Deze mimt is tegenwoordig hoogst zeldzaam. Na 28 Junij 1616 komt ze in
da Rekeningen niet meer voor. Zij ward in 1521, toen Karel eigen munt liet
slaan, door den ßeaat vervangen. — In de Rekeningen der Minderjarigheid
wordt de Thoison dor steeds, als vroeger, nitgetrokken tegen VIII» III ja™ gro;
gingen er 64* in het mark, en hadden zij loop voor 100 gro. Even als bij de
overige munten ontbrak er bijna immer iets of aan bet gebalte of aan bet ge-
wigt; meèstal ecliier aan beide.
Te Maastriebt zijn er, gedurende dë inindêïjarigheid Van Karel V, geene
Gouden Vlièzen geslagen.
N\ 1, een Filips-gulden, heeft op de vz. tot legende:
" | S» f Ph'E Î IIWERG’O' * PRO î DOBIS * §
Op de kz. is bet omscbrift :
fR'O | ÄV' l TîRGlglDVGV Ï KVSn’RIE * ÛVGV'Î BVRG' | B'
Afgeb. in onderscheidene Beeldenaars, ohder andere in die van 1575 en 1580.
De wigt is 3,35 w.
Srnm « geeft in het Cabinet du Prince dé lÀgné, page 152, 153, vijf ver-
scheidenbeden op in de schrijfwijze der légende, doch schattè in 1847 dè zeld-
zaambeid van aile op R>. Wij bezitten er nög een, 'dië ôp dè Vz. bëëîtl
* 8GË î P tfi î IIÎWGED * * PRO * ROBIS %
Wat het getal der gedurende de mindeqarigbeid van Karel V gèslageùe Fi-
lips-gnldens (alle-op den vorigen voet vefvaardigd) betrèft, vrij küünën niet àf-
zônderlijk het getal der beete en der lialve opgèvèn, daar die in de Muntmees-
tersrekeningen te zamen vermeld zijn. Öok zij werden met volgens de Ine/fiictiê ver-
vaardigd. Telkens ontbreekt er of aan ’t allooi, öf aan ’t gewigt, meestal aan beide.
Te Antwerpen zijn volgens de Rékening
AA van 5 Junij 1507--29 Julij 1508 geslagen zuiver 160,523| stuks.
BB — 8 Aug. 1508--23 Julij 1509 — 132,704 —
CC — 24 Julij 1509--17 Julij 1510 iS©- ----- 98,936 —
DD — 18 Julij Ï51Ô--23 Aug. 1511 ------ ----- 104,845 —
EE — 20 Aug. 1511--26 Maart 1512(13)— ------ 132,702* —
FF — 4 April 1518
na Paschen -e-27 Junij 1513 ----- ----- 45,672 —
( 227 )
GG van 28 Junij 1513--11 Aug. 1514 geslagen zuiver 118,828* stuks.
HH —' 12 Aug. 1514--28 Junij 1516 ----- ----- 136,424* —
I I — 29 Junij 1516--17 Aug. 1517 ----- ----- 78,383* —
KK — 18 Aug. 1517-- 3 Sept. 1519 ----- ----- 126,253* —
DL — 4 Sept. 1519--19 Nov. 1520 ----- ----- 67,571* —
Dus te zamen zuiver l,197,844f stuks.
Te Maastricht zijn volgens de Rekening
F van 8 Aug. 1509—18 April 1513 geslagen zuiver 29,000 stuks.
G — 20 Mei 16I8— 9 Junij 1516 . 17,857
H — 24 Maart 1516
voor Paschen —22 Dec. 1520 ----- 17,106 —
Dus te zamen zuiver 63,963 stuks. ,
N\ 2, de hohe des vorigen, heeft de zelfde afbeeldingen en legenden; alleen
is op de kz. het BVRG der vz. thans alleen BG.
Afgebeeld bij den DbYis , PI. 17, N". 103.
G. weegt 1,51 w.
Een ander exemplaar, in de verzameling van den Heer Meijer te ’s Graven-
hage, heeft op de kz.:
SRO i 2SVR' J KRGljIDVGV' J 2SVSWRIE % DV'B' J B'
en dan in de regter bovenhoek eerst eene kroon en daamevens eene^ Mie.
N°. 3 schijnt, blijkens den vorm der letter S , misschien ouder te zijn dan
de N". 1. De rigting van kroon en lelia tusschen de beenen van het zeer ver-
sierde kruis is thans omgekeerd, en de woorden der legenden zijn mede op eene
andere wijze of verkort of verlengd; hetgeen ook het geval is met
N". 4,, weder een halne Filips-gulden.
Er is een zeer groot verschil ook nog in andere exemplaren van den Klips-
gidden op te merken, doch wij meenden dat de mededeeling van twee verschil-
lende geheele en twee dito halve der gewone exemplaren dier muntsoort vol-
doende zoude zijn. Doch geheel anders is het gesteld met de
N'. 5 , een exemplaar dat ons veel moeite en zorg heeft veroorzaakt. Wat
dit laatste woord betreft, zal de lezer misschien glimlagchen, doch het is de
29*