in deft Vinger maakte, waardoor. hy eene byna ondraaglyke Pyn gevoél-
,.de, het Bloed (lolde en kreeg een hoogere. Couleur, gelyk het doed van
Azyn. Hy liet ook eenige Droppels van dit Vogt op zyn Tong vallen,
’ t geen dezelfde Uitwerking- deed, als de fterklle Azyn.; ik zwyge van
meer andere Proeven, die deeze naarllige Natuuronderzoeker met dit
Vbgt in ’ t Werk gefield, en daardoor de flerke Zuurheid van hetzelve
ontdekt, tegelyk pok het Deel, daar het door uitgefpooten word, zeer
naauwkeurig onderzogt en ontleed heeft. Men vind van dit aljes een
breedvoerig Bericht in de voorheen aangehaalde. Mémoires de Matb.étfi: &
de Phyfique; en onze Landsgenooten kunnen het in hunne Moedertaal
lezen , in ’t Vyfde Deel der Uitgezogte Verhandelingen. Bladz.
226. enz. *
$• 5-
De. Verandering dezer Rupfen in Popjes gefchied veelal in ’t laatst
-van Auguft o f Begin van September ; men moet ze alsdan van, eenige
Stukken verouderd Willige-Hout voorzien, want ze kruipen niet in de
Aarde, noch fpinnen zich tusfchen de Bladeren in, maar maaken hare
Nellen in ’t Hout. Eer de Rups zich aan dit Werk begeefd, houd ze
ten eenemaale op met eeten, kruipt een tydiang hetom en zoekt, als
-ware het, eene bekwaame Plaats tot de aanftaande Verandering, in-
tusfchen verliest ze hoe langer hoe meer hare fchoone groene Couleur
■ en krygt vuile zwartachtige Vlakken, het gebeurd ook wel, dat de ee-
■ ne, of andere dier Rupfen rood word, doch dit is een Teeken van Ongezondheid,
en dezelve kan niet tot de Verandering komen, maar blyft
in een kwynenden Staat en derft. Anderzins als de Rups gezond is.,
verkiest ze eindelyk aan het opgemelde Willige Hout eene Plek, om haar
Neft aldaar te bouwen, ’ t geen met zo veel Beleid, Overleg en Kond
gefchied, dat men zich daarover ten hoogden moet verwonderen; het
geheele Werk verricht ze met den Mond. Eerd maakt de Rups in ’t
Hout eéne Holte van omtrent i Duim lang, doch naauwlyks ter Diepte
van i Duim; de Spaandertjes, die z e ’er uitknaagd, en haar eigen Kwyl
zyn de eenigde Bouw-Materialiën tot deze nieuwe Woning, vervolgens
mengd ze dezelven onder elkander, en door gedadig Draaden over zich
heen en weder en ter zyde te fpinnen werkt ze de Spaandertjes mede ’er
in , en bedekt zich van langzaamer hand als met een Verwulf, maar ter-
wyl ze dus doende is , fchynd het gedurig, dat de Draaden door de veelvuldige
Beweeging der Rups, en door dat ze telkens aan dezelve als vaft
kleeven , zullen fcheuren, en dat de Rups, zo lange ze aan den Grond-
ilag van dit Gebouw wérkt, hetzelve niet zoude konnen voltooyen;
doch
Uitgegeven te AmiïerJam by F . Huuttuyn.
doch by de Uitkomft blykt hét Tegendeel, hét Verwulf word hoe langer
hoè dichter'en vader, zodanig, dat men op” t laatfl de Rups i n t geheel
niet méér kan zien. ' ffl ..
Het Neft by Fig gf afgebéeld, nu van buiten zyn vollen Beflagfig. 8:
hebbende , 'en van het.Hout zelfs byna niet meer te onderfcheidên zyrtde,
bewerkt zè het van binnen op eene zeer konftige Manier, dat hefzoKfad
word als of >t met Satyn bekleed was. Dit is daarom nöodzaakelyk',
Wylanderzins het Popje, dat'in den Beginne zeer wêék-ep « d e r is, door
de Oneffenheeden van ’ t Neft verfeheidene Indrukzels, en gevolglyfe de
Vlinder, die ’er in woond, geene geringe MVangeftalte zoude bekomen.
Verder is ’t ook aanmerkelyk, dat, niettegenftaande dit Neft overal zeer
hard is - zodanig, dat men het naauwelykë met een Pennemes doorfny-
den kan, de' Rups hetzelve echter aan dien Kant, daar zich haar Hoofd
bevind, zeer dun en zagtmaakt, dewyl hetlnfe él, als Vlinder, te dier
Plaatfe zvnen Uitganr moet nemen , en anders door de narde liorLt van
’t Neft onmogelyk zoude konnen- henen dringen. Wederom een Be-
wys van een zonderlinge Ingevinge,- die- het Diertje noch uit zyn ei-
uen Vermogen , noch by Ge val, noch door andere Schepzels , maar
wel alleen van- eenen almagtigen en alwyzem Schepper verkreegen
beeft ^ .
Ohder het vervaardigen van deze BehuiCng ontledlgd zich de Rups
van een groot Gedeelte harer Zelfftandigheid, die ze daartoe verbez.gd
en word ongemeen veel kleiner.. Eindelyk alles wél bezorgd Zynde blyft
2“ ftil leggemen verwacht hare aanftaande Gedaantewmehng, deze dan
eerlang gefchiedende word’de Rups een Popje, ’ t welk zich van Gedaante,
en in den Beginne bleekgeel, maar,- ha eenige Dagen gelegen te hebben,
van Couleur vertoond als by Ftg. 9. In dien Staat volhard het Infect den Fig. g*
seheelen- Winter over tot in de Maand Juny daaraanvolgende; ja het
gebeurd wel eens, echter maar zelden, dat zulk een Popje twee Winters
en een’ geheelen Zomer over blyft leggen, en-’er dan eerft ïn-denderden*
Zomer de Vlinder uit voortkomt.
!• 6-
In ’t Midden, o f ook wel in ’ t laatfl van Jun y, komen de GrooteHêr-
melyn-Vlinders te voorfchyn, en wel altoos ’s achtermiddags, volgenr
myne Ondervinding. De Vlinder geeft by zyne Geboorte door eene on-
zichtbaare Opening van voren en ter plaatfe, daar de Rups de voorheen
gemelde Spleet had, eenig Vogt van zich, waardoor hy het Neft op dien
rachten Plek, waarvan ik reeds gewag hebbe gemaakt, opend, endoor
deze Opening gaat hy naar buiten. By Fig. io . vertoond zich een ruftend fig .io.
Mannetje, en wel met uitgeftrekte Sprieten, welken het anderzins in
den ruftenden Stand dicht aan ’t L y f en onder de Vlerken legd,- zo dat
men