje. De Sprieten aan de Hoornige
Snuit zittende.
196. D o o d g r a a v e r . Het Borstftuk en de Schilden
gezoomd»
198. L i e v e n hè ers-Ha a n t j e . De Sprieten met
een ftompè : de Voelertjes met een geknotte
Knods.
** Met Draadagtige Sprieten. ,
Gefl. .
aci. Z aad- T orretje. De Sprieten Draadagtig,
allengs verdikkende,
197. S c h i l d p a d j e . Het L y f Ey vormig: de Schilden
gerand: de Kop met een Schild gedekt,
192. B o o r t o r r e t j e . De Kop zit in het Borstftuk,
de Sprieten hebben de uiterfte Leedjes
langst.
199. Goudhaantje. Het L y f Ey vormig , onge?
zoorad.