A^de ” ver §ekomen zYnde j my de mooglyk-
LXXX H ^eid van ket ovenge ligt kon voorflel-
Hoofd- 9, len”.
stuk. De doorfnyding in de langte, hoe tegenflrydig
d i n g zu^ks °°kmag voorkomen, is minder moeieiyk.
langt?» Men kan de Polypen, door eenige verontms-
ting, zig ligt doen inkorten, en dan zet zig het
Lighaam uit, zo dat men ze in een Druppel
Water , of op een Blaadje, dus gemakkelyk kan
doorknippen» Het gelukt ook zeer wel met
een Polypus, die, gelyk by Letter t , Fig. i ,
Plaat CXL , zig vol en dik gevreten heeft,
,, Is de Sneede overlangs gefchiedt, dan rolt
„ zig ieder helft,in ’c eerst,op verfcheide ma-
„ nieren te famen , en wel byna altoos zoda-
>} tdg» dat het buitenfie des Huids van binnen
,, komt. Hec ontwikkelt z ig, nogthans, wel
91 dra, en flrekt zig op nieuws in de langte uit.
, , Men ziet alsdan zeer duidelyk, dat de Po-
3> lypus van ’t begin tot aan het End hol is. Ik
i, heb deeze holligheid in ieder helft van de
„ Polypus alsdan best zien en aan anderen kun'
„ nen toonen , wanneer het myfomtyds, op
j, myne manier , gelukte, dat de Polypen-
„ helften met haare Staarten aan ’ t Blad zitten
„ bleeven”,
„ Te verwonderen is 5t , dat deeze weder
9) geheel wording van een ieder Polypen - helft
„ meestal in minder tyds dan een Uur gefchie-
„ de: waar op ieder helft dan wederom een
„ volmaakte Polypus gelykt. Met de Ar*
gO gW /
.. men , evenwel, gaat het zo fpoedig niet. VI.
„ Ieder helft gebruikt eenigen tyd die Armen,lxXX."
,9 welken zy over behouden heeft, om Wor-Hoo?o-
„ men of andere Diertjes te vangen en aanSTUK-
„ den Mond te brengen; doch, na verloop van
,, weinige Dagen, groeijen aan de andere zyde
3, de verlooren Armen weder aan, en dan kan
„ men verder deeze nieuwe niet van andere
5, Polypen onderfcheiden. De Jongen worden,
j, door deeze Snyding, ook niet in hunne
3i Groey verhinderd”.
Dewyl de Polypen dus overdwars en overlangs,
met eengelyken uitflag, aan Hukken ge-
fneeden kunnen worden, zou men mogen on-
derftellen , dat het onverfchillig ware , hoe
zy door Konst verdeeld werden. De Heer
T r em b l e y heeft zulks. inderdaad onder*
zogt, fnydende de Polypen zonder eenige orde
in menigvuldige Hukken , waar door hy
een gantfche zwerm verkreeg van nieuwe Po*
lypen. Daar uit blykt dan, dat deeze verdee-
ling, niet minder dan in de Zee-Sterren, tot
eene Konflige vermenigvuldiging flrekken kan
van dit Gebroedzel.
Anders is ’t , wanneer de Polypus door fny- De Spty.
den i?f knippen flegts opgefpleeten wordt,
zo dat de Hukken aan elkander hangen bly-
ven. Indien het kleine Wondjes zyn, dan heelt .
zy haar Lighaam in ’t kort weder volmaakt.
Dus groeijen ook de afgefneedene deelen, wanneer
zy behendig worden famengevoegd , in
F 4 kor