%■ y
De Eiè'ren van dit Inft6F waarvan een afgebeeld is by Fig. heb'be ifes
* ’S‘ l ' altoos enkeld nimmer by Schooien of meer dan-een-by elkander gevon»
den weshalven deze Rupfen ook onder de Eënzaamen behooren geteld
te worden, onder het Microscoop gezien, hebbe aan deze Eieren geene
zonderlinge Teekening o f gefigureerdheid' ontdekt , weshalven het ook
overtollig zonde geweest zyn, eene vergroote Afbeelding ’er van ge-,
maakt te hebben. Of de Moeder Vlinders haare Eiè'ren ook nog op andere
Planten leggen dan alleen op de Bladen der Willigt Hoornen, kan ik
niet met zeekerheid bepaalen, dit is waar, dat ik dezelven nooit op andere
Bladen gevonden hebbe dan dê zo eevengemelde Willigen en wel'altoos
aan derzelver Onderzyde, doch eens vond ik twee byna volwasfene
Rupfen- op eenen Elfe Hoorn, met welker Bladen.ik ze. ook- nog.eemgen >
T vd gevoéd heb'be, doch tot de volkoomene Gedaantewisfellng zyn dezen
niet gevorderd , dewyl dezelven ftierven voor dat zy de Verandering-,
bereikten! o f dezen nu reeds door. de.Moeder Vlinder als Eiè'ren o p ■
deze foort van Bladen gelegd waaren, dan, of Zy als Rupfen van Wül g e '
. Boomen a f gekroopen,. en zich op d e .Elfen fcegeeven hadden , , zulks is-
my onbewust.
S--3-
Het was den 20 M a y , dat ik’ op twee verfcTiilIênde ffW/g« Bladen op,«
ieder een Eitje vond, hoewel eene nette Tydsbepaaling hier in geenen dee-
]e altoos plaats vind, wyl dit merkelyk verfchillen kan het eene Jaar by.
het andere, door-dien.eene vroege o f laatere Vóorjaars warmte,, h ie r
ongemeen veel toe bydraagd, en de uitkooming der Vlinders van_ t-
voorgaande Taar, welken deze Eiè'ren leggen moeten, zo wel als de uitkooming
der Rupsjes uit de door Hun gelegde Eieren, veel vervroegen-
o f verttaagen kan; uit bovengemelde gevondene twee Eieren, welken*
blaauwachtig doch meest wit waaren, kwaamemden 24-derzelver maand!
de jónge Rupsjès te voorfchyn, makende by het ui-tkoomen-, in Hunne
Eiër Schaaltjes een Driekant Gaatje, alwaar zy doorkroopen, blyvende.-
voor ’ t overige de Ei'è'c Dop .ongefchonden,, her .teegemleel vind daaren-
telgen wel by de meest en plaats-, als eeténde Hunne- kier SchaaJen' door-
gaands fchoon op , o f zo ’er al iets overblyft, is zulks maar zeer -gering.
