zelfs, onderfte zyde, met een klein, gedeelte van de.bovenkant des linker
Fig. 7. Vleugels, en tegelykook den rustenden ftan d ,d a a r integendeel Fig. 7.
de bovpnile. en meest met kleuren pronkende zyde des vliegenden Vlinders,
doe d zien, of. fchoon d it ln ft iS , inzynen laatften ftaat, een Dagvlinder
i s , en wel een van de grootfte foort, beflaande de lengte der
Vlerken in derzelver vlugt, eene uitgeftrektheid van ruim 3 Duimen,
zo ziet men echter denzelven maar weinig vliegen, dus naar ’t my voorkomt
een bewys, dat Hy niet zeer menigvuldig in ons Land zich bevind.
5- 6.
Om nu ware het mogelyk, Eieren van dezen fraa^en Vlinder te bekoo-
men, naar dewelken reeds lang te vooren myn begeeren en trachten geweest'
was, doch welker naaripooring telkens vruchteloos afliep, vielen
myne Gedachten hier o p , om dezen laatst uitgekomènen Vlinde r, ’c
welk een Wyfje' was, te openen, en dus de Eieren welken ’er menigvuldig
in waren uittenemen, derzelver groote, gedaante en kleur, . gewaar
te worden, ’ t welk ik dan ook dus bewerkftelligd hebbe, en waardoor
ik bygevolg in ftaat ben. geworden, Haare groote, zo wei Ngtuur-
ly k , ais door ’ t Microscoop gezien, te vertoonen, wat derzelver kleur
en gedaante betrefd, deze was zo gelyk ik dezelve afgebeeld hebbe by
Fig. i . Fig. i . en Fig.- 2. zynde de eerste natuurlyk en de tweede vergroot,
en 2‘ maar o f de kleur dezer Eieren, wel niet eenige verandering ondergaad,
wanneer dezelven door een bevrucht Wyfje gelegd worden, zoude my
niet vreemd voorkomen, eeven zo is bet ook met de waare Gedaante,
hier durve ik in ’t Geval vap deze uit het geopende Lichaam der Moeder
gehaalde Eieren, niet volmaakt op aan, want, zoude het wel niet mogelyk
kunnen wezen, dat van zommige Vlinder Eieren, de in de lengte
wan het E i , van boven nam: beneden toe lopende Ribben o f R ibbetjes,
konden .geformeerd worden j door de inwendige Gedaante van den Leg
der Moeder Vlinder, by het doorpasfeeren van het Ei ? Zo j a , dan was
het zeer wel mogelyk, dat ook, deze Eieren, door de Moeder gelegd
zynde, met Ribbetjes konden voorzien wezen, welken nu daarentegen
niet gelegd zynde, ook door geene vergrooting aan dezelven te belpeu-
ren waren, doch geene betere Voorwerpen hebbende, geeve ik de A fbeeldingen
zo als dezelven door my gezien zyn, na dat ik deze Eieren,
van de Hun omvangende Vogtigheid gezuiverd had.
' • § # s ?§3
D A G -V L IN D E R S v a n d e E E R S T E B E N D E