VI.
A fdeel,
LXXIX,
Hoofd*
stuk.
IV.
Vortictlls.
Cor.glonu*
rata.
Penfèelag*
fc'ge.
* XVII.
Stuk.
bladz* 518.
zonder Polypen o f Knopjes aan de Enden 5 zo
dat die Diertjes zig daar van dan ook zelf
moeiten afgefcheiden hebben ; of mooglyk
door eenig ander Diertje afgegeten zyn, ge*
lyk de Heer B r a d ï meldt : zo dat L in-
naïus van deeze Tros-Polypus in ’t algemeen
kon zeggen. „ Hy onthoudt zig in
„ d e Zoete Wateren, op- Schaaldieren en
5> Flanten , waar van derzelver ruuwheid na
*> het affterven der Diertjes , blyvende de
*’ Stammetjes ftyf en Koraalagtigover; gelyk
” ;n de Eerfle Soort, hoewel Takkig en
„ Haairagtig dun” .
(4) Basterd - Polypus , die famenge field is,
hebbende den Stam ter dikte van een Dui*
Vf - Feder Schaft , met veele Bloemen, die
uitgeknaagd getand zyn.
De Heer P a l l a s heeft het Schepzel uit
de Verzameling van L a g e r s t r o o m , ’t welk
het Onderwerp is van deeze Kenmerken, tot
het Penfeel - Koraalmos t’huis gehragt. L 1 n-
jy^Eus merkt het als een der grootfte Polypen
aan. ik heb hetzelve hier voor befchree*
ven *. Het is uit de Oostindifche Zee- Wa»
teren afkomftig
( 5 )
(4) Vorticdia compolïta , Floribus èrofo.déntatis, stirpe
multiflora crasfitie Peau* Cülumbin** Ametn, Aead, IV*
(5) Basterd-Polypus , die famengejleld is, VI.
hebbende een Takkigen Stam, met bot Ey- l n i x *
rondagtige Bloemen en een paar dubbelde Hoofd-
Puntjes aan den Rand. stuk.
v.
De Peeragtige Geftalte van de Diertjes, die
deezen Basterd - Polypus famenftellen , geeft Pe«astif:c*
*erden bynaam aan. L innaëus hadt ze te
vooren, met verfcheide der volgende Soorten,
tot het Geilagt. der Polypusfen betrokken.
P a l l a s geeft ’er den naam van Brachionus
Pyriformis aan, en zegt dat menze in Slooten
van ftilitaande Wateren vindt. Roesel heeft
dit Plantdier aan de Hoorntjes en Staart van
de Waterluizen, in Zoet Water, waargenomen
en afgebeeld. Men kan hier uit opmaaken,
hoe klein hetzelve zy. Het beftaat uit een
bos van dunne Steeltjes, die uit een Stammetje
voortkomen, het welke aan eenig Diertje
o f Waterplantje gehecht is. Op het end
van ieder. Steeltje zit: een langwerpig Eyrond
Lighaampje, doorfchynend geelagtig, ’t welk
dunner is en helderer aan ’t End by het Steeltje
, dikker aan het andere End, alwaar het een
gerand Mondje heeft , met twee Puntjes o f
Vezeltjes aan ieder zyde. Deeze Vezeltjes zyn
in
( 5) Vtrticella compolïta, Floribus muticls obovatis, Ten-
taculis bigeminis Stirpe raniofA. Syst. Nat. XII. ROES.
Jns. III. pi 60«. T. 98. f. 2 , d , e, F A L L* Ztöpb. 59,
Lyst der Plantd, bl. 127.
B