ü
gendeel myns weetens niet op de E ik e , zo is ’e om deeze Reedenen ,
dat ik myn tegenwoordig Diertje by uitzondering genoemd hebbe de
Eike Borstel-Rups.
Tab.
X F I l
Fig.
1, 2.
Fig.
3 > 4-
Fig.
ï- 3'
Fig.
a. 4-
§• 2-
Het was den 2 1 en 22 July reeds eenige Jaaren geleden , dat ik de
Eieren van dezen Vlinder, op de Eike Bladen buiten Naarden na In-
feften zoekende vond, byna op een en dezelfde Tyd ontdekte ik Twaalf
van deze^Eitjes, op eeven zo.veele onderfcheidene Bladen, dus waren
dezelven geheel niet by Schooien maar wel zeer enkeld gelegd , vdor
het ongewapende Oog vertoonden Zy zich gelyk ik by Fig r en 2. op deze
Plaat hebbe afgebeeld, maar door het Microscoop gezien, waren dezelven
zeer aardig, met heele en halve doorlopende Ribben , echter
waren Z y hierin elkander niet allen gelyk, maar ’er vond wel eenig On-
derfcheid tusfchen het Eene en Andere Eitje plaats, gelyk zulks ook
aan de Twee vergroot zynde Afbeeldingen Fig. 3. en 4. te zien i s ,
het onderfcheid van. kleur ontftaat uit de meer o f minder nabyheid van
het uitkomen der jonge Rupsjes , met myne gevondene Eieren was
het dusdanig: dezelven waren in ’t eerste byna w i t , gelyk Fig. 1 en 3.
naar verloop van eenige Dagen kreegen Z y als een gebroken bruinen
Streep rondom , welke bruine Streep , zich meer en meer uitbreidende
het geheele Eitje bruin deed worden., daarop werd het Knopje boven
in ’ t midden van het E i zynde zwarter , en vervolgens het geheele
E it je , gelyk by Fig. 2. en 4. uit de Afbeelding b lyk t, naar dus geheel
eenkleurig donker of zwartachtig geworden zynde, kwamen de jonge
Rupsjes te voorfchyn.
S- 3.
Drie Dagen na dat ik de Eitjes gevonden had, kwamen de Rupfen
’er reeds u i t , dus waren dezelven zekerfyk reeds verfcheidene Dagen
vooraf door de Moeder-Vlinder gelegd geweest. De Rupsjes waren
donkerbruin van kleur met een zwart Kopje en ruig Hairig, hebbende
1 6 Pootjes, men konde toen aan dezelven nog in ’ t geheel
niet z ien, dat het Borstel-Rupfen worden zouden. Na verloop van 5
o f 6 Dagen op de Eike Bladen gegraasd hebbende, wyl dezelven
zo ’ t fcheen nog te dik waren om door Hun op derzelver Kanten
o f met Gaatjes doorvreeten te worden , vervelden Zy voor de Eers-
temaal. Den 4 en 5 Augustus verwisfelden myne Rupfen voor de
Tweedemaal Hunne Huid, ook naar deze Tweede Vervelling, fchoon
Z y reeds merkelyk in grote hadden toegenomen , kon mes echter
nog niets zien van de Borstels, welken zy naderhand kreegen , maar
men zoude dezelven veel meer voor geheele ruige Rupfen als by voorbeeld
de Beer o f Room-Vlak Rupfen zyn , gehouden bebben, tot naar de
Vierde V ervelling, dewelke gefchiede den 19 Augustus, na dat Z y vooraf
den
10 en I I derzelver Maand reeds de Derdemaal van Huid veranderd
waren na deze genoemde Vierde Vervelling openbaarden zich eerst
recht duidelyk de Kwastjes, zo dat men toen zien kon , dat het
geene kleine Beer, of Tyger, o f andere dergelyk Soort van Rup fen
maar wezentlyke Bortlel Rupfen waren. Den 30 Augustus
vervelden Zy voor de Vyfdemaal, dus E lf Dagen na dat zulks voor
de Vierdemaal gefchied w as , naar deze Vyfde en laatfte Vervelling ,
groeiden Zy nog tot aan den ro September , als wanneer de Eerste van
Hun zich mfpori , dus ik hier uit zag , dat Zy nu volwasfen waren.
Eene dergelyke volwasfene Rups hebbe afgebeeld by Fig. 5. aan Fig. 5 .
dewelke men nu duidelyk z ie t , dat derzelver Hairen niet als in ’ s
w ild, over het geheele L y f , maar by Bosjes geplaatst zitten.
4 .
Den 10 September gelyk ik reeds gezegd hebbe, fpon de Eersta
zich in en wel tusfchen de Eike Bladen waarop Zy als Rupfen geweest
hadden, de volgende Dagen gefchiede zulks ook door de overigen
naar V y f Dagen nog als Rups onveranderd ’er in geweest te
zyn wierd de Eerst ingefponnene een Popje, van Gedaante groote en
kleur als by Fig. 6. te zien is. De kleur van dezelven was in Fig. ff,
Natura, ruim zo zwart en zeer fterk glanzende, doch ’t welk zich
in de Afbeelding niet zo goed laat vertoonen , als zulks wel in ’c
keven zelfs te zien is. Deze Popjes bleeven by my van ’c midden der
Maand September a f , tot de daaraan volgende Maand April to e , dus den
geheelen Winter over leggen en in ’ t leeven. Weinig zal men het zien ,
dat Rupfen welken als Poppen overwinteren moeten, zich tusfchen
de Bladen van het Een o f Ander Gewas infpiHnen , zekerlyk om
deze Reedenen dewyl de Bladen in den Winter afvallende , op den
Grond der Verderving blootgelteld zyn , waardoor dus ook zeer lig t,
het daar in befloten zynde onweerbare Popje o f P o p , insgelyks verrotten
o f op eenige andere wyze omkomen kan , dus zoude ik liever
van Gedachten wezen , dat myne Rupsjes welken zich tusfchen de
Bladen infponnen , zulks gedaan hebben, niet volgens Hun in flina g
o f ingefchapene N atu u r-W e t, maar wel door Gebrek van betere
Geleegendheid en dat Zy anders in de Vryheid zynde, liever Scheuren
o f Reeten in de Boomen o f andere vast blyvende Schuilplaatzen verkiezen
en gebruiken , om in dezelven als Poppen te overwinteren,
dan Bladen.