ziet, hoewonderbaarlyk de Poppe ten Voorfchyn komt o f geboren word,
en hoe in tegendeel de Gedaante der Rups ten eenemaale verdwynd.
Vermits nu dit alles onverwagt en fchielyk gefchied, gebeurd het zelden,
dat men een Ooggetuige dezer Gebeurteniffe kan zyn , o f men diend op
het Tydftip der Verandering, als het naby is , naarltig te paften, door
geftadig de Rups in ’t Oog te houden , gelyk ik ook gedaan en derhal-
ven gezien hebbe , hoe het van den beginne tot het Einde toe in zyn
Werk gaat, te weeten aldus: Zo dra het Vel der Rups vaneen breekt,
komt onmiddelyk het Hoofdenend der Poppe ten Voorfchyn, helder groen
van Couleur, glibberig en vochtig, om dies te beter uit het Rupfen-Vel
te konnen glyen , hetwelk ze door herhaalde Pogingen naar achteren
afftrookt, en ’er zich binnen de Tyd van drie Minuten geheel uitwerkt;
omtrent ter Helfte daarmede gekomen zynde.vertoond zich deze Metalig
. 8. nurpbofis gelyk Fig. 8-, Het afgeftrookt Vel valt naar beneden , o f blyft
in ’t Spinzeltje by den Staart der Poppe hangen, en is zo fterk in malkander
gedrongen, dat het eer na een Brokje Vuilnis, dan naar een Rupfen
Ve l gelykt. De verfche Poppe heeft thans haar eigentlyke Geftalte
nog niet, het voorfte Deel , of Hoofdenend, nog rondachtig zynde,
zakt langzamer hand en word eehigzins fmalder, ook zetten zich de twee
voorfte Knobbels, of Stompe Punten, wat meer uit, en het duurd in ’t
geheel wel een half U u r , eer de Poppe hare volkomene Gedaante heeft;
ze is alsnu nog groenachtig, veranderd echter eerlang van Couleur en
Tig. 9. vertoond zich dan, gelyk wy ze by big. 9. zien. ’T zoude overtollig
zyn, deze Poppe nader te befchryven , vermits ik dezelve naauw-
keurig, ten aanzien der Gedaante zo wel, als Couleur, hebbe afgebeeld;
alleen maar diend omtrent dezelve het volgende nog aangemerkt te wor-
den: De Zyde, met b betekend, en na voren toe de Gedaante van een
Gryns met eene gebocchelde Neus hebbende, is- eigentlyk de bovenfte
Zyde of Rug der Poppe en des-in haar befloten leggenden V lin d e r sz yn d e
c. aan den anderen Kant, by c, deonderfte, of B uik-Z yde , aan welke de
Zuiger of T on g , Pooten en Sprieten van den toekomenden Vlinder langs
deBorft: uitgeftrekt en dicht aangefloten leggen, de Zuiger in ’ t midden,
ter wederzyde van denzelven de Pooten, en langs dezen de Sprieten. By
d. d is het Bekleedzel van de linker Vlerken, zynde het andere van de rechter
Vlerken hiervan ’t Gezicht afgekeerd, onder deze Bekleedzelen leggen
de Vlerken des Vlinders, en alle deszelfs Deelen zyn op de volmaakt-
fte Wyze en onbegryplyk konftig in de Poppe befloten, Ziet daar, een
wonderbaarlyk Schepzel 1 nog kort geleden was het een kruipende
Worm, o f R u p s , nu gelykt ’t ’er in ’t geheel niet meer na, en het is
nochtans-een en hetzelfde Dier. Zoude ’er ook wel Leven in zulk eene
Poppe [denatuurlyke meene ik ,] zyn? Naar den uiterlyken Schyn niet,
maar men rake ze eens zachtjes aan, ze zal zomtyds zo onbedenklyk rad
trillen, dat men ’er naauwlyks het Oog op houden kan, en dit is het eenigfte
Middel, waardoor ze hare Befpringers tracht van zich a f te honden, maar
het
*3
het wil niet altyd helpen, ze zyn te ftout, en worden zo ligt niet afge-
fthrikt, om hunne Prooy te laten varen.
