M a a r , hóe groot was myne verbaasdheid , toen
ik onder de befchryving der Visfchen vernam, dat
die Autheur een geheel nieuwe en wederom hervormde
Oitgaave van zyn Samenftel der Natuur
in 't licht bragt, zodanig herfchapen , dat zelfs
een geheele Rang van de Visfchen afgenomen, en
by de /Imphibia of Dieren van beiderley Leven
ge inkwartierd was.
Dit b ed ry f, hoe zeer ook door fommigen misduid
en als eene wispelturigheid aangemerkt ,
vond ik echter, by nader overweeging, niet be-
rispelyk. Het h e e ft, van alle tyden h e r , een
Menfch tot Eere geftrekt , zyn eigèn mkflagen te
kunnen zien en te willen verbeteren. Geen Sterveling
is ’er, die nooit eenige fouten begaat: maar
dezelven te verbloemen o f hardnekkig ftaande te
houden, wanneer zy hem aangeweezen zyn , ftrekc
tot oneere en maakt een Autheur onnut voor het
Algemeen. Onze Geleerde Sweed heeft het beter
geoordeeld , ftilzwygens gebruik te maaken
van de Aanmerkingen op zyn Samenftel der Na-
tuur, in zo verre hy dezelven gevoeglyk oordeeld
e , dan zig te ftyfzinnig te houden aan zyn eerfte
Ontwerp. Zo verbetert een fchrander Bouwmeester
zyn Werk met oordeel , dóch niet deszelfs
Fondamenten , welke hy wel gelegd heeft : ver-
agtende inmiddels het gefchreeuw van de zodanig
e * ,
v a n d e n A U T H E U R . v
gen , die ongerymdheid vinden in alles wat hun
ongewoon is. Hy fluit hun den Mond met het
gewoone Spreekwoord : m Sutor ultra Crepi•
dam , dat i s , Sehoenmaaker houd U by Uw
Leest.
Hedendaagfche Dierkundigen by voorbeeld ,
hadden het befpottelyk aangemerkt in het Samenftel
van den Ridder , dat de Vledermuizen in eene
zelfde Klasfe geplaatst waren met den Menfch en
de Viervoetige Dieren. Z y oordeelden die Schep-
zels te gering, om zulk een plaats te bekleeden:
doch , Leezer , ik bid U , let eens w e l ; is de
kleinheid een blyk van geringheid? of is de fchyn-
baare affchuwlykheid iéts weezentlyks ? Zyn de
Aapen in ’t algemeen voor veelen niet zo affchuw-
lyk als de Vledermuizen? Maar, zult Gy zeggen,
het vliegen behoordeze van de Viervoetige Dieren
af te zonderen. Mogt de vliegende Inkhoorn
dan ook geen plaats hebben onder de Inkhoornen ?
E n , waar zal men de Vledermuizen beter plaat-
z e n : terwyl zy in de hoofd - eigenfchap overeenkomen
met de Zoogende Dieren? Onder de Vogelen
immers kunnen z y niet behooren en ik zie
niet, dat hun door anderen een beter plaats is
aangeweezen. Zo veel gemaklyker vak het te berispen
dan te verbeteren. Hadden die beroemde
Autheuren ze lf een Samenftel der geheele Natuur
* 4 out