gegeven, te zien nederzakken en zig zelf fa* ■ ^
„ mentrekken , tot de geltalce van een Moer - lxxÏ x’.
,, bezie of bos Druiven, en, na dat zy eenige Hoofd-
,, Sekonden in deeze plaatzing gebieeven was, STÜK:*
,, zig wederom verheffen en uicbreiden, hou*
3, dende daar mede zo lang aan, als de Waar-
s, neeming duurde” . Met reden kon ik aan
deeze Tros * Polypen dan den bynaam van
Veranderlyke geeven.
(3) Basterd-Polypus, die f amenge field is, en in.
eenen fiyfagtigen Steel met veele Bloe-
men, van eene Klohswyze 1 figuur, heeft.'tica Tros-PolypUSi
De Geftalte van dit Plantdier, gepaard met
de Eigenfchap van zig uit te breiden en we- Fig. 1.
der famen té trekken, gelyk de Roos van Je-
richo; heeft ’er L i n n a s u s den bynaam van
Anafiatica aan doen geeven; zelfs toen hy het,
zeer oneigen, tot de Koraalen t’huis bragt- De
Roos van Jericho is door zyn Ed. , onder
dien naam, in een byzonder Geflagt geplaatst,
en
f 3) Vorticdla compofita , Flortbqs campanulatis , Stirpe
multiflota rigescente. Syst, Nat. XII. Ifis Anastatica. Faun»
Snee. 222X4 Amoeif. Acad, II. p. 64. N. 4 , 5. TREMEL»
Phil. Tranf. VoL, XLIV. p, 637. T. 1, f. 7 , 8, 9. B R AD
Y , Phil. Tranf VOL XLIX. p. 248. ,T. 7. f. 1 ------ 6.
Ni-EDHAM , Mier. T, 7. f. 3 , 4 , 5. D j GEEï Aft.
Stockh. 174“. T. 6. f. 4 , 5. SCH,EÏÏ. Monogr. 17*4 T.
1. f. 3 , 4, P a l l , Zoöfh, jö, De Thlaspus - Bloem, Lyst
der Plantd. 123.
A 4 I. DEEt. XVIII, STÜK*