NEDERLANDSCHE INSECTEN
B E SCU R E EV EN EN A FG EB E E LD .
E E R S T E S T U K .
T W E E D E V E R H A N D E L I N G
O V E R D E
D A G-V L I N D E R S
van de E e r s t e B e n d e .
D e V L I N D E R de Kleine A U R E L I A
Tab. I L
§. I .
H
Elyk het Spreekwoord: omne rarum cbarum, alles wat raar is houd
men in Waarde, uit-de Ondervinding geboren is,; zo word ook
door dezelve het Tegendeel niet minder bewaarheid, want het
is overbekend , dat men hetgeen weinig acht , wat zonder
veel Moeite en by Menigte kan verkreegen worden. In ’t zelfde. Geval
is onze tegenwoordige Vlinder; deze, fehoon in der Daad zeer fraai zyn-
de komt byna in geene Aanmerking, en wel alleen daarom., wyl men
hem taarlyks in Overvloed vind; doch, naar myn Oordeel, verdiend hy
wel dubbeld, wegens zyne fraaye Tekening en Couleuren, eene Plaats m
de Verzamelingen zo wel, als Befchryvingen der Infeóten.
§• a.
Deze Vlinder, uit eene Doren - Rups voortkomende en derhalven met
den NommirWIindcr, dien ik in de vorige, of eerde Verhandeling van dit
Stuk befchreef, onder eenerlei Geflacht en Bende behorende, heeft met
denzelven ook genoegzaam in alle de overige Eigenfchappen veel Over-
eenkomft gevolgelyk zal ik deze Verhandeling merkelyk konnen verkorten
Het zaaklykfte, waarin deze twee Inlecfen van elkander ver-
fchillen, beftaat, buiten en behalven het Onderfcheid in de Tekeningen