allooi, en dus buiten kijf de munt van vier grooten, geslagen op een gehalte
van tien penningen Koningszilver (T853535) , vermeld in onze Bijlage Antwerpen A;
verder gingen er 80 in een Trooisch mark.
Vz. Twee naar elkander gekeerde zittende leenwen op eene soort van vloer;
te midden van deze ziet men van. boven een vuurstaal, en daaronder eenige von-
ken, die uit den steen springen.
■X« IJEROlJ 8 DSI 8 enZ. even als op de vorige munt..
Kz. Het Hertogelijk wapenschild, rüstende op een in bloemen emdigend
kruis, alles binnen een pareldrkel gevat.
SEIiW 8 FEG 8 PPLÍB 8 TW 8 DBS. E° 14A4.
Dit gezegde : Heer behoed Uw voilk, is van David, en nit de Vulgata verta-
ling der Heilige Schrift (Psalm XXVH, I e gedeelte van vers 9) ontleend. Zoo
ook het vroegere : benedic hereditati tue (voor tuae), zegen uwe erfenis [o Heer] »
gelijk wij reeds opgaven, aan het' 28 gedeelte van dat vers.
Afgebeeld bij den d u v t s, PL 12; N(. 80.
Men vindt ze ook nog van dejaren 1475, 1476 en 1477. Z. weegt 2,9 w.
Se rru r e schatte in 1847 de zeldzaamheid der exemplaren vani 1474 op R4,
die der overige jaren op R1.
Van 10 December 1474 tot 23 Maart 1475 werden er van doze muntsoort
in de -Antwerpsche Munt, op een gehalte van 10 penn, en 80 nit een mark,
vervaardigd 2,057,560 stuks; van 23 Maart 1475 tot 17 October 1476, en verder
wederom tot den laatsten Januarij 1477, nog 1,555,340 stuks; verder, volgens
eene tweede rekening, nog 351,275 stüks; dus in ’t geheel 3,964,175.
N’. 8 schijnt een groot of halve stuiver geweest te zijn.
Vz. De voorste helft van eenen liggenden leeuw met uitgestoken tong. De
staart is op het midden des lijfs in de hoogte geheven. De beide voorpooten
zijn duidelijk zigtbaar.
>fr I$EROIi 8 DI ; GRE ; DH 8 BG 8 BRE 8 Z 8 M §
Kz. Een.kruis, dat in bloemen eindigt, in een parelcirkeL
¡fr BSBSDIG 8 E IE 8 SBSE § DBO 8 E" 8.14A5.
d. i. Loof, mijne ziel, den Heer, ontleend aan Psalm CHI, vers 1 en 2.
Z. wéegt 1,9 w.
Afgebeeld, doch zoo goed als onherkenbaar, bij a l k e m a d e , Pl. XXXIV*,
N*. 7. Wij beeldden onze munt af naar het exemplaar in het Koninklijk Kabinet te
’s Gravenhage. Berüst ook, doch minder goed bewaard, in onze eigene verzameling.
Van deze inunt, die een gehalte had van 4 penn. (All), en waarvan er 130 op
een mark gingen, wordt in onze Bijlage A van Antwerpen gezegd, dat er tusschen
10 December 1474 en 23 Maart.1475: verwerkt zijn 8,981 marken, 4 oncen, of
1,176,544 stuks; van dien tijd tot 17 October 1476 niet minder dan 5,945 marken,
5 oncen/ 10 engels, of 1,778,884 stüks; van 17 October 1476 tot ult Januarij
1477,1,860mark, 4 oncén,of 143,725 stuks;alzooinhetgeheel3,099,153.
De koperen munten van Karel, twee in getal, worden aldus beschreven op
bl. 248 van het II* deel der Berne Beige;
1°. Een zwarte penning van 11 grein en 17 sols (204 stuks) in de snede
in het márk, loop hebbende voor twee mijten Vlaamsch,
2”. Een andere zwarte penning van 6 grein en 22 sols (264 stüks) in de
snede in het mark, loop hebbende voor ééne mijt Vlaamsch.
N°. 9 is een stuk. van twee mijten, of het zoude niet dat moeten zijn, wat
in de zoo even medegedeelde ordonnantie de N\ 1 der koperen munten is.
Vz. Het ronde wapenschild, dát het Veld der munt geheel vult, met uitzondering
van den rand, waarin staat:
ifr IjEROIiVS ? DSI 8 GRE 8 DVH 8 BG 8 BBEBE 8 MM
Op de kz. ziet men een hoogst eenvoudig vierbéenig kruis, waarop het mede
zeer eenvoudige wapenschild van Leuven.
•fr ÍBOBS I TE 8 BOV | E 8 FEGT j 8 LOVEBI
K. weegt 1,4 w. Is eene vrij zeldzame.munt.
N”. 10. Eene munt van ééne mijt, indien het natnelijk de N“. 2 der ordonnantie
is.
Vz. als voren, doch het omschrift eindigt met . . . . . RE
zoodat Limburg hier niet vermeld wordt.
Kz. Een eenvoudig vierbeenig kruis, waarop het wapenschild van Leuven
binnen een pareleirkeL In den rand staat :
ifr SBOBSTE 8 HOVE 8 FEGTE 8 LOVEB.
K. weegt 9 korrels. Is mede eene zeer zeidzame munt.
22*