Fig. io.
Ftg- i i
ftvf, eer ze in Orde gebragt zyn, en konnen gevolglyk nooit herfteld
worden. Is in tegendeel alles n.aar den Eiscli toegegaan, en de Vlinder
zelfs uit deNatuure niet gebrekkelyk, zo geraakt hy wel haait; tot Volko-
menheid en in Staat om de Lucht te konnen doorklieven, doch zo lange
hy hier nog .vertoefd , houd hy zyne Vlerken geflooten , dat is ■ :. hy
heeft zeoverend gezet, of, gelyk men het noemd, opgeklapt, hetgeen
hy altoosdoed, wanneer hy ftil z it, o f in Rulle is , verwonende zich
dan, gelyk wy hem by Fig. io . zien; ik hebbe aan deeze Afbeelding;
om ze met het Origineel, te weeten: met de Natuure, te doen overeenkomen,
veel V lyt en Moeite belleed, gevolglyk ook a an ’t nabootzen der
uitmuntende Schoonheeden, waarmeede zyne Vlerken van onderen, (of
wil ik het liever noemen; van buiten?) versierd zyn, ik behoeve derhai-
ven niet, hunne ongemeene Tekening en fraajjeCouleüren, noch ook de
Gedaante des Vlinders en zynerDeelen, tebefchryven, fcbietende builen
dat in dergelyken Geval het Vermogen der Penne verre te kort by
de Werking van ’ t Penfeel; alleen maar moet ik hier Gewag maken van
zekere fwarte Trekken, of Vlakken , die zich aan de onder-Vlerken,
omtrent in ’t Midden, verwonen , en eene ruwe Gedaante van ’t Nom-
mer 78 hebben, zwemende zomtydsook wel naar 98 , op den rechter-
Vlerk is dit Nommer volgens de gewone Orde geplaatil, (ziet de bovengemelde
Figuur) maar op den linker Vlerk Haat het anders om, gelyk
hetdus ook met alle andere Trekken, Vlakkenen Tekening van eener-
lei, o f over malkander ilaande V le rken , gelegen is. Uit hoofde dan
van deze Nommer-Gedaante word onze Vlinder by den Liefhebberen de
Nommer - Vlinder genoemd.
! Heeft ons nu deze wonderfraaye Vogel in den rullenden Stand de ry-
ke Cieraaden aan de onderlte, o f buitenfte Zyde zyner Vlerken, laten
zien; llrakszal h y, dezelven uitbreidende, ons ook hunne Pracht aan de
boven Zyde vertonen. Het eerfte vriendelyk Gelaat der Zonne breiigd
hem in Beweeging, hy kwytzich van ’t Vermogen zyner Vlerken en verlaat
nu ten eenemaale de Plaatfe zyner Geboorte; hy flygd, de Lücht
doorklievende, vrólyk in de Hoogte , om ,. als het ware, Hulde te bieden
aan de aanminnige Koningin van den D a g , en ziet, hy vertoond
.zich: dan, gelyk ik hem by Fig. u . met alle mogelyke Naauwkeurig-
’ heid hebbe afgebéeld. Hierby diend aangemerkt te worden, dat op de
grote donkere Partyen der Vlerken van den ..wezendlyken Vlinder een
aangenaams Weerfchyn fpeelt, meer .óf. minder fterk , naar maate het
Licht daarop werkt, welken Glans echter, noch ook anderzins de Le-
■ yehdigheid der Couleuren, geen Sterveling kan nabootzen; zo fchiet altoos
de menfeheiyke Konft verre te kort by ’t Vermogen derNatuure, of
liever, des: almagtigen Scheppers. S- i r- •.
