R u p s je , voorts na het koomen uit deszelfs E i , zo flerk begon te
loopen, ten minften den geheelen Voormiddag dit deed, dezen zyn?
De Eieren , worden met veel waarfchynlykheid, door de Moeder-
Vlinders geiegd teegen de Stammen der Boomen, of aan derz.-lver
T ak k en , Schuttingen o f andere vaftftaande Ziaken , want aan de
Blaaden, zullen zy dezelven zeekerlyk niet leggen , dewyl het Sat-
foen, in ’t welk zy zich van haare Eieren ontladen moeten, teegen
den Winter gaad, en in dit Jaargetyde, de Blaaden reeds afvallende,
zo zouden dus de daaraangelegde E itje s , der Bedervinge overgegeeven
worden, ’ c welk niet aan het Oogmerk voldoen konde om namentlyk
het Geflacht in weezen te houden en zich dus voortteplanten; . Vlinders
daarenteegen, welken teegen den Voor-zoomer zich van Haare
Eieren ontdoen, kunnen dezelven wel teegen de Blaaden, als het eigent*
lyke Voedzel der jonge Diertjes aanleggen, dswyl de Rupsjes ’er ten
èerften uitkomen en dus terftond hun Voedzel gereed vinden, intee-
gendeel dezen dan gelyk ik g iflè , teegen de Stammen der Boomen
o f iets anders aangelegd zynde, om aldaar den geheelen Winter door,
voor Bedervinge bewaard te blyven, zyn dus als van zelfs op eenigen
Afftand van de Blaaden geplaatft, derhalven zo is het noodzaakelyk,
dat de jonge Rupsjes haar Voedzel als eerft noch zoeken moeten,
’ t welk zy dan door ’t loopen en beklimmen der Stammen, ook aan
de Abeele Blaaden vinden, doch ik geeve myne Gedachten om
beetere.
8-
Des Nachtj tusfchen den 26 en 27 kwam wederom een Rupsje nit
deszelfs E i te voorfchyn en de daaraan volgende Nacht kwaamen ’er
nog Zeeven tegelyk uit, myn Eerft te voorfchyn gekoomene Diertje,,
had intusfchen reeds merkelyk in groote aangewonnen, en ’t fcheen
my toe, dat deszelfs Eerfte Vervelling niet meer verre af konde zyn.
Alle Rupsjes geen een uitgezonderd, befchadigden Haare Eiër-Doppen
niet als maar alleen ter Plaatze daar het Rupsje moeft uitkruipen, maa-
kende aldaar een Gaatje; daarenteegen heeft men zeer veele andere
Soorten vanRupfen, welken Hunne leedige Eièr-Doppen opvreecen en van
dezel*
dezelven genoegzaam niets onbefchadigd over laaten. Tusfchen den
28 en 29 kwaamen 'er wederom Vyftien Rupsjes uit Hunne Eieren en
des Nachts daaraanvolgende namentlyk tuffchen den 29 en 30 nog
Tien ‘t welk de taatften waren, ik had wel is waar nog Drie Eiè’ren,
maar dezen verdroogden nu, na dat dezelven den geheelen Winter
door, oningevallen gebleeven waaren.
81 «.
Den i en 2 Juny zaten de eerft uitgekomeflen reeds op ’t ver*
vellen en waaren den 3 en 4 derzelver Maand voor de Eerftemaal
verv e ld, na welke Verwisfeling van Huid zy zich vertoonden ,' gelyk
by Fig. 4. een afgebeeld hebbe; Zy fpanden nog eeven zo Tab.
gelyk. volmaakte Span-Rupfen met 12 Pooten doen, doch h un n e^ f?“ *
Vier overige Buik-Pooten welken hun tot Zestien - Pootige Rupfen
maakten , waaren na deze Eeifte Verwisfeling van Huid merkelyk
zichtbaarder en grooter geworden , echter gébruikten zy dezelven
nog niet tot het loopen. De kleur der geheele Rups was geelachtig
Groen met Twaalf zeer fyne zwarte Stipjes op ieder Ring van ’ t
L y f , Hairtjes waren ’er zonder behulp van een tamelyk vergroottend
Glas, niet aan te zien , en dan nog. waaren dezelven zeer fyn en
eakeld als hier en daar verfpreid.
De Eerft vervelden zettedea zich den 1 0 en n den Juny voor
de Tweede maal om van Huid te veiwiffelen en geraakten ook den
I 2 de en i3den ’er door , na deeze Tweede Vervelling , waaren
dezelven vol met zwarte Stipjes , gelyk Fig 5. op deze Tab.Tab.^
doed zien; door een vergroottend Glas befchouwd wordende, zag ^ ^
men ook nog veele fyne zwarte Streepjes op dezelven, maar welken
met het bloote Oog niet wel zichtbaar waaren. Na deze Tweede
Vervelling fpanden zy ook neg met Hunne 1 2 Pooten ,' zonder de
overige 4 Pootjes in ’t loopen ’er by te gebruiken , insgelyks naa-
men Zy na deze Vervelling ook nog die gewoonte aan, dat als Zy
met vreeten ophielden , Zy zich alsdan plat en dicht aan de Stee-
len der Blaaden of de Takjes zelfs vaft zetteden, waar door alsdan
deze Rupfen weinig in ’t oog v ie len, dewyl Hunne kleur met die
s 2 dep