€■ < © > & r i
NEDERLANDSCHE INSECTEN
BESCHREEVEN EN AFGEBEELD.
V I E R D E S T U K .
D E R D E V E R H A N D E L I N G
O V E R DE
N A C H T -V L I N D E R S
van ’t Tweede Gezin der E e r s t e B e n d e .
De G O U D L A K E N S - V L IN D E R ,
Tab. U I .
S- ia
eti heeft aan dit cierlyk Infect den Naam van GouiMens-TTmdef
gegeven, om Reden, dat het met de zogenaamde Goudlakens-
Hoenders in den eerften Opflag eenige Overeenkom!!: in Couleur
en Gevlaktheid fchynd te hebben. Mogelyk zullen véele
Liefhebbers dezen Vlinder nog niet kennen , ten minften niet naar zyné
Afkomfte; ik twyffele niet, of het zal hun derhalven aangenaam zyn,
dat ik deszelfs Hiftorie tot Onderwerp der tegenwoordige Verhandeling
verkozen hebbe. Op de volgende Manier ben ik achter de geheele
Huishouding van. dit Infefit gekomen: , . , _
In ’ t laatft van Juny 1760 nevens mynen Zoon eens buiten de Stad bezig
zynde met het Opzoeken van Infeéten, ontdekte hy in den Stronk of
Stam van eenenKliiïe-Struik eenige ronde Gaten, welken ons deden gis-
fen dat ze door zekere Infeften gemaakt, en dezen mogelyk zelfs er binnen
in moeflen verborgen zyn, hy fneed dien Stronk a f , maar hoe ongelukkig
en nochtans gelukkig was dezeSneede! want ze ging teffens midden
door eene Rups heen, dit fpeet ons zekerlyk niet weinig B de Blyd-
fchap echter over deze nieuwe Ontdekking deed ons wel ras dit Verlies
vergeeten en zo veel te yveriger naar meer van diergelyke Klmfenaars (ot
wiWk ze Merg-Eeters noemen?) zoeken, gelyk wy dan ook dien Dag
nog 5 van deze Rupfen binnen in de KlilTeStronken vonden, ze waren
alle volwaifen; wy droegen Z o rg , dat we ze in hare Woningen nietftoor-
den en bragten ze dus behouden te Huis, doch van deze 5 was er maar
H
*£
1 II
' i i
1