
Vz. Het wapenschild der Hertogin in een versiersel van zes bogen. In
de inspringende hoeken zes bolletjes, alles in een parelcirkel.
MORSIUK I ROVK * PIIiPORDSRS.
Kz. Een eenvoudig kruis met vier gelijké beenen. Tusschen die beenen :
D V » C'
d. i. in het middeleeuwsch Latijn eene verkorting van:
Duæcissa voor Bucissa.
Alles in een parelcirkeL Verder in den buitenrand:
►p. IOijKRK ô DSI 8 GR77 % BRKB2OTI© :
waarachter dan gevoegd moet worden het vroegere ducissa.
Afgebeeld bij oHEsaniènE/Pl. V, N”. 3; den d u t t s , PI. 9, N". 66; Berne
Belge, T. H, Pl. Ill van 1844, N’. 8.
Z. weegt- 4 w.
Serbtjke schatte deze munt in 1847 als van R4.
N". 13. Een halve Vilvoordsche groot met de 4 leeuwen.
Deze is in type en omschriften gelijk aan de vorige munt; alleen ziet men
v i e r bolletjes aan de vier uiteindén des kruises.
Afgebeeld bij den d u t t s , PI, 9, N”. ,67; Berne Belge, T. I I , Pl. III van
1844, N”. 9.
Z. weegt 2 w. ,
N”. 14. Een vief-de dito; misschien in der tijd genoemd geweest labbag,
d. i. volgens l»li««n het zelfde als braspenning; eene munt, waarvoor men zieh
eenen goeden (geenen overdadigen) disch konde verschaffen. Zie. verder Willems,
Mengelingen van Vaderlandschén inlumd, bl. 342 in de noot.
Misschien ook was dit muntje, of wel het volgende , een prixken oîpriesken.
Zie Willems, bl. 343 in de noot.
Mogelijk eindelijk was het een faulgie, naar aanleiding van het bij Heylen,
bl. 23, eerste regel, vermelde.
Type en opschriften zijn als van de vorige munt.
Afgebeeld in de Berne Belge, T. II, Pl. Ill van 1844, Ѱ. 10..
Z. weegt 1 w.
Is buitengewoon zeldzaam; tot heden zijn, voor zoo verre wij weten, slechts
zeer enkele exemplaren bekend.
N°. 15. Een klein biljoen muntje, waarvan slechts één evernplnar tot dus
verse bekend is. Dat exemplaar is zeer beschadigd. Wij kunnen dus de opschriften
niet volledig mededeelen.
De vz. bevat het wapenschild der Hertogin in een parelcirkel. Van het omschrift
is alleen zigtbaar:
: . . . BRKBKß . .
Op de kz. reikt een gelijkbeenig kruis met deszelfs uiteinden tot aan den buitenrand
der munt. Tusschen die beenen ziet men weder de letters :
D V « G
Van het opschrift is alleen leesbaar:
MOR I erpjî S D I VC S IO I íjK . .
Afgebeeld in de Berne Belgel T. II, Pl. Ill van 1844, N”. 11:
Biljoen. Te veel afgesleten om de wigt te kunnen opgeven.
Zoude dit ook de vMechuyt kunnen zijn (achtstê groot?), vermeld boven bl
94, volgens het door Heylen medegedeelde ?
N”.t:16. Eene munt, door den Heer ev era er ts , T. II van de Berne Belge,
p. 288, groot genaamd, hoewel dezetve van koper is.
Vz. Het wapenschild der Hertogin (gekwartileerd Braband en Limburg) in
een versiersel, dat uit vier bogen bestàat. In de inspringende hoeken vierbloem-
sieraden; gezamenlijk in een parelcirkel.
ìRORSTK (hier ontbreekt een stuk ; waarschijnlijk ■ S ROVK S)
BRKBKRIPI©. ° ■ . ° ■
Kz. Een klein versierd kruis van den vorm der Karolingsche in een parelcirkel;
om hetzelve twee reijen opschriften: In den binnenrand staat: '
IO' DSI. GRK • DVß - BRKB'
In den buitenrand:
% BRD (iß ! SUB • R) OSR© i DRI ! RRH I^V 1 »PI,
Afgebeeld in de Berne Belge, T. II, Pl. IV van 1844, N". 20.
Wordt opgegeven te zijn van koper, waarschijnlijk echter koper biljoen én
veniherd geweest, of zoude het eene proef hebben kunnen zijn?