nederlandsche insecten
BESCHREEVEN EN AFGEBEELD.
V I E R D E S TUK.
^ . ^ ^ ^ f y g s ^ B ^ g jiS i f f l iS iS i^ S jiS iS IS iS iS S S S S S S i^ S S Ü S S S i
t w e e d e v e r h a n d e l i n g
O V E R DE
N A C H T - V L I N D E R S
van 't Tweede Gezin der Eerste Bende.
De V L I N D E R uit de Groote B E E R - R U P S .
Tab. 11.
§. i -
ye O onaanzienlyk dit Infea in zyn’ eerden Levenshaat, o f als
^ Rups zich voordoed , en derhalven onder alle andere Rupfen
roede eene dergeenen is , die ’t meed gefchuuwd worden ,
y voornaatnlyk van Menfchen, welken buiten dateenen Afkeer
voOTdicréelyke Schepzelen hebben; zo fchoon en fraay komt het ten
laatden, of als Vlinder te Voorfchyn, ja dermaaten heerlyk, dat deze
ook alleszins een der fraayden in ons Gewed kan genoemd worden.
Onder de raarde Vlinders hier te Land kan men deze Zoort niet tellen,
vermits men ’er genoegzaam alle Jaaren de Rupfen van vind, doch in t
eene Taar minder, of meer, dan in ’t andere. Ze worden doorgaans by
onze Liefhebberen zo wel, als by die in andere Landen, Beer en, of Beer-
Ruplin genoemd, om datze buiten gemeen veele en lange Hairen hebben
en daarby van Couleur bruin zyn; vermits’er ook nog andere Zoorten gevonden
worden, welken als Rups en Vlinder m veele Stukken met deze
overeenkomen, doch kleiner vallen, zo worden degeenen, die ik thans
befchryve, tot Onderfcheiding van anderen, de groote Beercn genoemd.
S, 2.
In de Maanden July en Augud vind men de Eieren van dit Infea. en
wel, ’t geen aanmerkelyk is , allermeefl op de Willige-Boomen, daar men
nochtans, myns weetens, de Rupfen nooit, ten minde nooit van eemge