jEany t $1$ 111
J. . 1 1f 11
■ W H
l1i tii
•‘ 5 li i
m N A C H T -V L IN D .m « 't Tweede Gezin der TW E ED E B EN D E 21 VU.
•Zeer oneélyk in T yd gaad het toe met de wording ó f met de rypwor-
dine der Vlinders, want daar zeer veelen | Jaar en meer, ja enkelden
doch dit gebeurd maar zelden 2 Jaaren nodig hebben , eer het Weezen
o f de vochtige Zelfsftandigheid in het Poppe-Vlies beflooten, tot de
volmaaktheid van Vlinder geworden i s , -zo kórt tnteegendeel was dit
•bv myne tegenwoordige Poppen, want dezen in ’t begin van July veranderd
zynde , was het niet langer dan u 8 a'20 Daagen, dat zy in dezen
to a t van Pop geleegen te hebben, als Vlinders uitdezelven te voorfchyn
kwaamen en wel Drie tegelyk op,eenen Dag,, namenthk den 22 July ,
tusfchen het Mannetje .en Wyfje van dit So o r t, is e em g onderfcheid
waarteneemen, behalven het Kenmerk der Sprieten., als welken by het
Mannetje een wynig ruiger en minder glad zyn dan by .t Wyfje , doch
’ t welk niet zeer aanmerklyk is., zo zyn ’er in de Teekeningen of
Vlakken der Vlerken ook eenige onderscheidingen te zien , welken
zich echter door de Afbeelding heeter en duidelyker laaten ontdekken,
_ dan door eene breedvoerige Omfchryving, zynde Fig: 5. geteekend naar
t ‘i : een Wyfje en F ig : 6. naar een Mannetjes Vlinder , het is my nooit
S' gebleeken , dat deze Viinders en derzelver Rupfen meer dan eenmaal
in het Jaa r zyn.
RIlMR
H f )’i