
Van den 23 Maart 1475 tot den 17 October 1476 zijn er , volgens Bijlage
A Antwerpen, van deze muntsoort geslagen 116,951 stuks; en van dien tijd tot
den laatsten Januarij 1477 nog 22,458 stüks.
Wij. gaan over tot de zilveren mónten van Hertog Karel, en zullen onder deze
eerst. beschrijven die geen jaartal. dragen, als welke wij meenen , dat de ondste
zijn. In 1474 komt het eerste jaartal op de zilveren munt (op de gonden treft
men er geen aan) voor. Zonderling is bet, dat,men in Nederland niet vroeger
het doof Duitschliand, met name de stad, Aken, gegeyen voorbeeld van aanhou-
dende plaatsing dès jaartals op de munt gevolgd heeft; te meer, daar eene
stadsmunt .van , Nijmegen en eene munt der Heeren van Schoonvorst ,en Sichern
(Braband). dû de dertiende en veertiende eeuwen reeds jaartallen veftoonden.
Welke kunnen hiervan de redenen geweest zijn?
Wij kunnen het gehalte dezer munten moeijelijk met juistheid opgeven, daar
wij de opgavén der ordonnantie, waafvan de hoofdinhoud door den Heer C. Piot
in de Beeue-Beige.,Bl. II, page 2.47.en.248, medogedeeld wordt,, niet overeen
kunnen brengen met hetgeèn wij bij Heylen bl 52—55 lezen.
Piòt. vermeid!, volgens de ordonnantie van 13 October 1467, de mjf navol-
gende zilveren munten:
1”. Eene munt van 11 penn, Koningszilver, van 77* in het mark Trooisch,
met één grein remedie in het allooi en eèn halven penning in het gewigt. De
koers was vier grooten Vlaamsch, dus een dubbele stuiver.
Volgens Heylen (in de noot op bl. 54) werden de. dubbele ' stuivers ook later
dubbele vuurijzers (naar hunne type) genaamd; doch wat het gehalte van deze
muntsoort betreff, die wij met Heylen voor de zelfde houden; — in de noot
spreekt hij van 10 penn., en in den tekst op bl. 53 van 10 penn. 12 grein of
10* penning. Wij zullen de dubbele vuurijzers later beschrijven. ,
De thans bedoelde inunt zal onze N°. 3 geWeost zijn. Vandeze muntsoort werden
te Leuven van I I April 1467 tot 7 April;1469 geslagen 672,695 stuks;
van 7 April 1469 tot 11.April 1471, en weder tot.rlO Julij 1472, 1,453,190;
van 10 Julij 1472 tot 31 Maart 1473, 1,106,712 stuks. In de Antwerpsche
munt werden de dubbele wmijfzers geslagen, Waarovef wij later .zullen handelen.
2°. Eene muüt vdn .6 peün. Koningszilver,, 84* stuks in het mark Trooisch,
en koers hebbende voor twee grooten Vlaamsch; dus de \8imver. Heylen. zegt
(bl. 52) dat de’ Stuivers ook [later] enkele vuurijzers Werden genoemd. (Deze
laatste bebandelen wij lager.)
Het zullen onze N”. 5 en 6 geweest zijn. Van deze muntsoort werden te
Leuven van 11 April 1467 tot 7 April 1469 geslagen 1,249,226 stuks; van
11 April 1469 tot 11 April 1471 en weder tot 10 Julij 1472 nog 1,355,673
stüks; vérder van 10 Julij 1472 tot 31 Maart 1473 nog 423,810 stuks.
3'. Eene munt van 4 penn. 12 greinen , ■ en: van 130 stüks (later , naar het
schijnt 120) in het mark,: loop hebbende voör den groot Vlaamsch. Van deze
werden geslagen te Leuven, van 11 April 1467 tot 7 April1469,180,375 stuks ;
van 11 April 1469 tot 11 April 1471, en weder tot 10 Julij 1472, 307,700
stüks; van 10 Julij 1472;tot 31 Maart 1473, 215,880 stuks. NB. In de beide
laatste rekeningen lezen wij slechts van 120 stuks, die.uit een mark werks geslagen
werden. . 1 '1 ■
4°. Eene munt van 4 deniers of penn, en vàn 19 sols 6 deniers, d. i. 234
stuks, in het mark, loop hebbende!voor een halven groot. Van deze werden te
Leuven, noch tusschèn 11 April 1467 en 7 April 1469 , noch ook later, voor zoo
verre wij uit de rekeningen konden bespeiifen, geéne muntstükkeji yervaardigd.
5°. Eene munt van 2 pennihgen, .16 greinen en 27 sols of 324 stuks in
het mark, loop zullende hebben voor twee mijten Vlaamsch. ra
Wat de koperen of biljoenen munten betreff, drie in getal, hierover zullen -wij
zoo dadelijk handelen. Heylen sprèekt over dezelve in het geheel niet, maar wij
vinden ze vermeld in de Muntmeestersrekeningen. Van 11 April 1467 tot 7
April 1469 werden er aan Viermijtstiikken, op een gehalte van 10 greinen en.
156 ktuks in het mark, 74,724 stuks; van 10 Julij ,1472 tot 31 Maart: 1473,
91,728 stuks vervaardigd. .¡Jjfl
Van de stukken van twee mijten, waarvan er 216 op een mark gingen;, en, die
een gehalte van 6 greinen hadden, werden van 11 April 1467 tot 7 April 146.9
geslagen 97,200 stüks, en van 10 Julij 1472 tot 31 Maaft 1473 165,024 stuks.
Van de stukken van een mijt werden geslagen (zij hadden ' een gehalte van 3
greinen, en er gingen 264 stuks op een mark) van 11 April 1467 tot 7 April 1469
113,520 stüks, en van 10 Julij 1472 tot 31 Maart 1473 119,988 stuks.