Opper-Lotharingen, wanneer daäx het eerst
gemunt, bl. 18.
Opidtm. Monéta apidi. Zeldzaam voorko-
mend opschrift op munten* bl* 67.
Opper-Lotharingen (Munten van), bl. 82.
Orden (g. van) , Handleiding voor verzat
melaars van Nederlandsche Historiepen-
ningen, • bl, 265.
Ordonnmtie van maximiliaan van 14 Deo.
1489, bl. 142, 186; van 17 Julij 1548,
bl. 184; van kaeel V te Mechelen 4 Ee-
bruarij 1520 , bL 287 ; van p i l e p s TV van
2 Maart 1570, bl. 275.
O sangta ceux. Opschrift op eene munt,
bl. 83.
Otger of OTGERUs, Mnntmeester te Brussel,
bl. 22.
Oud-JDuitsche lettervorm (de) gaat onder kaeel
V tot den tegenwoordigen over., bl. .263. ,
Overmaassche (een deel van het) behoorde aañ
Braband, bl. 16 noot.
P.
P (de enkele letter) op de munten van f i lips
IV is de eerste van ’s Vórsten naam,
bl. 274, 287, 288.
Pachters dar Hertogelijke Munt, bl. 29.
Padficatie van Gend. Zie onder anderen bl.
278.
Pagus Brachbantensis. Oudste naam van
Braband, bl. 16.
Payement, benaming van klein geld, bL 286.
Pa/rels (?) op munten afgebeeld, bl. 37.
Parijs (Nationaal Kabinet van munten en
penningen te), bl. 123.
Patazrd, sol of stuiver. Is de zelfde muntsoort,
zie, onder anderen, bl, 186, 187,
219.
Penning. Oude naam van- den denier, bL
53, 64.
Pennmgbmde, hulpwetenschap der Geschiedenis,
bl. 4.
PenmngPhiVippus ofEilips-gulden, bl. 208.
———- vanij groten,geheitenStuver,b\. 203.
—■ met de 4 leeuwen, bl. 200.
van een en een halven groot, bl. 196.
Penning van drie grooten, bL 195.
-------- van zes grooten, bl. 195.
Perreau (de Heer A.), Numismaticus, bl.
77, 84 enz. Beschrijft de Maastrichtsche
. munten, bl. 97,
Perron y steen der regtspreking , op de munten
van Luik, volgens den Heer piot,
bl, 38.
Peter (gouden) , bl. 92, 102 ; dubbele gouden
Peters, bl. 106 ; zijn niet geslagen, aldaar..
Peters (zilveren) , bl. 74, 85 enz.
P etrus (de Apostel) op de munten, bl. 85.
Besohermheilige der stad Leuven, bl. 199.
Philippus (de Heilige) op de munten, bl.
. 210; was de Patroon of Beschermheilige
van filips den Sehoonen, Bl. 182.
Philippus of Rijders. Naam eener 'gouden
muntsoort onder filips den Goeden, bL
147; ook bl. 148, 149. Halve dito, bl.
15.0.
Philippus. Zie FiUpsdaalder.
Philippusdaalder. Zie Filipsdaalder,
Philippus, Beaal, zilveren munt, bl. 201;
halve dito, bl> 203.
Philippus Schild v.f, Clmcka&rt, gouden munt ,
bl. 142,
Philippus Stnyver ofplack, bl. 155>
Pièce de plaisir, bl,. 216, 275*
P inchart (a.) , Belgisch Numismaticus, Naberigt,
bl. 452.
P iot (c.) , Belgisch Numismaticus. Zijn gevoe-
len over den öorsprong der Mupt in Braband,
bl. 13 volgg. Heldert de monnayes muettes
van Braband op, naar aànleiding der ste-
dêlijke zegels, bl. 20 volgg*, Zijn werk,
getiteld : Notice swr un dépôt de Mopnoyes
découvert à GrandrHalleux, bl. 47 volgg.
Placaetboeeh (cau. en scheltus, Gropt) , bl.
186*237.
Placcae.fen.van Brabant,. bL 121, 272, 274,
289..
