4<S> N A C H T - V L I N D E R S
S- 2.
Door de vriendelykheid van eenen zekeren Liefhebber, wiens gene-
gendheid my altoos van waarde i s , ben ik het eerft machtig geworden
de Eieren van deze foort; zyn Edele namentlyk had de goedheid my
een paar Vlinders, Mannetje en Wyfje zynde , te verderen ; dezen
zettede ik by elkander om te paaren, ’t welk zy ook deeden; en ziet
l ik was tuffchen den 8 en 9 M a y , dat het W y fje 94 Eieren gelegd--)
hadde en vervolgens nog meer, uit welke eerft gelegde Eieren den 27
der gemelde Maand de jonge Rupsjes kwamen, komende uit de later
gelegde Eieren ook de Rupsjes eenige dagen naderhand te voorfchyn,
Tab X op Tab. X. by fig. 1 . hebbe ik twee Hoopjes Eieren afgebeeld , het
.Ra. i . eene blaauwachtig en het andere naar ’ t bruine trekkende, welke laat- .
' fte koleur zy verkrygen niet lang voor het uitkoomen der Rupsjes ;
wanneer men d,eeze Eieren vergelykt met de afbeelding die. ’er de
Heer Röfel van gegeeven heeft in zyn i ftj D e e l, in de tweede Clasfe
der Nacht-Vlinders Tab. V . fig. 1 5 . zal men een merkelyk onderfcheid
gewaar worden; en ’ t komt my voor, dat,men dien Heer o f verkeerde
Eieren heeft ter hand gefteld, o f dat'zyn Ed. door vergisfing, Eieren
van eenen. anderen^ Vlinder zynde, heeft afgeteekend, inmeening dat
dezelven.; van dezen Vlinder waareu.'
$■ 3-
Jrg. 2. By fig. 2. ziet men een paar jonge eerft uit het Ei gekoomene
Rupsjes, zynde haare koleur tot aan de eerfte. vervelling -zwart, doch
zo dra deeze eerfte vervelling gefchied was', warén de Hoofdjes g e e l,
maar werden kort daarna zwa rt, gelyk ook de Rupsjes zelfs nog na
deeze vervelling zwart bleeven, behalven dat de knopjes nu een geele
koleur hadden en zich veel zichtbaarder vertoonden, ’t welk men ook
reeds kort voor de vervelling waarnam, zodat ’er na de eerfte vervelling,
geen merkelyk onderfcheid in koleur en hoedanigheid aan deezg,
Tig. 3. Rupsjes te vinden was ; echter hebbe ik by Fig. 3. een Rupsje , de*
eerftemaal verveld zynde afgeteekend; deeze eerfte vervelling gefchiede
den 12 Tuny. Men kan deeze foort Rupfen niet in allen deele onder
de Gezelligen, ook niet volkoomen onder deEenzaamen reekenen, de-',
wyl het W y fje haare Eieren niet enkeld, maar hy Schooien van twintig
o f dertig ftuks by elkander le g d , dus hierin gelyk zynde aan de
gezellige foor ten; de Rupsjes daarentegen houden zich niet by elkander,
maar verfpreiden zich ten eerften op het Boom- o f Heefter Ge-
wasch, waarop zy als Eieren gelegd waren, dus hierin overeenkomende
met de Eenfaamen; den 22 Juny vervelden zy ten tweedenmaale
doch voor deeze tweede vervelling, waren de Ringetjes meest geef
geworden en de knopjes daar op zwart, doch na de vervelling waren
ze geheel g e e l, en in de tusfchenfpaatsjes fmalle zwarte ftreepen ,' de'
knopknopjes
zwart met gryze hairen, en de Hoofdjes te yooren zwart ge-
weeft zynde, waren nu gefigureerd geworden. By F ig 4 , ziet men fig. 4.
een dergelyk Rupsje, tweemaal verveld zynde, afgebeeld; den 27 der-
zei ver Maand, dus maar 5 dagen na de tweede vervelling, gefchiede
zulks voor de derdemaal; de knopjes waren nu op zommigen w it,
op anderen geel, en nog op anderen vleefchkoleurig o f rosachtig; zommigen
hadden nu zwarte Banden over de Ringen, en op deeze Ban-
den zaten bovengenoemde Knopjes. De jd e Eig hebbe ik geteekend fig- J .
naar eene Rups, welke reeds driemaal verveld was. In ’ t begin van
Tuly vervelden ze voor de vierde en. laatftemaal, vertoonende zich daarna
als by Fig 6 en 7. welke laatfte Fig. tegelyk ook eene geheel vol Rgö.7.
wasfene Rups verbeeld; na deeze vierde vervelling waren de luchtgaatjes
oranjekoleurig o f byna rood, -de grondkoleur Fchoon groen
over het geueele Die r, het Hoofd en Pooten daar onder begreepen,
behalven de voorfte 6 fpitze Pooten o f Klaauwen welken bruin waren,
de meeften hadden zwarte Banden over de Ringen; de Knopjes
daarentegen waren op zommigen g e e l, arderen rood, nog anderen
paarfch. Wat bet voedzel dezer Rupfen betreft, zo beftaat hetzelve
myns weetens uit geene andere Gewasfen dan uit Heide, als waarop
ik niet alleen twee Schooien Eieren gevonden hebbe, maar zelfs ook
op eenen dag 26 Rupfen van onderfcheide groote en ouderdom, ins-
gelyks zyn voor hun de Eeke en Willige Bladen, ook een alleraange-
naamft voedzel, op het eerftgemelde vind men de Rupfen ook w e l,
en ik twyffel byna n i e t ,'o f de Vlinders zullen hunne Eieren op de
Eeke Boomen ook wel leggen, doch op het laatfte hebbe ik ze nimmer
gevonden, hoewel gelyk gezegd, de Bladen voor hun een aller-
fmaakelykft voedzel zyn, en welken hun ook zeer wel bekoomen.
5-4.
De infpinning dezer Rupfen gefchiede van de geenen, welken het
vroegst volwasfen waren in ’ t midden der Maand Ju ly, verkiezende
daattoe onderfcheidene geleegendheeden u it, zommigen deeden hetzelve
in eenen Hoek van de Vlugt, in welken ik hun hadde groot g e fok t,
anderen integendeel begaaven zich tusfeben de Takjes der Heide, wel
ker Blaadjes, zy afgevreeten hadden, zynde een dergelyk Spinzel afgeteekend
op Tab. XI. by Fig. 8. Verwonderlyk heeft de Almach- T a \X l
fige het vermoogen van dit Dier gemaakt, in het vervaardigen van des- big. 8.
zelfs Spinzel o f Winter verblyf, want dit is door dé Rups aan het boveneinde
zodanig toegèfteld, dat hetzelve door den uit'zyne Pop komenden
Vlinder, van binnen naar buiten kan opengeftooten worden, en
de Vlinder’er uit zynde, fluit het zich door zyne veerkragt van zelfs
wederom toe en wel zodanig, dat men byna niet zien kan dat de
Vlinder ’er uit is , zynde dit door den Heer Rafel, zeer omftandig
k 2 be