W. ,, eene wilde waarneemcn , zo moest ik die
A fd e e l» , . , . . , ,
LXXX. ” geduurig, dan hier dan daar, opzoeken”.
hoofd- . Men ziet hier ui t , dat de Groene Polypen
Cr‘ de pleizierigften en bekwaamden zyn, om tot
' Liefhebbery en Natuurkundig onderzoek in
Glazen te houden. Ook moeten zy in Vyvers
van zuiver verfch Water, hier te Lande, niet
ongemeen zyn : want zy waren de eerden,
welken de Heer T r e m b l e ï op Sorgvliet,
by -s Gravenhage, vondt. Zy gaven den
Heer S c h a f f e r gelegenheid tot de twee
volgende Waarneemingen , die op de anderen
niet zo wel waren werkdellig te maaken.
tasy van Deeze Polypen , als gemeld i s , gevonden
Le' en’ hebbende in een Moerasfige Grond, die door
den Regen tot een Waterplas wordt en dan
wederom geheel uitdroogt,* zo kwam het hem
zeer zeldzaam voor, dat, als dit Moeras veertien
Dagen o f drie Weeken volkomen zonder
Water was geweest , en het Vee de Aarde
daarin, als ’t ware, hadtomgeploegd, wanneer
hetzelve alsdan door een On weder of
Plasregen fchielyk met Water gevuld werdt,
hoe hy aanftonds, den volgenden Da g , de
groene Polypen daar in weder kon aantreffen.
Dit hadt zyn Ed., in de voorgaande Zomer,
meer dan zesmaal laaten onderzoeken, en het
was hem nooit gefeild: vraagende daar op.
„ Waar blyven deeze Polypen, wanneer het
„ Water is uitgedroogd? Kunnen zy zig in de
»> Slyk
„ Slyk ettelyke Weeken verbergen, en in *-t
„ Leven houden F Waar belanden zy, als de lxXX.
„ Slyk zo droog wordt, dat zy van de Hitte Hoofd-
„ fcheurt F Kunnen zy zig nog in tyds dieperSTÜK*
nederlaaten, en -alsdan, wanneer het regent, Cr>ent*
,, in ettelyke Uuren weder opwaards en te
„ voorfchyn komen ? Of hebben deeze Poly-
„ pen Eijeren , die zig in de drooge Slyk ont-
„ houden, en, wanneer het regent, opftaande
„ voet uitkomen , wordende in eene zo korte
„ tyd volmaakte Polypen F Hoe komt het dan,
„ dat ik, onmiddelyk na de Regenvlaag, niet
,, alleen kleine en nog onuitgegroeide, maar
„ ook zulke Polypen gevonden heb, daar reeds
„ vier en meer Jongen aan zaten. Konden
,, dezelven in minder dan twaalf Uuren ont-
„ ftaan zyn ? Zo weinig is ons nog bekend van
,, Natuurlyke Zaaken,
„ Met deeze zeldzaame Waarneeming is de betond te.
volgende taamelyk oveteenkomftig. Daarfien Vcrsr'
,, wy in het begin deezes Jaars , den a Febru-
„ ary, een zo zwaare Koude hadden, dat de-
,, zelve den vyftienden graad onder het Vries-
„ punt bereikte, zo was ik bègeerig om te
„ zien, hoe het met de Groene Polypen in.de
„ Moerasfen , daar ik dezelven tegen ’t end
„ des voorigen J.aars in gelaten had , mogtè
,, gegaan zyn. Ik zond derhalve Volk daar
„ heen, liet het Ys open hakken, en een taa-
, , melyke menigte van Gras en andere ruigte ,
„ die men-onder ’t Ys van daan haalde, raar
D j „ huis