
verhooging opgegeven, en zal deze muntsoort niet meer in gerioegzamen getale
voorgekomen zijn, om derzelver prijs te behoeven op te geven.-
De Read van Klips is geslagen op een gehalte van 23 kar. 9f gr. en van 46
stukken in het mark, dus op een gewigt van 3 eng. 15 azen. In de R*TnmiTlg
Antwerpen van 9 Julij 1558 tot 2 Maaxt 1559 wordt zij genoemd de // fynen
h gouden reaal tot drie Karolus gülden of tzestich stuvers ,// doch volgens // de
u toleranchie van den X Nov' 1.1. toegelaeten tot LXVJ stuvers.//
Steeds was de waarde klimmende; in 1559 reeds tot/3.1ö; in 1572 tot
/3-12 of 72 stuivers; in 1576 tot 74 stuivers (volgens Muntrekening TTT,
loopende van 1 September 1575 tot 9 Junij 1576, dus niet juist opgegeven
bij Groebe, bl. 89); in 1579 tot 96 stuivers; in 1581 to t/5 ; in 1590 tot
/5 .6 ; in 1609 to t/5 .18; in 1618 to t/6 .2; in 1621 (wanneer de laatste eva-
iuatie voorkomt) tot / 6.4. Na dien tijd schijnt de munt uit den omloop ge-
raakt te zijn. ■ Wat bet aantal der tot aan de Pacificatie van Gend te Antwerpen
geslagene stukken betreft, er werden vervaardigd
van1 9 Julij 1558 tot 2 Maart 1559,
Stilo Brabant, Rekening HHH, zuiver 149,841 stuks.'
— 6 Maart 1559 tot 6 Julij 1561, —
en tweede busr
— 26 Julij 1561 tot 21 Jan. 1562, —
— 3 Pebr. i561(2)totl Sept. 1562, —
— 2Aug. 1562tot30Maartl564(5),
Stilo Brabant , -—
— 30 April 1564(5) tot 4 Junij 1567, —
— 6 Junij 1567 tot 10 Mei 1569, -—
.— 16 Junij 1569 en 6 Mei 1572, —
— 6 Mei. 1572 tot 26 Aug. 1572, —
— 1 Sept. 1572 tot 1-Sept. 1573, —
. — 18 Sept. 1573 tot. 8 Nov. 1574, —
— 8 Nov. 1574 tot 31 Aug. 1575, —
— 1 Sept. 1575 tot 9 Junij 1576, —
I I I , — 90,769 —
I I I , _ 9,942 —
KKK, 29,353 —
DLL, ■(_ 15,245 —
MMM, — 4,578' —
NNN„ .— 1,682 —
0 0 0 , — 23,115 —
ppp, — 2,096 —
QQQ, — 9,369 —
RRR, — 177 —
SSS, ;niet geslägen.
TTT, — 229 —
Dus te zamen 336,396 stuks.
De vermelding der na dezen tijd in de Hertogdommen Braband en Limburg
geslagene munten laten wij aan bem over, die onzen arbeid tot aan bet jaar
1794 (na welken tijd er van die munten geene meer vervaardigd zijn) zal vervolgen.
Wat de te Maastricht voör 1576 geslagene realen betreft, vinden wij vermeld
in de Muntmeestersrekening van 10 Deo. 1558 tot 20 Junij 1561, Rekening R,
een getal van 39,167 stuks.
Doch in volgende Rekeningen komt deze muntsoort, waarvan wij nimmer een
exemplaar Met het muntteeken van Maastricht entmoet hebhen, niet meer voor.
Onder N°. 3, 4 en 5 deelen wij afbeeldingen van den halven Reaal mede.
Die onder N“. 3, ons-nimmer in het oorspronkelijke voorgekomen, alleen volgens
de afbeelding. in Beeldenaars,
N’. 4 is van grooteren omvang en ook van ouderen Stempel, dan de N“. 5.
Allen hebben op de vz. ’sVorsten, tbans ongekroond, borstbeeld; regts op
de kz. zijn gekroond wapenscbild, doch zonder de keten van het Gulden Vlies
om hetzelye.
N‘. 3 is in omschriften gelijk aan den vroeger beschreven Reaal N“. 1.
N”. 4 heeft op de vz. het muntteeken van Antwerpen onder aan de munt,
tegen het borstbeeld. Omschrift: .
DOMINUS : MICHI: ADIVTOR.
De letters zijn niet alle op de zelfde grootte gesneden. Het omschrift der
kz. luidt:
PHS’. D : G ■ HISP Z REX • DVX • BRAB
N°. 5 heeft veel kleiner middellijn dan N°. 4, en het omschrift luidt thans
op de vz.:
DOMINVS ■ MIHI • ADIVTOR.
Op de kz. Staat:
PHS ■ D : G • HISP Z REX • DVX • BRA •
Afgebeeld in onderscheidene Beeldenaars der zestiende en zeventiende eeuwen.
Ons is later uit de vond te Alkmaar, Mei 1850, een exemplaar in handen
gekomen, op hetwelk zieh, achter ’sVorsten beeldtenis, op het veld der munt
de letter. B vertoont, terwijl onder de beeldtenis eene lebe (muntteeken van
Rijssel?) gezien wordt. Dat exemplaar, welks kz. niet verschilt van de boven