groenachtig, en wel hbe langer hoe groener. Na dus 5 o f d Dagen oud
geworden zynde, vervelden ze den i4den en i5den July voor de eerfle
Maal; na deze Vervelling, 'gelyk ook na de volgenden en tot het laatfte
to e , bleef het Hoofd dier Rupfen ovaalrond, daar in tegendeel dat van
de gehakkelde en Paauwoog-Pylftaart-Rupfen voorts na de eerfle Vervelling
byna driekantig en bovenop puntig word, en die Gedaante door alle
Vervellingen behoud. Den 2often en 2 1 den dito vervelden .ze voor de
tweede Maal; den 26ften en 27ften voor de derde Maal. Na deze V e r velling
kwam de zwarte Kring om het Hoofd, en de paarsfe Couleur aan
de fchüinfche witte Streepen, die voorheen geheel wit waren, te voor-
fehyn. Zodanig eene driemaal vervelde Rups hebbe ik in hare natuurlyke
4. Grootte, Gedaante, Teekening en Couleur by Fig. 4. afgebeeld, en wel
in den Sphinxfchen Stand, dien deze Soort van Rupfen, in Ruft zynde,
gemeenlyk aanneemt; weshalven de Ligufter-Pylftaart-Rups by de meefte
Riefhebbers de Sphinx genoemd word, hoewel ook zommige Schryvers
aan alle Pylftaarten doorgaans dien Naam gegeeven hebben , met Byvoe-
ging der Benaming, van ’ t Gewas, daar ze op gevonden worden, o f van
een’ andere byzondere Eigenfchap; dus heet, by Voorbeeld, de gehakkelde
, o f Populier-Pylftaart, Sphinx populi; de Paauwoog-Pylftaart,
Sphinx ocellata; de Ligufter Pylftaart, Sphinx ligujbri; de Winde-Pylftaart,
Sphinx convolvuli; de Wolfsmelk Pylftaart, anders de bonte Oliphant,
Sphinx efulee; de Jasmyn- o f Doodshoofd-Pylftaart, Sphinx Atropos, enz,
om dat de ruftende Stand van alle Pylftaart-Rupfen vry wel, doch die van
de Ligufter Pylftaart-Rups inzonderheid en allermeeft naar de Sphinxfche
Gedaante gelykt. Den-eden,en $den Auguft vervelden onze Rupfen voor
de vierde en laatfte Maal, en bleeven vervolgens nog aan ’t eeten en groei-'
jen tot den i3den en i4den dito, toen waren ze volwaffen, en, in Bevvee-
ging zynde, o f kruipende, vertoonden rze zich van Gedaante, Grootte,
j.Couleur en Teekening, gelyk men hier eene by Fig. 5. naauwkeurigafgedeeld
ziet.
1 4.
Omtrent dien Tyd begaven ze zich in de Aarde, om hare eerfle Ge-
daantewiffeling te ondergaan, o f in Popjes te veranderen. Doch eer ik
hiervan verder Gewag make, moet ik vooraf verhaalén, dat ik aan eene
dezer Rupfen een’ merkwaardigen Errorem naturce, o ï Misflag der.Natuur
waargenomen hebbe, die, zo niet nimmer, ten minflen zeer zelden onder
dergelyke Diertjes gebeurd. Deze Rups was maar eerfl twee Maal
verveld , gevolglyk nog jong en klein, en had dus op verre na nog
niet de vereifchte Hoedanigheid tot ’t veranderen in eene P o p , des
niettegenftaande begon ■ ze zeer onruftig, te worden, klouterde van ’t
Boompje a f, ging aan ’t loopen, of. kroop gedurig in ’t rond, gelyk
deze Rupfen altoos, eer ze in de Aarde gaan, om in Popjes te veranderen,
dergelyke Beweeging maken, en, als ware.het, eene bekwaame
Plaats daartoe zoeken ; deze Rups deed mede z o , en kroop eindelyk
in de Aa rde ; doch vermits ik oumogelyk kon geloven, dat het haar
rechte
rechte Ernft zoude z yn , om van Gedaante te verwiflelen, alsftrydig tegen
