,
'DeE ië ren van deze Vlinders, waar van een in zyne natuu'rlyke grootte
afgebeeld is by Fig. t. en door het Microscoop gezien by Fig. 2. op Tab.XXlV.
|§ A hebbe ik nergends anders dan op de’Brande Netel Bladen gevonden , aan der-
AA7^ . ze]ver onderfte zyden en wel altoos enkeld gelegd zynde, niet by Schoo-
■ ^énV len,, in het. midden der Maand May,, hoewel men .’dezelven ook nog een*
op eenen anderen T yd van het Jaar heeft, te weeten in de Maanden
July of Augustus, al naar maate de Zootner-warmte vo o r , o f nadeelig aan
de InfeÊten geweest'is. Het E i in deszelfs nacuurlyke grootte, al vry
kloek zyiJde, voor eenen maar middelmatig grooten linder gelyk deze
is , doet my dit vermoeden , dat*een Wyfje -van dit-Soort, niet veele
Eieren by zich kan hebben, en derhalven de voortteeling ook niet zeer
menigvuldig zyn .kan,,integendeel heeft men .veele.andere Soorten van
.Ru pfen, welker Moeder Vlinders een groot getal kleine Eieren leggen j
’ t welk ten gevolge hee ft, dat men de daaruit voortkomende .Rupfen,
! veel roenigvuldiger vind, .dan het tegenwoordige Infeét.
'§> 3.
Uic e en 'E i van ‘deze B o o r t , gevon'den ’den 'M a y , z o alsreéd*
(gezegd hebbe aan de onderzyde van een Brande Netel B a d , kwam
den 2 5 lte.daaraan -volgende het 'jonge 'Rupsje v o o r t, zynde door-
Tchynende en witachtig of bleek groen van kleur, fpann^nde met twaalf
iPooten, echter kon men den volgenden Dag reeds zien,, dat het zestien
Pooten zoude verkrygen, dus niet- onder de Span o f Kram, maar onder
de zestienpootige Rupfen behoorde. Den ledigen Dop van het E i , vrat
het jonge Rupsje ter helfte toe o p , eene eigenfchap welke-zeer veele
Soorten van Rupfen aan zich hebben, dat zy.namentlyk de Doppen der
Eieren uit welken zy.gekoomen zyn ,,of.g ehe el o f ten deele opvreeten.
V yf.Dagen, na het uitkoomen uit het E i , vervelde het Rupsje voor de
Eerstemaal en behield noch deszelfs eerste kleur, eehter kon men ’er nu
eenige zwarte Stippen en korte fyne Hairtjes aan gewaar worden. Den
41.I1 Juny, dus wederom v y f Dagen na deszelfs eerfte vervelling, ver-
wisfelde de Rups voor de Tweedemaal van Huid en vrat het afgeftroopte
Vel.geheel op, na deze .tweede vervelling , vertoonden zich flaauwe
Stree-
'Btreepen aan de Rups, namentlyk twee ter wederzyden van het L y f
een een over den R u g , alle v y f langs het Lichaam lopende van den Kop
naar den Staart toe , de zwarte Stippen welken reeds na de eerste Vervelling
zich geopenbaard hadden, bleeven der Rups nu oók nog by.
Den S^e Juny , dus maar vier Dagen na de tweede maal van Huid ver-
wisfeld te zyn,.gefchiedde het voor de Derde keer, na deze Vervelling
kon men' reeds duiclelyk'alle de Teekening en fraaiheid zien, welke zy MC
- haare volwasfenheid toe behield , ook ditmaal vrat de Rups haarverlatene
Vel ten eenenmaale op. T ot hier toe had dezelve Gaten in de Bladen
gevreeten, maar na de derde V ervelling, vrat zy aan de Kanten der
i Brande Netel Bladen ..geheele Stukken uit dezelven. V y f Dagen na de
, derde Vervelling, ’ t welk was den 13 ju n y , gefchiedde het voor de vierde
• en laatfte k e e r , terftond na de afftrooping van Haar oude V e l , fch.een
izlèh het Dier a ls ’c ware tebëlikken, de korte en fyn e ’Hairtjes welkêa
, na de Eerste Vervelling zich dee’den zien, waren verdweehen, dus men
de'Rups niet anders dan eene gladde Rups noemen kon. Eenige'Dagen
na deze laatfte ó f Vierde Hüidverwisféiing was het Dier volwasfen , in
welken volwasfenen'Staat ik dezelve aïgëte'ekendhebbe by Fig. 3. fn deze Fig. 3.
1 als Rups vólkoomene gedaante, bleef dezelve niet lang, want'reeds den 19
Ju n y , dus maar zes Dagen na de laatfte Vervelling, fpon'zy Zich in , tos*
! fchen de oude en verwelkte Bladen, welken op den'Bodem van Haar Verblyf
Waren 'Aan andere Rupfen van dit zelfde Soort, welken ik naderhand ben
- machtig geworden, hebbeik waargenomen, dat als de T yd der verandering
naderd , dezelven eerst bleekgroen worden, Welke bleekgroene kleür
i wederom in eene rosachtige veranderd.
3- U
- Tn het onkonst-ige 'Spinzel, ’ t welk de Rups zich tus fchen de verdorde
Bladen o f het geene ’ t welk ’er anders om zo te fpreeken voor de Hand
w a s , vervaardigd h ad , veranderde dezelve na weinige Dagen in eene
dusdanige Pop, gelyk afgebeeld is by Fig. 5. men vind onder deze Pop. fig, y.
pen welken merkelyk donkerder van kleur zyn , doch voor ’ t overige
is ’er geen wezentlyk onderfcheid onder dezelven.