
Heeren De Jonge en Meijer spoorden er ons toe aan. De laatste bragt als be-
weegredenen de meeste boven medegedeelde argumenten bij. Wij weken voor den
aandrang. De Heer Verächter, aan wien wij onze Plaat XXII mededeelden, schreef
ons, dat het stuk als munt niet te Antwerpen konde geslagen zijn ; en dus, bijaldien
het geene munt van Maastricht ware, het niet anders dan eene pece de plaisir
konde wezen, Inmiddels zagen de 1„ en 2° Livraisons van het V« Deel der
Berne de la Numismatique Belge het licht. Wij vonden daarin van page 165
tot 195 : Comptes des monnaies (registres) reposant awe Archives du, Bogaume à
Brucelles; zijnde eene zeer uitgewerkte lijst van hetgeen vroeger door Prof-.
Serrure met een woord in den Messager des Sciences Historiques van 1839,
page 227—229 , aangewezen was. Wij hebben dadelijk daarop-, voor eigene
rekening, te Brussel de ons noodige Muntregisters tot en met 1576 laten over-
schrijven, en vonden in de rekening, Bijlage Antwerpen W, dan ook geene melding
van bovenstaand prächtig stuk; mede niet in Bijlage Maastricht, C.
N”. 8 is een Zilveren Vlies.
Vz. Het vijfveldig wapenschild, gedekt door de Koninklijke -kroon, en rüstende
op een gebloemd kruis.
* PijS * DSI * GR2S * TSRGljID * 2SVSWR * DVX * BG' * B' *
Kz. Het versiersel der Vlies-Orde, bestaande uit hét vlies, juweel, twee
vuurstalen en eenige vonken. In den rand Staat als omschrift de Bijbelspreuk,
ontleend aan Spreuken Salomo’s , Hoofdst. I vers 7.
* IRIGIVÍD * S7ÎPISRGIS * UISROR * DOSIMI2I * ÎSRRO * 1496.
Het zilveren vlies komt het eerst voor in de Muntmeestersrekening Antwerpen.
Q, van 20 Mei 1495 tot 9 September 1497. Zij waren geslagen op een
gehalte van XI. penn, en er gingen 72 stuks in de snede. Zij hadden oorspron-
kelijk loop voor VIdt’ gro Vlems, of 3 stuivers. Gedurende den opgegeven tijd
werden er 453,348 stuks geslagen. Doch deze munten bleken later niet volgens
de Instructie vervaardigd te zijn, en zoowel in gehalte als gewigt tè kort
te schieten. Volgens Bijlage Antwerpen R zijn er tusschen 9 September 1497
en 15 Mei 1499 wederom 639,972 zilveren vliezen geslagen , die op elke 9 marken
werks' 3f engels te schaars in ’t gewigt waren, en op elk mark werks £
grein te min in gehalte hielden.
Van 2 Junij 1499 tot 8 Augustus 1500 (Bijlage S) werden er 241,092 stuks
geslagen, doch weder niet volgens de Instructie, Tot op den 12 Februarij 1501
zijn er, volgens de Bekeningen T en U, geene vliezen gemuht, doch (zie Reke-
hing, Bijlage V) tusschen 12 Februarij 1501 en 29 December 1503 weder
130,847 stuks, echter ook al met afwijking van de Instructie. Volgens deze Rekening
zijn er in den zelfden tijd nog andere zilveren vliezen geslagen, namelijk van
„ v idrs coninex zilvers, doch ook van VI* in der snede, loop hebbendè voer
i/VJd» gro. Vlems.» De dagteekening der Instructie, volgens welke deze vliezen
geslagen waren, staat in de Rekening open. Er werden 241,416 stuks vervaardigd;
wij weten niet waartoe te brengen het-exemplaar, door ons op.Pl. XXXVI
medegedeeld; waarschijnlijk moet het jaartal aldaar 1502 ,-gelezen worden.
In de rekeningen-. Bijlagen W, X en Y, Antwerpen, loopende tot 20 Januarij
1506(7), vinden wij geene zilveren vliezen meer vermeld.
Afgebeeld in Beeldenaars der 16? en 17? eeüw, en bij alkemade, PI, XL, 2,
N”. 1, doch van 1498 en zeer onjuist; bij den dutts , Pl. 16, Nv lOO.
In dén Beeldenaar van 1557 wordt dit stuk een driestuiverspenning genoemd.
Serrure schatte de zeldzaamheid in 1847 als van R3; zoo ook die van vol-
gende jaren. — Z. weegt 3,5 w.
N". 9, ëen zilver vlies van Maastricht, heeft op de yz. het door de kroon ge-
dekte Hertogelijke wapenschild in kleinen vorm en omgeven door «je groote ke-
ten en het juweel der Vlies-Orde (van daar dan ook de naam der munt),
PfyS * DSI * GR2S * 2Î * RGfjID * TTVSrHS * DVX * BVRG * B'.* Z.
Op de kz. reikt een versierd of gebloemd kruis met zijne beenen tot aan den
rand der mimt. In het hart des kruises vertoont zieh de ster. van Maastricht.
m m * pk g t' * I ramsGw * I .* ra * v r o s | ijop * 1500.
Volgens de Muntmeestersrekening Maastricht A, werden er tusschen 30 Julij
1500 en 30 Julij 1501 in de Mimt aldaar een getal van 46,206 vliezen geslagen.
— Hoe veel verwarring eene verkeerde lezing van een oud document kan ver-
oorzaken , blijkt uit hetgeen wij vinden op page 359 en 360. van Tome II (1846),
der Bevue Beige; in de plaats toch van zilveren cheisen lezé men. aan het eiude
van bl. 359 : zilveren thoisoenen; eene zeer mogelijke vergissing; doch wat men
daar leest : pièce ciun patard et demi, dit komt immers niet overeen met ayant
28