
ONTEANCK. ie b s t v an d en web ck e v an d en s il v e b e n p h il ip p u s d a ld e b .
Die voirseyde meester heeffc doen wercken ende munten binnen den tyde deser rekeninge
aen Philippus dalders van dertich stuvers tstuck, houdende thien penningen fyns silvers int
alloy ende van seven een achtste deel van een vierentsestichste deel van eenen penninck in
de snede int troissche marck, de quantiteyt van negen duysent vier hondert vyftich marck
sesse oncen ende waervan bevonden syn aen sesalien twee hondert eenentnegentich marck
vier oncen, ende in de busse drie hondert achtien penningen, sesalien afgetrocken ende
sees marck om dassaye te makene, rest net negen duysent een hondert .drienvyffcich marck
twee oncen, tselve gewichte gereduceert tot- fyne beloopt seven duysent sesse hondert se-
venentwintich marck acht penningen tweelff greyn, tot eenen stuvere van elck marck voere
rechte van seignouraige, beloopt . f •;> . üjc Ixxxj guld.: yj^js xxxiiij myt»
Dese Philippus dalder syn gewegen ende bevonden te schaers op elck marck derthien aes
drie quaert aes, beloopt opt geheel werck vierentwintich marck vier oncen derthien.ingel- 1
sehen een aes drie sesthienste deel aes-, tot thien gulden vierthien stuvers elff my ten tmarck,
beloopt de somme van . . . . . . , • ijc lxiij, guld. yjs myt.
Dese Philippus dalders syn bevonden by den assayeur generael commende vuyten viere
te schaers-tweelff sestiende deel van een greyn op elck marck, beloopt opt geheel werck -
drientwintich marck negen penningen negen greyn een quart, tot tweelff gulden tweelff
stuvers tmarck, beloopt . . . . | . ijc xcix xiijs iiij.j myt.
Ende alsoe dese Philippus dalders maer gevalueert en es op dertich stuvers ende geper-
mitteert vuyt te gevene op vyf ende dertich stuvers, beloopt dese augmentatie hondert
sevenenvyftich gulden-seven stuvers negenendertich my ten ende noch voere twee hondert
negenendertich marck vier oncen die v de voirschreve meester heeffc gewrocht ende gemunt •
zedert de leste permissie gepubliceert den xxijea junii vierentseventich, daer den Philippus
dalder gepermitteert es op zessendertich stuvers, beloopt vyventachtentich gulden thien.
stuvers acht myten, somma tsamen beloopende op , . c lviij iüjs xiiji myt.
Dese voimoemde meester heeft noch doen wercken ende munten aen halfve Philippus
daelders van vyffchien stuvers tstuck, houdende thien penningen fyns■ silvers int alloye ende
van vierthien een quart een tweendertichste deel van eenen penninck in de snede in de
troissche marck, de quantiteyt van drie .hondert zessenvyftich marck drie oncen, waervan
bevonden syn aen sesalien vierthien marck een once ende in de busse tweentwintich penningen,
sesalien afgetrocken ende een marck om dassaye te maken, rest net drie hondert
eenenviertich marck twee oncen, tselve gewicht gereduceert tot fyne beloopt twee hondert
vierentachtentich marck vier penningen tweelff greyn tot eenen stuvere van elck marck
Voere trecht van seignouraige, beloppt . . ‘ . . xiiij guI<1* iiij* xviij mye.
Dese halfve dalders syn gewegen ende bevonden te schaers op elck marck thien aes seven
achtste deel van een aes, beloopt opt geheel werck vyf oncen, vyfthien ingelschen eenen*
dertich aes, tot thien gulden vierthien stuvers elf myten van elck marck, beloopt
vij p|pj| xv8 xiij “ y1* j quart.
Dese halfve dalders syn bevonden by den ässayeur generael commende vuyten viere te
schaers derthien sestiende deel van een greyn int alloy op elck marck, beloopt elff penningen
derthien greyn een quart tot tweelff gulden tweelff stuvers tmarck, beloopt
xij g’dd* ij8 xxviij§ “ J4-
Ende alsoe dese halfve dalders maer en syn gevalueert op vyffchien stuvers ende gepermitteert
vuyt te geven op seventhien eenen halfven stuver, beloopt dese augmentatie op
•• v- g^d. xiij8 xxxiiij.
De voimoemde meester heeffc noch doen wercken ende munten aen twintichste deelen van
den Philippus dalders, van drie grooten tstuck, houdende vyf penningen fyns silvers int
alloy ende van eenentseventich een halff een lxxijen een vier hondert tweendertichste deel
van eenen penningen in de snede int troissche marck, de quantiteyt van tweelf hondert
vyfentnegentich marck twee oncen, waer van bevonden syn aen sesalien vierenviertich
inarck seven oncen, ende in de busse hondert aehtentwintich penningen, sesalien afgetrocken
ende een marck om dassaye te maken, rest net tweelff hondert negenenviertich marck drie
oncen, tselve gewicht gereduceert tot fyn beloopt vyf hondert. twintich marck zesse penningen
eenentwintich greynen, tot eenen stuver van elck marck voere t*recht van seignouraige,
beloopt de somme van . . . . . . xxvj xxyiji my**
Dese twintichste deelen syn gewegen ende bevonden te schaers op elck marck xxxiiij
ende drie quart.aes, maer want den meester maer en heeffc tweendertich aes ter remedie soe
excedeert hy syn remedie van twee ende drie quart aes, de welcke men moet dobbeleren,
eompt tsamen sevenendertich een halff aes, beloopt opt geheel werck negen marck een once
vier ingelschen drie ende een half aes tot vyf gulden seven stuvers derthien myten een seste
deel myte, beloopt . . . . . . xlix gnW. j 8 xxx “yt- j epart.
Dese twintichste deelen syn bevonden by den assayeur generael commende vuyten viere te
schaers vyf sesthiende deel van een greyn int alloy op elck marck, beloopt opt geheel werck
een marck vier penningen sees greyn lv hondert achtentwintichte deel van een greyn tot
tweelff gulden tweelff stuvers tmarck, beloopt . . xvj g^d* xvijs xxvij “y1* j quart.
Ende alsoe dese twintichste deelen maer en syn gevalueert op drie grooten ende gepermitteert
vuyt te geven voer drie ende een halff groot, compt hier voer augmentatie de.
somme van . . . xv guld* vj8 xxx, myt