Laat ons thans nog. het een en ander, aangaande de Levenswyze van
.ónzen Vlinder gade Jlaan.. Wei te recht heet hy een Dag-Vlinder, ge«
- lyk
lyk alle anderen van zyn Gedacht, want nooit anders, dan over D a g ,
vind men hem in Beweeging, en zelfs nog maar alleen by helder Weer
en Zonnefchyn. Hy brengt zyn verheven en verheérlykt Leven in Vre-
lykheid door; wy houden hetzelve w el, in Vergelyking b y ’ t ménfchelyk
Le v en, o f by dat van veele andere Dieren ; voor zeer kort, gemerkt
het naauwelyks drie of vier Weken duurd; maar vermits daardoor alle de
Eindens bereikt worden, waartoe het gefchikt was, is het in dien Op-
zichte van al zo langen Duur, als dat der eerft gemelden. W y hebben
gezien, dat ons Infeft in zyn’ eerden Levens-Staat als een verachtelyke
Worm, o f Rups, Hechts grove Spyze; te weeten , brandenetel 'Bladen
nuttigde; maar het Schepzel nu herboren en een nieuwe Creatuur geworden
zynde is ook zyn tegenwoordig Voedzel zo veel te edeler ; de fynfte
en heerlykfte Vogten der Bloemen alleen verftrekken den Vlinder voor
Spyze. De Mond, dien hy als Rups hadde, zoude hem nu van geen’ den
minden Diend zyn, hy heeft derhalven, in plaats van dien, een’ anderen
Mond ontfangen, gefchikt naar zyne tegenwoordige Spyze; h y is na-
melyk voorzien van eenen Zuiger, dien hy uitdrekfcferi en,intrekken
kan, en waarpieede hy uit de Bloemen, en wel inzonderheid uit die
der Didels, de edelde Zappen hanld, en zich daarmede verzadigd. De
Vlinder in R ud zynde, en dus zynen Zuiger niet gebruikende, krult hem
altoos op in de Gedaante van èebe Spiraal-Veder.' Het verder Bfedryf des
Vlinders bedaat daarin, dat hy in- dezen derden en laatden LevénS-Staat
zyn Gedacht voortplant, hy zoekt ten dien Einde zyne Weerga op, en
dezelve gevonden hébbende paren z e , gemeenlyk al vliegende, met malki
ander. In de uiterlyke Gedaante, in de Tekening en Couleuren !i s ’er
genoegzaam geen Onderfcheid tudchen de Mannetjes en Wyfjes van deze
Vlinderen, weshalven het niet gemakkelyk valt, hen te onderfcheiden,
doch de Wyfje s gemeenlyk kloeker en voornaamelyk wat dikker van Ach-
terlyf zynde, dan de Mannetjes, is dit het eenigfte Kenmerk van deKun-
ne dezer Vlinderen. Verder is het aanmerkelyk, dat de Nommer-Vlinders,
gelyk ook alle de anderen van, dezelfde Bende, geenszins anders,
dan in de Vryheid, paaren, en zich gantfehelyk daarvan onthouden,,
wanneer ze opgeflooten, fchoon anderzins ruim en luchtig genoeg gehuis-
veft zyn. Laat ons dan zien , hoe onze Nommer- Vlinder, een Wyfje
zynde , in de Vryheid te werk g a a t; Kort na dat het is bevrucht geworden,
maakt het zich niet alleen gereed, om de Eieren te leggen,,
maar draagd ook eene recht moederlyke Zorg , om dezelven veilig en'
teffens zo te plaatfen, dat de daaruit voortkomende Rupsjes, zo dra ze
geboren zyn , hun Voedzel'en Verblyfplaats vinden , waarvan ik in den
Beginne reeds eenig Gewag hebbe gemaakt;, en vermits hen geen andere
Spyze aangeweezen is , dan Brandenetels, zo miilhet ook nimmer,
dat de Moeder op geen ander, dan dit Kruit, haare Eitjesplaatft; ze
vliegd van ’ t eene dier Struikjes op ’t andere, leggende telkens maar een
Eitje op een Blad , en wel indiervoegen,, dat ze den Stuit onder ’t Blad