Daags voor het uitkoomen der Rupsjes kreegen de Eitjes boven op in t
midden een dónkeren V la k , verliezende voor ’ c overige Haare witte
kleur, wordende dezelven graauwaehtig. Het Rupsjé uit een* derzelven <
uitstekoomerr zynde, had behalven het Hoofd ’ t welk zwart was, voor
de "rest eene graauwe kleur , het maakte ook-ten eersten gebruik van
zyne 16 Pootjes, ’ t welk anders veelen van dit Tweede Gezin der Eerste
Bende niet dóen, als- welken doorgaands loopende zich verwonen Span-
Big 2. Rupfen te zyn, o f fchoon zu'ks. inderdaad zo niet is , by.Pi£..2. hebhe
ik afgebeeld een eerst uit het E i gekoomen Rupsje, en Fig,-3.- vertoond Fig. 3:
hetzelve een weinig- grooter . zynde reeds eenmaal verveld, na deze
Vefve lling, maakte het Rupsje nog gebruik van alle zyne zestien-Póot-
jb s, doch voor de tweede maal verveld zynde, maakte het genoegzaam
tot aan deszelfs Verandering in eene Pop toe, geen gebruik meer van
het achterfte paar Pooten, wordende dezelven ook in plaats van by meest
allé andere Rupfen de grootlPen van allen te zyn, by deze foort merkelyk
klynder als het daar aan volgende paar {lompe-Buik-Pooten, zynde
dezen in ’t vervolg by dit Infeél'de grootften van allen, aanmerkelyk is
’ t ook, darmen deze Rupfen Hun Achtereinde meest altoos zal oyerein-
de zien houden -, eëven a ls-of’er in ’ t geheel geene Pooien tot eenig gebruik
bekwaam zich aan bevonden, Fig. 4. vertoond deze Rups twee Fig. 41
maal verveld zynde , aan dewelke men reeds duidelyk kan zien de
twee Knobbeltjes o f Bulten op den R u g , doch die ook reeds aan Fig. 3. Fig. 3..
zichtbaar'waaren, en waar naar deze Rups den Naam die men aan dezelv
e gegeeven heeft draagd, deze Vervelling-voor-de tweedemaal, ge-
ffchied doorgaands omtrent in ’ c midden van Juny. Eene byzondere Ei-
genfehap-vin-d ook nog by deze Rupfen jong zynde plaats-, teweeten:
wanneer een dergelyk jong Rupsje, zich aangeraakt voeld, o f eene Be-
weeging merkt' aantekoomen, begind hetzelve terftond met- zyn Kop en
gedeelte van ’ t Voorlyf, ongemeen-fterk te fchudden en zich-te bewee-
gen, zodanig dat men-’er byna-om-zo te fpreeken geen Oog op houden
kan, waarfchynlyk om daar door als ’ t ware den vermeenden aannaderenden
Vyand eenen Schrik- aantejaagen en te doen vlug-en. Eenige Dagen
naar deze tweede Vervelling verloopen zynde, en de Rups intus-
fcheirin grote toegenoomen hebbende, waardoor het Vel alsdan wederom
te klyn geworden is, moet Zy voor de derdemaal van Huid veranderen
’ c welk dan ook gefchied als te vooren. teweeten: de Rups verkiest
eene Plaats op een Blad, o f T ak je , deze gevonden hebbende,,
maakt Zy aldaar een geheel f ,n Spinzel, dicht op die Plaats van het*
T a k je , ó f Blad, welke Z y verkoozen h ee ft, in dit vervaardigde Spinz
el, zet Zy de teedere Haakjes van Haare Pooten ter deeg vast, op dat;
by de afftrooping van the: oude V e i; hetzelve door* middel d e r vastheg-
ting van de Klaauwtjès in het gemaakte Spinzel, zulks- blyve zitten, en
de Rups uit het-oude Vel konne uitkruipen, ’t welk niet zoude- gefchie-
den kunnen, ten ware de oude Huid niet vastgehouden wierde, eenige-
Dagen aldus geheel Uil gezeeten hebbende , fpl-yt het meergenoemde •
oude Vél bpoven op den Rug naar vooren toe van een,, en de Rups-
kruipt ’er vervolgens langzaam uit, zynde alsdan voorzien van eene in*
alle deszelfs Deel en geheele nieuwe H uid;, welke by zommige Soorten in*
de een o f andere Vervelling, zeer veel verfchild in kleur en Teekening-,
van de oude H u id , doch in dit Soort van Rupzen, en by deze derde
Vervelling. niet onderfcheiden is van de voorgaande, gelyk zulks blykt Fig.
uit de 5*>e Fig van deze Tab: X I l. De meeste gladde Rupfen, gezond tab.
z.vnde., laaten zich Haare afgeftroopte oude Huid, teneerllen na de Ver- XIIJ.
1 ,2- vel.