En in den buitensten rand:
* BOTty i BR2ÏB' î Z | liSMB' f iRTSRGpIO * S2ÏGRI # IMP
Z. weegt 3,8 w.
En N”. 5. Vz. twee wapenschildjes nevens elkander; op N“. 1 een tweestaar-
tige, op N". 2 een eenstaartige leeuw. Boven en onder de wapenschildjes eene
zespuntige ster, alles binnen een pareleirkel. Omschrift :
* BOEM ” W « DEI • GR27 ° IlV « DVX
Kz. een Karolingisch kruis, tusschen welks beenen vier sterren als op de
voorzijde, in een parelrand. Omschrift; >î< I/OTIjR ” BR77B• ET ■ IiIHB
Z. weegt 1,1 w.
N°. 7 en 8, zijn de dusgenaamde Brijmannen. De naamsoorsprong is ons
onbekend ; TGhap.n noch zijn latere uitgever Van Hasselt geven geene opheldering,
Kan het op brij (spijs) doelen, als de latere Braspenning ?
Omirent de vervaardiging lezen wij in den Muntbrief van 1381 :
» Voirt hebben wy onsen voirsc. muntmeesteren georloeft ende volcomen macht
// gegeven te slaen ende te doen slaen in onser voirsc, munte te Tricht silveren
»penninge, die heiten sullen brymannen. Ende sullen geteikent [zyn] in d’een
//side mit enen dobbelen cruse, ende onser beider name in die circonferentie van
//eher siden, ende d’ander siden sal staen gemmit (sic) ende een beeide gewa-
//pent, hebbende in die rechte hant een sweert ende in die slinke hant enen
// schilt verwapent mitten vier leeuwen van onser wapenen, ende in die cirConferen-
// oie sal staen mit letteren MONET2S NOV2Ï' TR2SIEGTENSIS. Welke silveren
,/penningen houden suellen ses penninge conincx silvers, twe grein onder ende
//twe grein boven te remedien onbegrepen. Ende 'dier salmen sniden op die
//troissche marc silvers ses scillinge ende twe penninge [d. i. 74 stuks] der voirsc.
„ brymannen, enen penning onder of enen penning boven te remedien onbegrepen. —
,, Ende sullen die voirsc. penninge, geheiten briman, wten syn ende gelden elk vier
// grote onser munten van Vilvorden, die lest geslagen waren. Oec sullen sy slaen
z/of doen slaen, op ten selven vöet ende werde, halve brymannen ende viren-
// deel dair af, dier met ten sniden sal op die troissche marc na gelande van den
// gehele brymanne. — Oec suellen die voirsc. halve brimanne en die virendele
//hair remedie hebben onder en boven,-na gelande van den gehelen brimannen.//
//Welke penningen van — silvere die voirsc. Jan vanWeert ende Hein Mees,
// on se muntmeesteren van Tricht-,-slaen sullen of doen slaen.//; i
Na van deze muntordonnantie eenige melding gemaakt te hebben, laat de
Heer Perreau, in zijne bèschrijving der Maastrichtsche munten, (Berne Beige,
T. II, page 3 55,) er deze regels op volgen:
. //11 parait que, lors de la gravure des coins; on ne se conforma point aux
//prescriptions de l’ordonnance, en ce qui regardait les brymannen et leurs dimi-
// nutifs, car les brymannen, qui existent — portent, à l’avers, l’homme arme tel
//qu’il est décrit dans l'ordonnance; mais entouré de l’inscription : >ï< W6R-
« GSIiTSVS • Z • lOtyKRTÏ • DSI ° GR7S « BR2SB • DVGS, ou >î< WSRG©-
//IiTîVS . . IOIj. . . . GISS“BR27B .. ., et, au revers / .une croix ornée et fleu-
//ronnée, .entourée de l’inscription >î< SRORST7S * ROV25 * GROSSI * TR7Î-
„ IEGTERSIS, et le demi—porte à l’avers, l’homme armé , entouré de l’inscrip-
„ tion : >î< WSRGSE • Z ’ I0ij2SR2î • DSI ° GR2Î • BR2ÏB • DVG, au revers,
» la croix fleuronnée avec la légende ;. ÎRORST7Î * ROV2! * GROSSI *
,/TRISGTSKS.,/.:'
Deze munten zijn geslagen tusschen Kersmis 1381 en 1383.
Het is dus nu niet noodig in nadere bèschrijving van N[. 7 te treden; alleen
moeten wij opmerkzaam maken, dat de gewapende man op de vz, zieh be-
vindt in een versiersel van acht bogen, die, waar zij te zamen komen, leliebloe-
men hebben,
Afgebeeld in de Revue Belge, T, II, Pl. VIII, N“. 16.
Z. weegt 2,85 w. Is zeer zeldzaam.
De N°. 8 is aan de vorige gelijk, doch heeft op de keerzijde, in plaats van
GROSSI,
ffiOSSI TR2ÎISGTSRSIS
(waarschijnlijk voor 5ROS77 TRAISGT3RSIS.)
Afgebeeld, doch, wat de vz. betreff, vrij onjuist, bij ghesqumre , PL V,
N". 1 ; Catalogue de Bremmaeker, (nog onjuister en rawer) N°. 1.
Z. weegt 2,85 w. Seeeure schat haar in het Cabinet du Prince de Ligne,
als van IIs. ■',x J ^ : '
N“. 9, De halve- Brijman, is reeds boven beschreven.
13