
In den rand aansehouwt men eene kroon en daarna wördt gelezen :
- CAROLVS • D : G : RO : IMP • HIS - REX • D • B • Z • BR •
Op de kz. van N’. 18 vertoont zieh een sierlijk knns met aan de einden geo-
pende beenen en met de vij fpuntigc ster van Maastricht in het hart. Op het
veld der munt ziet men tusschen de beenen des kruises beurtelings twee leeu-
wen en even zoo vele leliën. Umschrift:
DA - MIHI I VÏRTVTE | CON • HOS | TS . TVOS.
Afgebeeld in onderscheidene Beeldenaars der zestiende en zeventiende eeuw.
Z. B. weegt 1 w. korrel.
N". 19 heeft op de kz. een kruis als van N°. 18. In het hart ziet men een
handje; tussehen de beenen, doch thans in eene andere ngting, leliën en leeu-
wen. In den rand eene herhaling van het omschrift der vz.
CAROL • D • G • RO • I IMP • HI | SP • REX •
Afgebeeld als de vorige. Z. B. weegt 1 w. 6 k.
Van deze muntsoort zijn te Antwerpen geslagen, tusschen
5 Julij 1542 en 23 Augustus 1545, Rekening AAA, 47,470 stuks.
19 October 1545 en 4 October 1546, ---------- BBB, 6,560 —
4 October 1546 en 20 Octob« 1548, —------- CCC, is niet van deze ge-
18 December 1548 en 19 Maart 1551, munt.
Stilo Brabant, -------- DDD, 1,352,760 —
24 Maart 1551 en 12 April 1553,----------- EEE, 58,717 —
11 (sic) April 1553 en 9 Julij 1555,----------- EBP, 45,007 —
Verder komen ze niet meer voor; alzoo te zamen 1,510,614 stuks.
Te Maastricht zijn geslagen, tusschen
26 Januarij 1549 en 20 Junij 1552, Rekening Q, 181,870 stuks.
22 December 1552 en 14 October 1558, —------ R, 74,135 j—
Onder deze laatste kunnen echter ook halve stuivers met den Stempel van
Filips IV begrepen geweest zijn.
N°. 20 is- een lSc<]enmrw.neke, seskin of seskejt, dat is stuk van zes mijten., vermeld
in $ 19 der Ordonnantie van Eebruarij 1520, welkeparagraaph, als zoo dade-
lijk weder door ons moetende aangehaald worden, wij hier nuTeeds laten volgen :
» Item men sal noch jaerlycx slaen ende maken in onse voorsz. Munten een.
» seecker quantiteyt van Seskens, die loop hebben sullen voor aes myten Vlaems,
»Hollantsehe penningen van drie myten;, körten, ende andere swarte pennin-
»gen, die loop hebben sullen-voor twee-myten, van sulcken gewichte ende.al-
»loye als’t behooren sal, nae- advenant -'vacden voeteencte waerde- der voorsz.
»stuyvers, ende dit omme die commoditeyt ende gherieffelyckheyt van den ge-
»meynen volcke, endb schamele luyden.//
In de Instriictie voor den Antwerpsehen Muntmeester Mattheus du Chastel,
(welke wij, inilien ;de' druk van dit werk niet te zeer uitloopt, onder de Bijlagen
zullen mededeelen; en die wij in de Bourgondisehe Bibliotheek te Brussel ten
dien’einde hebben laten overschrijven), gedagteekend Brussel, 22 December
1520, lezen wij in % 16 :
»Item sal de voirschreve meester- oiek meegen deen wercken ende munten
»eenen anderen silveren penninck, genaempt- negemanneken-, oft sesken-,-die
»loop hebben- sal voer ses miten vlems oft negen miten brabants, houdende
»eenen penninck sevehthien greynen fyns silvers int alloy ende vän-sesSentwyn-
»tich scellingen vier penningen [3 J 6 ] inde snede int troyssehe marok, ter reme-
»dien van eenen greyne int allöy ende van twelfve derselver penningen- nrt-ge-
»wichte op elck marck wercx, de weleke de voirschreve meester sal’ gehouden
»zyri oick te doen wercken scoone rond ende gelycken gewichte, te weterrdat
»den lichten sal gesneden worden op een deuxken, naer trechte gewichte ende
» den steicxsten sal moegen wesen een deusken swairder dan trechte gewichte,
»van welcken sullen moegen wesen twaelf sware ende twaelf lichte in-elekmarck
»wercx, te wetenen dat die twaelf lichte tsamen niet lichter wesen en sullen
»dan drie fierlingen ende de twaelf stercke drie fierlingen sWaerder sonder eeni-
»ge andere remedie van lichte oft van stercke, van welcke penningen men ma-
»ken sal vuyten marcke fyns silvers twee ponden sesse scellingen twee pennin-
»gen tweeentwyntich miten vlems, wel verstaende dat de selve meester niet
»meer jairlycx en sal- moegen employeren nock, converteren in de voimoemden
»penningen van sesse miten vlems eft negen miten brabants dan hondert;marck
»fyns silvers ende dit’ ter- geriefsamheyt ende commoditeyt van den gemeynen
»ondersaten ende van den armen mendicanten.»
Te Antwerpen zijn van deze muntsoort geslagen,. voor
33*