■ den gewoonen Loop der Natuur in dit Geval', zo ftoorde ik ze meer dan
■ eens in dat Voornemen en plaatsde ze telkens weder op het Boompje, maar
het was vergeeffeh, ze vluchtede ten eerflen yan daar weder w eg, en begaf
zich in de Aarde; dk liet ze dan eindelyk begaan en was zeer nieuwsgierig
om te zien, wat ’er van worden zoude. Eenige Dagen dan gewacht
.hebbende zocht ik ze in de Aarde op , en ziet! ze was in der Daad een
Popje geworden, doch wel een vierde Part kleiner, dan eene ordinaire I i -
.gufler-Pop ; ik had wel gewenfcht, dat uit dit Popje ook een Vlinder te
■ voorfchyn gekomen was, maar het gebeurde niet, want hetzelve buiten dat
reeds eenigzins kreupel zynde verdroogde eerlang geheel en ,al. Van deze
ongeregelde kome ik wederom tot de geregelde eerfle Gedaantewifleling
van ons Infefil, o f tot de Verandering der Rups in eene Pop. Ik hebbe
voorheen gemeld, dat deze Rupfen omtrent het Midden van Auguftus haar’
vollen Wasdom berèikt hadden;het was dan ookomdieStreek, datdeee-
ne na de andere zich gereed maakte tot het ondergaan dezer Verandering j
ze lufteden geen Voedzel meer, klommen van ’ t Boompje a f, waren gefta-
dig doende met kruipen en, gelyk het fcheen, met zoeken naar eene bekwaame
Plaats, om zich aldaar, als ware het,.eene Grafftede te bereiden,
ten einde in dezelve het aardfche Beeld, de Worms-Gedaante, afteleggen,
en over eenigen Tyd wederom als verwondetlyk fraaie Schepzels te verry-
fen en zodanig zich, ter Verheerlyking des Scheppers ,aan den Menfch te
vertoonen. Midlerwyle dat de Rupfen dus aan ’t kruipen en zoeken waren,'
verboren ge allengs hare fchoone Couleur, werden vuil en morfig en
over ’ t geheéle Lichaam vo g tig , en fcheénen als met een Angft-Zweetbe-
vangen te zyn, zommige bragten in die Omftandigheid wel een’ geheelen
D a g , ja wel twee Dagen, door, met anderen integendeel duurde het z ®
lange niet; ten laatften kropen ze in de Aarde, daar elke voor zich in ’t
byzonder een Hol maakte en in hetzelve tot eene Pop veranderde, op dezelfde
Manier en in allen Deele even eens,gelyk de Gehakkelde en Pauw-
oog-Pylflaart-Rupfen, welker 'Verandering ik in de eerfle en tweede Verhandeling
van ’t derde Stuk breedvoerig 'befehreven hebhe.
$• 5-
De Gedaante, Grootte en Couleur van eene Ligufter-Pylftaart-Pop zien
w y op de tegenwoordige I F . Plaat by Fig. I. Dezelve is van eene aan- PI. IV.
merkelyke Grootte, vermits dit InfeQ.in den vorigen, o f Rupfenftaat zo Eg. 1.
wel, als naderhand in den Staat van Vlinder, een,der grootflen hier te
Lande is. Deze .Poppen bleven van toen a f in de Aarde den geheelen Win-
Ter over en tot in Juny daaraanvolgende leggen, zo lange duurd ordinair en
volgens den gewoonen Loop der Natuur haar onderaardfeh Verblyf in de
opgemelde Holen; nochtans gebeurd het w el, echter maar zelden, dat
eene o f meer van deze Poppen ,-en wel van dezelfde T e e ld , nog een geheel
Jaar langer leggen blyven, gevolglyk na genoeg twee Jaaren in dien
Staat doorbrengen, en dat alsdan eerfl de Vlinders daaruit te voorfchyn ko-
(E ) men.