■ ■ 1 9-
Is nu ons Infect m t Somer- Saifoeneene Poppe geworden, zo hangt
dezelve in dien Staat gemeenlyk omtrent drie Weeken, maar in ’tNajaar
deze Verandering gefchied zynde, blyft de Poppe den geheelen Winter
over hangen. De in haar wonende Vlinder komt binnen die T yd , en
wel in ’ t eerfte Geval fchielyk, en in ’t laatfte, langzaam tot zyne Ryp-
heid, welke ook zomtyds wel door de meer of minder warme Gefteldheid
der Lucht eenigzins verhaart, o f vertraagd word. Een onfeilbaar Ken-
teeken van de nabyzynde Geboorte des Vlinders i s : dat de Couleuren zy-
ner Vlerken door hunne Bekleedzelen een paar Dagen van te vooren beginnen
door te fchynen en zich hoe langer, hoe duidelyker vertoonen-,
als mede, dat de Ringen der Poppe, waarin het Aehterlyf van den Vlinder
beflootenis, zich merkelyk verwyderen, tenBewyze, dat nuallede
Deelen des rypzynden Vlinders fterk uitgezet worden en het Poppe-Vlies
hem niet langer kan herbergen , weshalven ook hetzelve eindelyk berften
moet. Dit Tydftip dan der derde en laatfte en tevens yoortreffelykfta
Verandering van ons Infeék gekomen zynde, fplyt de Poppe boven op-’t
Hoofd van-een, als mede ter plaatze, daar de Sprieten des Vlinders-langs
de Borft uitgeftrekt- leggen. De Vlinder zich voorwaards beweegende
duwd het gefcheurde Poppe - Vlies van malkander en dus zynen Kerker
verbrekende baand hy zich den Weg ter Vryheid in een nieuw, in een
verheerlykt Leven. Zyne eerfte en fterkfte Poging is, om nevens het
Hoofd en de Sprieten ook zyne Pooten naar buiten te brengen, want deze
vry zynde en zich buiten aan ’t Poppe Vlies vaft gehecht hebbende dienen
hem tot Steunzel j om verder den geheelen-Reft ’er uit te halen,
§• IO‘
De Vlinder is nu gebooren en geheel en al van zyn Poppe Vlies be-
vryd, hy verlaat het echter nog niet ten-eenemaale, maar houd het vaft
en b ly ft’er nog een Wyle, met de bovenfte Zyde onderwaards gekeerd1,
aan hangen; deze Manier van Hangen, het zy aan ’t Poppe-Vlies, o f
aan iets anders, is voor den verfchen Vlinder zo-noodzakelyk, dat ander-
zins, by Gebrek van zodanige Gelegenheid, zyne Vlerken nimmer hunne
behoorlyke Gedaante konnen krygen, en hy gevolglyk voor altoos een
Kreupel moet blyven ; want als de Vlinder ter Wereld komt, zyn de
Vlerken nog wanftallig en geenszins in- Orde, maar hangen by hem neder
als een paar wyde Broeken, gerimpeld en fla p ; doch ze zyn dan
ook nog vochtig en lenig, hetwelk tot hunne Herftelling volftrekt nodig
is , gemerkt dezelven, terwyl ze dus vochtig zyn , ’t geen echter niet
lange duurd, merkelyk zakken en zich fterk uitzetten , [o f wil ik hetgroei-
jen noemen ?) ook vlak worden en alzo hunne volmaakt fchoone Gedaante
verkrygen; men moet derhalven den Vlinder , in deze Omftandigheid
zynde,. vooral niet ftooren, anderzins worden zyne Vlerken droog ea
B 3 ftyf».