
Heylen is ook niet mild in het geven van ophelderingen. Zie hier alles, wat
hij, op bladz. 15 en 16 van zijne Prijsverhandeling, over de munten onder Jan
II geslagen, mededeelt:
//Hoewelhet getal der specien-onder deezen Hertog gemunt vry niet kleyn
u geweest en is, zijn’ er doch weynige der zelve bekend, als onder den ge-
»meenen naem van Groote, luüve Groote, Lovensche of Brabandsche Penmn-
ugen of enkelyk by titel van Brabandfsche, en alle deeze waren zilvere munte.//J
Na nog eenige redeneringen over den kleinen vorm der munten in dezen tijd,
en de opgave dat ze meestal een gehalte van tien penningen, d. i. T§§§, hebben,
zegt Heylen ten slotte: i
//Dit zoo veel belangt de penningen onder Jan den II gemunt , wiens naem
aen weerde wy hier liever opentlyk belyden niet vast te kennen, als die ver-
u metentlyk te boeken.//
Gelukkig heeft de Nederlandsche Numismatiek na de tijden van Heylen groote
vorderingen gemaakt, door den vereenigden arbeid van vele geletterden; ten
gevolge waarvan dan ook de volgende munten aan dezen Hertog toegekend worden,
door ous op de Platen VI, VH, XXXII en XXXIII medegedeeld.
N°. 1, een Sterling, heeft op de vz. eene stadspoort, bestaande uit een rnid-
delstuk met twee torentjes ter zijde; boven den ingang der poort ziet men drie
bolletjes. Sommigen noemen het geheel: een kasteel.
if< • I • DVU: DS • BBTiBHIOTITi
Kz. een kruis, dat het omschrift in vier deelen splitst, terwijl zieh in elke
afdeeling drie penningen of bolletjes vertoonen.
MOB | EW2S | BBV i liEIi'
Z. weegt 1,36 w.
Afgebeeld (doch ininder juist) bij GHEsanreKi, PI. IV, N". 6 ; lelewel
page 37, N”. 1; den duyts , PI. 5, N°. 44.
Volledigheidshalve vermelden wij hier de beide volgende afwijkende lezingen;
1«. een sterling met het opschrift:
°I°nVX:DQ- BB2IB2SßrH2C
H een dito met
* ” I ” DVit: D© • BRZSB2SIOTI
N". 2 is een Sterling van Maastricht.,
Vz. eene stadspoort of kasteel als op N“. 1, doch met drie lelien boven de
drie uitstekende punten, en met’eene cirkelvormige figuur onder de poort.
^ MOBSroS * roR2CI©GW©ß
Kz. een kruis, als op N”. 1, doch met drie bolletjes, en negen ringvormige
figuren tusschen de beenen.
SIG [ NVM | CRV ! GIS
Z. weegt 1,1 wigtje.
Afgebeeld bij ghesquicre , PI. V, N°. 9, en in de Beme Beige, T. II,
PL VII, N°. 9. Serrure geeft in het Cabinet du Prince de Ligne de zeld-
zaamheid op als R3.
Er komen ook exemplaren voor, die op de uitstekende punten op de vz. krui-
sen in plaats van lelien vertoonen.
N “. 3 een zilveren Denier of Penning; van welken sommigen meenen, dat
hij, even als dergelijke volgende, reeds door Jan I zoude geslagen zijn; na de
verovering van Limburg in 1288; en wel omdat er munten met deze type van
den Ltrikschen Bisschop Jan van Viaanderen (1282-—1292) voorkömen.
Vz. gedeeld wapenschild, links de leeuw van Braband, regts die van Limburg,
achter elkander geplaatst.
•OV#- | LIMB | VBGIS;
Op de kz. deelt een kruis (tusschen welks beenen een parelrand met vier
klaverblaadjes,) het veld der munt in vier gelijke deelen.
OVtt I BR2S [ B2IN | IXUS.
Afgebeeld bij lelewel, PI. XX, N”. 4 0 , en bij den duyts, PI. 3 , N°, 33.
Serrure geeft de zeldzaamheid op als R1. Hij vermeldt ook (bladz. 116),
eene varieteit met vier roosjes tusschen de beenen des kruises en deze als R1.
Wij hebben die nader afgebeeld op PI. XXXII, onder N“. 1, en eene andere
varieteit onder N“. 2.
Z. weegt 1,2 w.