
voorzijde verschilt nog al in den vorm der aifbeelding ; gelijk men zien zal. Beide
hebben den zwaar gebaarden Keizer, gekroond en in het harnas, met den
ditbbelen arend op de borst, naar de regterzijde gekeerd. Omschrift:
CAROLVS • D : G ■ ROM • IMP ■ HISP • REX • DVX • BVRG • Z • B
(Boven de M in ROM, en boven de P in IMP en HISP yertoonen zieh
afbrekingsteekens.)
Waama, op N°. 8 , het muntteeken van Antwerpen gezien wordt, terwijl
N°. 9 dat van Maastricht vertoont. ; ,
Op de kz, van beide rust het gekroonde vijfveldige wapensohild op een zeer
versierd,; aan de einden in bloemen eindigend, kruis. Omschrift:
DA ■ MIHI | VIRTVTE (boven welke laatste letter een-afbrekingsteeken). j
CO HOST | ES 1 TVOS. .
Afgeb. onder anderen in de Beeldenaars van 1544, 1548:, 1580 ,15,8® en 1633. *
Z. weegt 23 w. De Maastrichtsche (waarvan slechts een exemplaar meer. be-
kend is, te weten bij den Baron Michiels van Verduynen te Maastricht, afkomstig
uit het Kabinet Westhoff te Amsterdam) weegt .22 .w. 7. k. .......
Te Antwerpen zijn van deze muntsoort geslagen tusschen.
5 Julij 1542 en 23 Augustus 1545, Rekening AAA, 20,293 stuks.
19 October 1545 en 4 October 1546, ——— BBB, niet gemunt. •
4 October 1546 en 20 October 1548; .■ .>■. CGC, 6,441
18 December 1548 en lO Maart 1551,
Stik) Brabant.!' ^ DDD,, 29,884 - . •
24 Maart 1551 en 12 April 1553,----------- EEE, 319,59.7 —
11 (sic) April 1558 en 9 Julij 1555j:---------- 3PPE, 438,780 strrr .:
9 : Julij 1555 en 9 Julij 1558 , -----— GGG, 12,721 —x;!
Te zamen dus slechts 816,423 stuks.
Te Maastricht tusschen
26 Januarij 1549 en 20 Junij 1552, Q, 22,530
22 Decemb. 1552 en 14 0ctob. 155.8 , R, 6,851 <:
Skrbuke schatte de zeldzaamheid van beide de zilveren Karolus-guldens (den
grooten en den zoo dadelijk te beschrijven .kleinen), in l847 op Ü4.
Het was deze muntsoort, naar welke men meer dan twee eeuwen in Nederland
geldsommen berekende, doch dan werd steeds de oorspronkelijke waarde
van den Carolus-gulden, nam.elijk van twintig stuivers, aangenomen. Wanneer
hij, die.de betaling in wezertiijlcß Carolus-guldens bedongen had, daarop in regten
had aangedrongen, zoude hij stukken ontvangen hebben, die eene zilverwaarde
van bijna het dubbel hadden. ■ Zie het boven door ons medegedeelde. Doch
men sprak van en schrCef over Carolus-guldens, zonder de oorspronkelijke stukken
meer te' kennen.
N°. 10 en 11 zijn de afbeeldingen van den Carolus-gulden van den ouden
slag; tot op welk jaar deze geslagen is , is ons onbekend.
Zij verschillen alleen in het muntteeken en in kleinigheden in de stempelsnij-
ding der kcerzijden.
Beide vertoonen op de vz. Karel V’s gekroond boratbeeid naar de regterzijde.
Omschrift: ■> CAROLVS i D S G -ROM »IMP • HISP . REX .
Op de kz. van beiden rust het wapenschild op een gebloemd kruis, boven
hetwelk zieh in den rand van N“. 10 het Antwerpsche en van N". 11 het Maas-
trichtsche müntteekeii vertoont. Omschrift :
DA. MIHI • yiRTVTE (T en E aan een verbonden) • CON % HOSTES
(T en E als in VIRTVTE) • TVOS S
Tot dus verre, voor.zoo veel ons bekend is, nog niet afgebeeld-geworden;
Z. De Maastrichtsche weegt 22,6 w.
Het eenige meer bekende exemplaar van Maastricht berust aldaar bij den
Baron Michiels van Verduynen.
N°. 12 is de vieratuiverspenning, geslagen ingevolge Ordonnantie van den jare
1536. Zij werd met den volksnaam Krabieloar betiteld, doelende op den arend,
die, gelijk wij zoo even zien zullen, op de voorzijde gevonden wordt. — Deze
muntsoort had een gehalte van 7 penn. 10 grein. Er gingen er 40 in de sne-
de, en zij hadden loop voor 8 grooten Vlaamsch.
De munt, die ook voor Viaanderen en Holland geslagen gevonden wordt,
heeft op de vz. den gekroonden, tweekoppigen , als met nimbussen omgeveu
rijksarend binnen twee cirkels, waarvan de buitenste als uit paarlen .begtaat.
Omschrift:
32