Afdeel. ” lyk by L etter C’ en ik heb eepe, gelyk
Lxxxm ” by Letter a , gezien , die twintig Jongen
H oofd „ droeg,* doch dit is iets zeldzaams.”
STUK* Het Kogeldier, dat zig by Letter c ver-
KoStidUrt.n toont a beyatte agt groote Jongen, die vol-
„ komen gereed waren , om gebooren te wor-
„ den. In dezelven zag ik duidelyk andere
„ kleinere Jongen , gelyk R o e s e l ook ge-
„ zien heeft, doch in deeze laatften kon ik
„ verder niets waarneemen ; hoewel deeze
„ Aucheur berige, dat hy in die Jongen we-
„ derom andere, en daar in op nieuws Jongen
„ hadt gezien : zo dat de Moeder zigtbaarlyk
j> Kinds», Kinds-, Kinds «Kinderen in haar
„ Lighaam droeg.
Het »» Terwyl ik dit Klootdiertje met het Mi-
jongen1, w kroskpop befchouwde , nam ik waar, dat
„ deszelfs Uur om te baaren gekomen was, en
„ ik had het pleizier, van alle agt Jongen, het
„ eene na het andere, te zien geboren wor»
„ den. Zy komen door een Opening o f Spleet
„ te voorichyn » welke in het Lighaam van
„ de Moer ontflaat. Zy gaan allengs en zeer
„ langzaam , het eene na het andere, naar
„ deeze Opening toe, en dringen ’er, agter
,, elkander, door heen; doch niet twee te ge-
„ lyk: daar verloopt altoos een aanmerkelyke
„ tyd, tusfchen de Geboorte van het een en
„ andere.' In een Uur tyds waren zy alle agt
„ gebooren. Zo dra zy uit de Opening geko-
a, men zyn > ziet menze al om wentelende in
d e K l o o t d i e r t j e s. 187
„ ’t Water zwemmen, geen agt flaande op de
,, Moer, die , geduurende het Baaren, z o n LXXX11I<
„ der eenige beweeging legt. Hoofdj,
lk heb niet kunnen waarneemen , o f hetSTÜK*
eerfte Jong, dat uit zou komen, de g ed a g te j^w,‘ r?*
, Opening in de Huid van de Moer maakte,
, , dan of die Huid zig van ze lf, tegen den
„ Kraamtyd, opende. De Opening o f Spleet,
„ tot welke de Jongen uitkwamen, was niette-
„ min zeer duidelyk zigtbaar , en ik bemerk*
te, dat dezelve haare Randen oneffen en als
„ gefcheurd had; zo dat deeze Geboorte met
„ geweld fchynt te gefchieden. De Moer ver-
,, Jiest ook tevens daar by altoos haar Leven.
„ Na dat alle Jongen gebooren waren, behieldt
„ zy niet meer haare Klootronde geftalte: men
„ zag haar, ter plaatfe , daar de Opening ge-
„ weest was, platter geworden en als afge-
„ fneeden. In ’t eerst fcheen zy nog wel een
„ flaauwe beweeging te hebben; doch verloor
„ die gehe.el en a l; de Geftalte veranderde zig,
,, en zy kreeg langs hoe meer hoeken, tot dat
9» zy op ’t laatst flegts naar een klein rimpelig
„ Vliesje geleek*
„ Wy hebben dus alhier een Waterdier be-
, fchouwd, het welk met een Kogelrond, Ge-
, leyagtig en doorfchynend Lighaam voorzien
„ is; welks buitenfte Huid vol is van kleine
, , verhevene Wratten ; dat zonder zigtbaare
„ Ledemaaten in ’t Water zwemt en zig om-
,, wentelt: dat verfcheide Jongen in zig heeft
r „ die
I, deel. XVIII. Stu k»