Maantjes bruin. Deeze heeft maar de grootte van
een Brems en woont in de Zuidelyke deden van Europa.
14. Phal. Noétua decora. B o r s t e l s p .r 1 e t , met
de Züiger eenigermaate gedraaid, de boven-Wie*
ken rood, zwart en wit bont,de onderken rood ,
met een zwarten Rand. Van de Kaap der Goede
Hope, middelflag van grootte.
Deeze laatfte fehynt rny dat fraaije Kaapfe Kapelletje
te zyn, ’t welk in het XI. Stuk deezer Natuurlyke
Historie, Plaat JCCII. Fig. 9, vertoond is en op bladz.
676 befchreeven. Ik heb thans twee van deeze aartige
Kaapfe Kapelletjes, zo wel als van de Horta, benevens
verfcheide andere nieuwe Soorten van Infekten
en Gedierten, waar van ik mooglyk in ’t vervolg de
Afbeeldingen zal mededeelen'.
LiNNiEUs heeft ook, ageer degezegde Uitgaave
van zyn Systema Naturce, een Lyst geplaatst van Infekten,
die door zyn £d. zo in de Regensbnrgfche Verzameling
van S ghjef feu , als in het Vierde Deel
van Se r a , na het voltooijen van zyn Werk door hem
eerst ontvangen , met zyne Soorten overeenkomftig
gevonden waren. Buiten de Kapellen zyn daar in uit
Seba maar weinigen aangehaald, en , dewyl die
Lyst wel eenige vervulling en verbetering behoeft, zo
heb ik best geoordeeld, daar van als nog geen gebruik
te maaken.
Uit het keurlyke naar de Natuur gekleurde Infekten*
Werk van D k u r y , in ’t jaar 1770 uitgekomen,
worden door den Heer John R e i nhold F ors
t e r , die een Catalogus der Bieren van Noord - Amerika
, Londen 17 7 13 in Oftavo, aan *t licht gegeven
heeft
heeft, eenige Soorten aangehaald , die weinig overeenkomst
hebben.
1. De Nieuw Jorkfe Groenagtige Pagies met Oranje
Vlakken, by voorbeeld by D rur y op Plaat X I,
afgebeeld, brengt hy t’huis tot de Troilus, daar doch
geen zekerheid van is en ’t welke die Autheur flegts
bedenkelyk hadt voorgefteïd.
2. De Geel gebandeerde graauwe Surinaamfe , by
Duur y op Plaat XXII. Fig. 1,2, voorgemeld,noemt
hy Kuthus QLinncei. Pap. Achiv. Sp. 34*} doch deeze is
zwart met wit geftreept en komt uit Oostindie: dus
grootelyks van de gezegde Surinaamfe verfchillende.
D r u it y haak op de.zyne Sera PI. 38; Fig. i , a aan;
welke Afbeelding' inderdaad naauwkeurig niet deeze
onze Surinaamfe Pagie overeenkomt, doch aldaar gezegd
wordt een Oostindifcbe te zyn. De Landaart der
Infekten is in de befchryving van dat Werk weinig te
vertrouwen. O f L innasus dit bedoele, wanneer hy
daar van zegt descriptionibus inanihus, weet ik niet • maar
zyn Ed. hadt ’er dat, zo wel als Figuris bonis, wel ma»
gen-aflaaten. ’t Is wonder, dat men geen agt geeft op
de geele Vlakken der Staarten in deeze Kapel, diemy
tot de Ajax fehynt te behooren. Zie het XL Stuk van
deeze Natuurlyke Historie, bladz. 207, PI. LXXX VII
Fïgi 3.
- - o ----------j ^ u v w g c n s r u i i S T E R
de Protejilaus zyn , waar door L i nna us de'West-
ïndffcbe Page du Roi meent, welke by Buffon i |
uoemd wordt la Veuve de Perou. Men behoeft maar
deeze te kennen om het groote onderfchcid te zien De
S s o3 PT>roü
l
i l fji
m m
+•
!r;W'
mm
&f
É fi|
cm
K f l
m
HW
m
lp®
Bl
i l
SiJl
M l
I- ’ 1
i l S
’’» a
S B |B
\ m
p
j r f
mm m■mm