NEDERLANDSCHE INSECTEN
B E SCH R E EV EN EN A FGEBEELD.
E E R S T E S T U K .
S a 5£ « S !S ;S !^ S S S S S !S !S !S !S ;S G S £ S !S !g S a S ;a 5 Sj5:f f i ! ^ ^ y ^ <y«y
D E R D E V E R H A N D E L I N G
O V E R DE
D A ‘G - V L I N D E R S
van da E e r s t e B e n d e .
De Vlinder het O R A N J E K L E U R I G Z A N D -O O G JE . .
Tab. I I I .
Si.
S
nder de Inlandfche Dag - Vlinderen is de tegenwoordige een
der geenen, die men zelden en nog wel alleen maar in zekere
Landsdouwen ontmoet. Deszelfs geheele Verandering van het
Ei a f aan heeft ook, voor zo veel my bekend is , nog Niemand
befchrecven en afgebeeld; en in der Daad, men kan agter de Huishouding
der Dag-Vlinderen zo gemakkelyk niet, als die der Nacht-Vlinderen,
komen , niettegenftaande deeze zich minder, dan geene , voor ons
Gezicht verwonen ; de Oorzaak hiervan is , dat men meer Gelegenheid
heeft, om de Eieren der Nacht-Vlinderen magtig te worden, deels door
ze op te zoeken, als wanneer men dezelven wel dikwils, maar zeer zelden,
ja byna nooit., een Dag-Vlinder Ei ontmoet, uitgezonderd die van
de Witje s ; deels door de Nacht-Vlinders te laten paaren, gelyk het dan
veeltyds gelukt, dat men op die Manier derzelver Eieren kan bekomen,
daar in tegendeel de Dag-Vlinders, opgeflooten zynde , zulks te doen
voldrekt weigeren, fchoon ze in de Vryheid reeds gepaard hebben; zekere
Soorten echter willen in die Omdandigheid zich nog wel van de Eieren
ontladen, mits ze van te vooren reeds zyn bevrucht geworden, doch dezen
zyn eigentlyk Middel-Infeften tuflehen de Dag- Vlinders van de
Eerde en Tweede Bende, waarvan ik draks breeder Berigt zal geven, en
zodanig eene Middel Soort der Dag - Vlinderen is ook de tegenwoordige.
Wat de Benaming van dit Infeft betreft, dezelve is afgeleid van de
zwarte Vlakken of Oogen op de Vlerken des Vlinders , en van de witte
Stipjes in dezelven, welken zich als Zandkorrels vertoonen ; maar ver-
•D mits