NEDERLANDSCHE INSECTEN
B E S C H R E E V E N E N A F G E B E E L D .
V I E R D E S T U K .
S ® S ® S S S S ® ® S ® ® S S ® ® ® S ® ® ® ® ® ® ® ®
E E R S T E V E R H A N D E L I N G
O V E R DE
N A C H T - V L I N D E R S
Van ’t Tweede Gezin ^ E e r s t e B e n d e .
De Vlinder het K R O O N - V O G E L T J E.
Tab. I .
pEt Infe£ï, dat thans het Voorwerp onzer Befchouwing zyn zal,
f zorceerd onder het Tweede Gezin van de Eerfte Bende der
SI I(»•,■« » Nacht-Vlinderen. Git de vorige Verhandelingen zullen my-
f y l i g l J } ne Lezers, denke ik , reeds begreepen hebben , dat ik de Vlinders
in ’t algemeen onder zes Afdeelingen brenge; de tairykfte van allen
is het Gezin, daar ik nu van fpreeke, en vermits ik hier voor de eerfte
Maal een daaronder behorend Infeét befchryve, zo zal ik by deze Gelegenheid
vooraf Berigt geven van
De Kenteehnen der Rupfen, Poppen en Vlinderen van 't Tmede Gezin der
Eerjle Bende der Nacht-Vlinderen.
1 ) Alle hieronder zorteerende Rupfen hebben 16 Pooten.
2) Zommigen zyn glad , en zommigen haairig, onder de laatften vind
men zulken, die korte en fyne enkelde Haairtjes hebben; anderen, die
geheel ruig en met lange Haairen bedekt zyn; wederom anderen hebben
Haairbosjes, in de Gedaante van Borftels, en worden om die R eden,
by den Liefhebberen, Borjiel-Rupfen genoemd.
3 ) Veele dezer Rupfen veranderen in de Aarde, en vëelen buiten dezelve
in Poppen ; onder de laatftgemelden zyn ’e r , die zich omtrent
op de Manier der zogenaamde Zyde-Wormen, o f ook tuffchen de Bladen
infninnen; anderen gaan in ’t Hout, en maken zich Netten van de a Spaan