
FILIPS DE SCIIOONE meermmarig. •
.. .. (1404—1300.) * ,T.fi(, g
Het Muntwezen onderging onder dezen Vorst vrij grobte* veranderingen, ten
gevolge van de muntwetten vin 1-3 Mèi 1496 ( van die van 20 Pebruarij 1499
ten opzigte der goiidén en kilyeren'nruhtlefi', en van die. der biljoenea.; nitgevaar-
digd den 12 Maart 1505. De gouden munten waren tbans io.Thomepen en
de Mlips-gitläens. ■
De mebst talrijke gouden mùnteli, welke onder deam Hertogvoorkomeh, löjn
de heèfe en halve Filips-gnldeo», die bnnnen naam naar dien yan ¡dén;Bfe^càerm-
heilige des Vorsten dragen: ; : - : : naoooil
Heylen spreekt öp bl. 59- ih ble ®ödt «wer.deze muntsoort in dezer vbegè: ;
» Tk heb in zekere MM,SS. fwolkbrj-gevondcn, dat er vóór den jaere 1495
» reeds ebnige Phihppus-Guldensfzyir gemuùt gèweest ,'te weeteh tén.jaère 1493,
» van 18 karaten 6 greyii; fyn goud in alloy) en 75 stnkken in ’t mark, én dat
»by ordinantie van April 1496 zyn -gemimt geweest Phihppus*Gtddens van Idi
// karaten fyn gouden 74 istuk in ft.-mark,-: item halve van gelyken alloy en ge-
//wigte na advenant; maer hier naer zyn deéze guldens geslagen geweest op 15
ff karaten en eenige greynen in alkfy en 74 in (le .suede als voorens.»
Vroeger [zie noot A. öp de zeltxie bladyijde i schreef hij :
» De eerste ordinantie (Zoo het sehynd) van den tb slagen Phs Gulden van 15
ff karaten 8 grgyh was gömaekt 1495 (ultima Xbris,-welken het volgende jaer is
» gemunt ge wo est, en wederom onder een größter form ten jaere 1499 wierd
ff hij herslagehj maer op ’t zelve. gewigt en alloy, zoo, myt de ordihàntié deswe-
» gene alsdan gemaekt blykt: '////Den Penning Bhüippus (zegt deéze) die. men. nu
//// slaet en den welken wy geadviseerd hebben breèder- te. doen.slaen, ende van
» ».anderen snede Oft in pressuren dan die geweest hehhen van den zelven ge-
»ffwigte en allöye van 74 in ’t marek, 4.8. &c.»ff
Dns verte Heyleri, die echter dwaàlde, daar hij niét, zoo als wij, Muntmeestersrekeningen
voör zieh had, welke naar aanleiding van de Instntétiérc opgesteld
waren. — In de rekening Antwerpen (Bijlage Q), van 20 Mei 1496 tot 9 September
1497, vinden wij het eerst vermeld penning e van gouwe gëlieeten: Philippus
van XVI caraet (tsSs); 74 in ’t Tioysche mark, geallieerd inet 6J kar. fijn
zilver, en karaat koper, lobp hebbendg voor 48 grootén, 4—' In gemeld tijd-
vak zijn er van dëze muntsoort sleohts 29,268 stuks geslagen; doch, volgens de
rekening, was er te veel silver in deze munten bevonden, en moesten de Munt-
meesters daarvoor vergoeden eene som van X1 iiij» VIdrs gro.: Dèze rekening Q
is ook in andere opzigten zeer merkwaardig. Zonderling is het ;' dat gedurende
de geheele regering van Pilips den Schoonen in de Muntmeeatersrekeningen,
zoowel van Antwerpen, waarvan de bus in 1497 geopend wefd ; als in die van
Maastricht, welks Munthuis gedurende eenige der voorgaande regeringen geslo-
ten geweest was,: doch in 1500 weder in werkirig gebragt werd (de bus wérd
in 1501 geopend) ; dat, zeggen wij, zoowel de Antwerpsehe als de Maastriqhtsche
Muntmeesters telkens, zoowel in het gouden, als in hét zilveren en biljoenen
geld, faut in geholte en gewigt maakten. De-redenen-daarvoor-ziju ons duister.
In de rekening Antwerpen R, van 9 September 1497 tot 15 Mei 1499, lezen
wij, dat er op nieuw 19,364 Pliilippus-guldens geslagen waren) doch deze waren
bevonden te kort in ’t gewigt een troyken op ’t mark en een grein Op '’t
mark in allooi. In de Bijlage Antwerpen S, loopende van 2 Junij '1499 tot 8
Augustus 1500, vinden wij vermeld, behalve Gouden Vliesen (Thoyson dor {sic) in
de rekening geheeten, eene muntsoort, waarover wij straks zullen handelen),
eerst 93,124 stuks Philippus-guldens, volgens de Instructie van 1496, en daar-
na 151,230 stuks, volgens de Instructie van 20 Pebruarij 1499. Naar luid van
deze hadden de Philippus-guldens slechts een gehalte van 15 kar. 11 grein, geallieerd
met 6 kar. 6 grein zilver en 1 kar. 7 grein koper. Men bleef er 74 uit
het mark vervaardigen, doch zij hadden loop voor 50 grooten; wederom slöeg
men ze foüt, althans niet volgens de Instructie — en zoo steeds.
Van 20 Augustus 1500 tot 27 November 1501 (Bijlage Antwerpen T) ver-
vaardigde men 311,418 en een hedven Philips-gulden ; van 3 December 1501 tot
Pebruarij 1502 wederom 28,002 Philippus (Bijlage Antwerpen U) ; aldaar werden
(Bijlage V) van 12 Pebruarij 1502 tot 29 December 1503 niet minder dan
27