p i s t e s
& «C Cl > <8> 33
NEDERLANDSCHE INSECTEN
BESCHREEVEN EN AFGEBEELD.
E E R S T E S T U K .
I K S S ï S S S i S l S S S t S S S S S S K S i S i S S S S t S S « ; ® » » ® ® ® : » ®
Z E S D E V E R H A N D E L I N G
O V E R D E
D A G - V L I N D E R S
van de E e r s t e B e n d e .
De Vliader het B O N T E Z A N D - O O G J E ,
Tab, VI.
5. 1
a
ermits ik dezen Vlinder in onze Landltreek nooit had zien vlie*
gen o f anderszins ontmoet, niettegenflaande ik nevens my4
nen Zoon de Infecten Liefhebbery nu reeds twintig Jaareh
geoeffend hebbe, en w y , om dergelyke Voorwerpen van
Vermaak en Verwondering optezoeken, wel dikwils naar buiten geweeit
z yn ; zo heeft dit Infeét altoos als uitlandfch by my te boek geftaan, tot
in ’t Jaar 1768 , wanneer ik van het Tegendeel overtuigd werd. On-
dertuffchen mag men dien Vlinder billyk onder de. raare inlandfche Dagvlinders
rekenen, om dat hy, als even gemeld, zeer zelden te voor-
fchyn komt en ook in geen der Werken, die over de Nederlandfche
InfeSen gefchreeven en uitgegeeven z yn , gevonden word; het is my
derhalven zo veel te liever, dat ik thans wederom de Afbeelding en Be-
fchryving van een nog weinig hakend Voorwerp mynen geè'erden Le-
zeren kan mededeelen.
De zonderlinge Geneegenheid en Vriendfchap van zekeren voornaa-
men Liefhebber, dien ik hier opentlyk myne Verplichting betuige,
heeft my in ftaat gefteld, dat ik de geheele Hiftorie o f Huishouding van
dit Infeét ben machtig geworden. Zyn Wel Ed: had buiten Naarden op G ‘ * ■ Craair
h