N". 24 is, volgens den Heer Verächter, de merle genuine van twee my ten
brabants, onder N°. .22 vermeld, terwijl deze de //witte vlaemsche corte//. zalzijn.
Vz. Het ronde wapenschild des Vorsten, even als op de vroeger. door ons
beschrevene halve stumers, .gedekt door eene Meine kroon. Omschrift:
KAROLVS * ROMANOR • IMPERA'
Op de kz. een eenvoudig geVoet kruis, waarop het wapenschild van Oosten-
rijk (de balk), alles in een parelcirkel. Omsehrift, na het muntteeken van
Antwerpens
DA * MICHI * VIRT' * S pM * HOS * TVOS.
Is door ons nergens afgebeeld gevonden.
K, weegt 1 w.
' N". 25 en 26 zijn de uzwerte corten of drie myten bralj.n* en hebben op de
vz. Karels hoofd, door eene .eenvoudige kroon gedekt, ’naar de linkerzijde ge-
keerd. Omsehrift .-
CA ■ D ,• G • V • IMP • HISP • REX •
terwijl N\ 25, als muntteeken, het handje van’Antwerpen met het jaartal 1543
(er zijn er ook van de volgende jaren tot en met 1556) voert, en op NV 26 de
ster van Maastricht met het jaartal 1549 gezien wordt.’
Op de kz. van beide munten vertoont zieh alleen de naar de linkerzijde ge-
keerde Brabandsche leeuw in een cirkel. De buitenrand bevat een gedraaid
versiersel.
Afgebeeld in onderscheidene Beeldenaars der zestiende en’zeventiende eeuw,
en bij ben dtjyts , PL 18, N”. ,109. — K. weegt 1,5 w.
De exemplaren van de Antwerpsche Munt komen nog veelvuldig voor; van
deze werden vervaardigd
van 6 Julij 1542 tot 23 August. 1545, RekeningAAA, 616,496 stuks.
— 19 October 1545 tot 4 October 1546, ----- BBB, 650,632 —
—- 4 October 1546 tot 20 October 1548, ------ CCC, 1,295,904 »—
— 18 Decemb. 1548 tot 19 Maart 1551, .DDD , 1,874,624 —
—' 24 Maart 1551 tot 12 April 1553,---- ----- EEE, 300,032 —
— 11 April (sic) 1553 tot 9 Julij 1555,---- ------ EPF, 1,581,696 —
9 Julij 1555 tot 9 Julij 1558, ——— GGG, 2,015,584 —
Te zamen dus 8,334,968 stuks.
Wij twijfelen echter niet öf onder de in 1557 en 1558 geslagene slukkcii
zullen zieh een aantal met den Stempel van Eiüps IV bevonden hebben; want
het laatste jaartal, dat ons immer in eenige verzameling voorkwam, ,is 1556.
Minder komen de Maastrichtsche voor, en echter werden er (zie Muntmees-
tersrekening Maastricht P) tusschen 26 Januarij 1549 en 20 Junij 1552 niet
minder dan 829,312 stuks (mede 128 uit een mark koper), en tusschen 22
December 1552 en 14 October 1558 (Rekening Q) niet minder dan 963,440,
te zamen dus 1,792,752 stuks, geslagen.
•Verder deelen wij eene op onze Plaat ongenummerde afbeelding mede van
eenen Muntersiegpenning van Antwerpen, gedurende de regering van Karel V.
Op de vz. ziet men .’s Vorsten gelauwerd en zwaar gebaard borstbeeld, om-
hangen met de Orde van het Gulden Vlies, naar de linkerzijde gekeerd. Omschrift:
OAROLVS : V: ROM.: IMP : AVG.
Op de kz. het gekroonde vuurstaal der Orde van het Gulden Vlies, waartus-
schen kruiselings de twee laurierstokken. Onder dit een en ander het juweel
der Orde, alsmede daar en aan de linker- en regterzijde eenige vonken. Omschrift:
IECT • (d. i. jectoir of legpenning) DES • MONNOIERS • DE .
ANVRES (voor ANVERS).
Dit is een zeer weinig voorkomend stuk.
Op PI. XXXVI deelen wij nog twee Muntersiegpenningen mede, later tot
onze kennis gekomen. De eerste, in 1489 geslagen, en dus behoorende tot
den tijd der voogdijschap van Maximiliaan over Filips den Schoonen, heeft op
de vz. een wapenschild, waarschijnlijk van een der Muntmeesters, in een boog-
versiersel. Omschrift, na het dusgenaamde Gddersche kruis:
lEftliP'»PO' S RE § GEHER2S' S M22YS56'»DE »mOVn?'» BE % MOH'
Kz. Drie madeüefjes, naar het schijnt, over welke een banderol met onlees-
baar opschrift, indien het eeä opschrift mag heeten. Het omschrift der voor-
zijde wordt verder aldus vervolgd:
»V S BOY § DE S BOM2CYHS S HBE SIBE S 1489.
Besöhreven, doch, wat het wapenschild,betreft, onjuist, in van orben’s
Handleiding voor Verzamelaars van Nederl. Historiepennmgen, Deel II, N‘. 12
Berust in de aanzienlijke Verzameling van den Heer H. Salm te Amsterdam.
34