Placcaeten van Viaanderen, hl. 27<5 , 284.
Plack of Blak, Gioot of halve; Stuiver, bl.
91. . .
Plant (eene), zonde. het oudste muntteeken
van Maastricht zijn, bl. 38.
P lantun (c.), Thesaurus Teutomcae limguae,
bl. 138. Beeldenaar van p l a n t i jn , II 2 71.
Poirier; aldus heétten oudtijds de burgers,
bl. 91.
Pol (munten van Hertóg Fílips I öf van
Sint-), bl. 139.
Portaal (düsgenaämd) op de munten. Zie
onder anderen , bl. 42.
Ptyrtrigal (wapenschild van), komt niet voor
op de munten in ons tijdvak behandèld),
bl. 276.
Priesken. Zie Prixken.
Prixken of Prieskeii, oude mtint, bl. 116;
' had ,de waarde van een Vierde groöt, bl.
143.' Naamsoorsprohg, aldaar.
PrÒéfmvntén öf pieùëè dè plaisir, bl. 275,
276.
Q
Quaert zilveren Peetef, bL 145.
Quart de gros, bl. 156.
R.
Beaal (gouden), ïnunt van kaeel V;, bl.
226, 237; van filips IV, bl. 267; halve
dito, bl. 240; van filips ÌV, bl. 269
volgg.
Beaal (groote dubbele), zilveren munt, al-
leen met den naam van m a x im il ia a n , bl.
191. .
Beaal (groote gouden) » bl. 180 ; halve dito,
' bl. 184.
Beal van Spaengnen, bl. 236.
Realen met de wapens vdn Spange, bl. 237.
R e in o u d H, Hertog van Gelre, bezigt Brabandsche
munters, bL 89.
Rekenpenning der Muntmeesters van Braband,
bl. 163.
Remedie, Munttaal, bl. 141.
Bemonstrantie der Stäten van Braband ten
opzigte van de Munt, bl. 90.
Revue de la Numismatique Bèlge, bl. 13 en
volgg.
Beane de la Numismatique Française, bl.
36, 41.
Bidder o f cavalier (Groöt met den banierdra-
genden), bl. 57, 58. ,IJ
Bidder of Franc à cheval of Ga/oaMer. Naam
eener muntsoort, bl. 112. •
Bijder (goudén) öf Cavalier-,- iûùnt van Hertogin
JOHANNA, bl. 109, 112. P aa*
Rigen (Land van), bl. 109.
Èigssel (Charter van filiês den Sehoonen aldaar
gegeven), bl. 451.
Bi/ngen of cirkeltjes op munten, bl. 23.
Robiano (Graaf dé) , Numismaticus tè Brussel
, bl. 121.
Bode (munt van) of ’sH&rtogehrade in Limburg,
bl. 47. y
Boosjè op de munten, bL 287.
Boyael (gouden). ^/Zio-Beaal.
Boosèbeker. Naam eener muntsoort, bl. 101 ;
het is een dubbelè groot, bl. 110.
R uding , Annals of the Coinage öf Great
Britain * bl. 55 volgg;
Buiter te paafd, op zeer oude, kleine deniers,
bl. 30.
Rmoaard van Braband. Titel van Hertog
anthonu, bl. 119; van Hertog filips van
St. Pol, bl. 139.
S»
Salm (de Heer H.) , Numismaticus tè Amsterdam,
bl. 265.
Saulcy (de) , Recherches su/r les monnoyes
de Lorraine, bl. 32, 37.
Schaelgy. Naam eener muntsoort, bl. 94;
drie deizelve golden twee grooten of vier
placken.
Scheepsnobßl, bL 184.
Schelling, latere naam van den ouderen Solidus,
bL 59.
SoHELTUS. Zie CAU en SCHELTtJS.
Schild, gouden muntsoort; wanneer deze in
de Nederlandsche Provincien het eerst voor-
komt, bl. 72.
Schild (Antwerpsch). Gouden munt van Hertog
jan HI, bl. 71; of gulden Schilden,
bL .72; dito van Hertog anthonij, bl.
119.
Schild (Maastrichter), zilveren Daunt, bl. 85.
59*