önder anderen, de groot? en kleine Paauw Oog-VlMer, welkqp ieder
een op zich zelfs beflaande Geflacht uitmaken, doch welker Vlinders' ,
zeer veele overeenkomst in kleur en teekening met elkander hebben,
maar derzelver groote is zeer veel van elkander onderfcheiden. Ons
tegenwoordig Voorwerp , behoord mede onder dezulken , van welken
men zeggen k a n , dat ’er twee foorten z yn , namentlyk groote, en
kleine, de laatstgenoemde o f kleine Aurelia Vlinder, is reeds hier voor
in de tweede Verhandeling van het eerste Stuk befchreeven en af^ebeeld,
doch de groote Aurelia, zal het Onderwerp dezer tegenwoordige V e r handeling
uitmaken.
5- 2-
Wat den Naams oorlprong betrefd , dezen behoefd men zekerlyk
niet verre te zoeken, wanneer men geleezen heeft de Verhandeling
over de kleine Aurelia Vlinder, en heeft daar in gezien de afleiding van
het woord Aurelia , dan kan men gemaklyk begrypen , dat deze door
de fterke overeenkomst welke ’er in teekening en ook voor een groot
gedeelte in kleur plaats vind, door deszelfs meerdere grootheid, met recht
de groote Aurelia Vlinder genoemd word. Limceus heeft dezen Vlinder
den Naam van Polychloros gegeeven , daar Hy integendeel de kleine
Aurelia, naar het Voedzel der Rupfen, ’ t welk Brandenetels zyn, Unica
genoemd heeft.
S' 3'
Reeds zederd veele Jaaren, is my dit Infedf zo wel in zynen Rupfen
als Vlinder ftaat bekend geweest, maar nog nimmer was het my gelukt
de Eieren ’er van machtig te worden, doch den laatst gepasfeerden Zomer,
hebbe ik ’er meer dan Honderd van gezien, welken ik verkreeg
zo als in ’ t vervolg dezer Befchryvïng nader blyken zal. Den i 3 de Juny
te Muidên zynde, vond ik op eene Bank onder eenen Ipen-Boom, eene
volwasfene Rups van deze foort, doch deze wilde geene Ipe-Blaaden
meer vreeten, maar bevestigde zich reeds des anderen Daags op de
wyze der Dag-Vlinder Rupfen van de eerste Bende, door het achtereinde
o f den ftaart, met eenig ipinfel vast te maken, en voor ’ t overige
het geheele Lichaam naar beneden te doen hangen, in welke ge-
Tab daante kleur en teekening dezelve afgebeeld hebbe op Tab. V III. by
T iffÊ Ê B 4' deze Afbeelding toond, dat dit Infeót in zynen tweeden Ifa a t,
teweefèn als Rups, onder de gedoornden behoord, ’ t welk het voor-
naamfte kenmerk van de Dag - Vlinder Rupfen der eerste Bende is. By
Vig. 3. hebbe eene dergelyke volwasfene Rups kruipende geteekend ,Fig. '3,
.men ziet terftond in den eersten opflag, dat ’er een merkelyk onderscheid
in de groote is , tusfehen deze twee Afbeeldingen, dit komt hier
van daan, dat de eerstgenoemde Afteekening naar eene zodanige vervaardigd
hebbe , uit welke een Wyfjes Vlinder kwam, en die door-
.gaands by alle Vlinders grooter dan de Mannetjes zyn, de andere A fte ekening
Fig. 3. daarentegen, een Mannetjes Vlinder Rups zynde, is Kg. 3.
gelyk reeds gezegd hebbe kleinder. Het gewoone Voedzel dezer Dieren,
zyn de Ipe-Blaaden, ten minsten hebbe ik dezelven nog nimmer
op eenig ander Gewasch gevonden, ook telkens maar enkeld, niet by
Schooien, dus het my niet zeer waarfchynlyk voorkomt, dat deze Rup.
fen een gezellig leeven voeren, evenwel kan -ik het tegendeel ook
niet bewyzen, dewyl ik dezelven nog nooit geheel jong gehad hebbe;
dat men Hun ook op Karsfe-Boomen vind, en dat Z y zich met de
'Blaaden van dezelven geneeren, gelyk de Heer Rofel fchry ft, wil ik
niet tegenfpreeken, echter hebbe ik ze ’er nimmer op gevonden.
S- 4-
Myne laatst gevangene Rups, zich Daags na dat ik Haar nog kruipende
gevonden had, ter verandering gezet hebbende, veranderde in eene
Pop den i ö le" derzelve Maand, des Nademiddags, dus den 3 len Dag na
dat Zy zich hier toe fchikte, deze Pop hebbe afgebeeld by Fig. 6. Fig. 6.
daarentegen de Pop waar in de Rups Fig. 3. veranderd was, ziet men
by Fig. 5 . o f dit een doorgaande kenmerk is , dat namentlyk de Man-Kg. y.
netjes Poppen lichter van kleur dan die der Wyfjes zyn, durveik niet
voor vast bepalen, doch dit is waar, dat de Poppen welken ik van T yd
tot T yd gehad hebbe, eeveneens waren als Fig. 5. en uit welken ook
alle Mannetjes Vlinders gekomen zyn, daarentegen de laatst gevangene
Rups, veranderde in eene Pop gelyk Fig. 6. en uit deze alleen hebbe na
. verloop van 22 Dagen een Wyfjes Vlinder bekomen, namentlyk den
. S11“ July.
5- 5 . ;
Fig. 7. en Fig. 8. vertoonen beide den fchoonen grooten en geen vanpig. "j.
de geineenden in ons Land zich ophoudenden Vlinder, K g . 8 toond des-m 8.
I s zelfs