deezen Naam niet a f , integendeel geeft men deeze Vlinder aldaar op-
veele Plaatzen den Naam van Blaue Ordrn band, dewyl het aldaar
minder in gebruik i s , de Kinderen in de Weeshuizen opgevoed
wordende, met eene Rood e, Blaauwe, Geele o f andere Unifom te
kleeden dan h ie r , integendeel de Linten aan welken de Orden
Teekens gedraagen worden , doorgaands van eene Blaauwe, Koode,
Geele, ö f andere kleur zyn , en de Blaauwe o f Paarsachtige Tee-
kening in de onder Vlerken der tegenwoordige Vlinders, zeer veel'
naar een Lint o f Band gelykt, zo dunkt my is de eerfte gedachte Naam
van Blau Ordens Band , gantsch niet oneigen , echter zal ik by den
Naatn van Blaauwe Weeskind blyven , om dat dit fraaije In ftc l, by>
dezen Naam, ten minftea hier te Lande, zeer wel bekend is.
$• 2.
Reeds zedert al dien T y d , ’ t welk verfcheidene Jaaren z yn , in1
de welken ik aan de Infeéten Liefhebbery , of Entmologifche ftudie
geweest ben, is altoos myn zoeken naar het tegenwoordig voorwerp-
of deszelfs - Eieren, te vergeefs geweeft, maar eindelyk is het my gelukt,
door de goedheid van den Wel Edelen Geftr. Heere, Mr. Cor-
ndis van Lennep, Schepen en Raad der Stad Amfterdam, de Huishouding
van dit fraaije en raare In ft cl magtig te' worden, ’ t ia dus
niet meer als billyk, dat ik royne dankbaarheid en erkentenis hiervoor
opentlyk betuige.
1 1
’T was in de Maand Oétober des voorlèdenen Jaars 1 7 8 1 , dat ik
van gemelden Heere ten Gefchenke kreeg 30 a 40 Eieren , welken
gelegd waaren door een o f meerder Blaauwe Weeskind W y fje s ,
want van deze fchoone Vlinde rs, had zyn Wel Edel Geflrenge op
deszelfs Hoffteede , ’t Huis te Mannepad, geleegen buiten Haarlem,
1 3 fluks gevangen in het midden en einde der Maand September,
om nu hier van waare het mogelyk, bevruchte Eieren te bekoomen, en
dus de verdere Huishouding te kunnen waarneemen, zo plaatfte deeze
waare Liefhebber en Onderzoeker der Natuurlyke Hiftorie, alle deeze
Vlinders by elkander in eene groote V lu gt, en ziet het Gevolg was,
dat
dat in genoemde V lu g t, gevonden wierden den 23 September 18 Eieren,
den 24 nog 2 0 , den 25 nog 1 7 , den 26 nog 1 2 , en ’t welk dus voortduurde
tot aan den 7 Odtober, als wanneer alle de by elkander geweest
zynde. Vlinders geftorven waaren, van dezen bevond men toen
in ’ t geheel gelegd te zyn 1 4 j Eieren, allen enkeld, dus een bewys
dat dezelven niet by Schooien gelegd worden, o f deeze Vlinders zich,
nög in de vryheid zynde, reeds ontlast hadden van yeele Eieren, is
niet wel te bepaalen, maar echter wel te denken, dewyl het anders
een al te klyn getal Eieren zoude geweest z yn , voor meer dan een
Wyfjes Vlinder, en dat ’er ten minden twee, z-oniet meerder Wyfjes-
bygtweest hebben , kan ik niet volle zekerheid bepaalen , dewyl my
door bovengenoemden Heere , twee Wy fje s Vlinders ter Hand gefield
zyn, uit welker L y v en , na dat dezelven door my opengefneeden
waaren, ik nog zeer veele Eieren uitgenomen hebbe, doch die allen
verdroogd zyn, daar integendeel de door de Vlinder o f Vlinders zelfs-
gelegde Eieren, den geheelen Winter door leggen bleven, zonder inte-
droogen, welk indroogeh, daarentegen onbevrugte Eieren, wanneer dezelven
eenigen tyd leggen blyven,doorgaands doen,dit verfterkte my der-
halven in myneHope,dat namentlyk dezelven, door gepaard geweest zynde
Vlinders, zouden gelegd weezen, ’t geen dan ook de uit-komst beantwoord
heeft, waarheid te zyn, want den geheelen Winter en V o o r ja # 1
door, tot in het midden der Maand M ay , van ’ t Jaar 1 7 8 2 , bleven
deze Eieren onveranderlyk van gedaante en kleur, gelyk ik een derzel-
ven op Tab. X V l ll. by Tig. 1 . hebbe afgebeeld in deszelfs Natuurlyke^™^ .
grootte , daarentegen by Tig. 2. zo als het zelve zich door het Mi- p . ‘
eroscoop vertoond. Den 20 en 2 1 May, begon ik aan zommigen eenige 1. a.
verandering te beïpeuren, zy wierden namentlyk lichter van kleur, de
geelachtig witte Band, welken alle deze Eieren rondom zich , doch
afgebroken niet regelmatig doorlopende hadden, werd fiaauwer en over
’ s geheel, veranderde het bruine en.blaauwadnige in vaal w i t , ’ c welk
hoe nader by het uitkoomen hoe fterker wierd, echter behielden dezelven
hier en daar eenige onregelmaatige donkerhedens o f donkere Vlakken
, nog in ’ t onzekere zynde o f deze verandering van kleur eene
voordeelige o f nadeelige verandering was, werd ik op het alleraange-
maamfte verrast, door eenen Brief van meergenoemden Heere, waar