
«gemunt geweésf; want» de.evaiuatie der jaeren [474, 1478 word gewaegt
//van dóblele Ptílippus en Carolus &c.//
Wij meenen de zoo even vermelde dubbele stuivers (wegens de gelijkenia op
de type van dergelijke stukken der opvolgende regering van Karel den Stoute)
te vinden in onze N°. 2 op Pl. XXXIV.
Vz. Het wapensobild binnen een compartiment van dxie bogen; ailes gevat
binnen eenen parelrand. Omschrift:
g , PI-jS I DSI 8 GR2S 8 DVH S EVRG w BR2SB 8 Z 8 IiIMB 8
Kz. Een aan de uiteinden als met rondomgebogene bladeren zeer versierd
kruis; aan de zamenkomst dier bladen vier bollen, aan iedere punt des kruises
één. . In, het hart een leeuwtja. Omschrift:
>5« SUE 8 X20SBSH 8 DOÍBIHI8 BSHSDIGWVJIÎ 8 2SM;'
Z. weegt 3 w.
Ons later medegedeeld door den Heer De Coster,.
MiWhien is het de penning, vermeld in Bijlage Leuvgn B, van 11 penn., 1,2
greinen fijn zilver, en van 79* i n h e t mark, gangbaar voorm^ grooten Vlaamsck,
en wel geslagen ten getale van 459,987 stnks, tusschen 23 Mei 1466 en 7
Julij 1467. -
De Oromsteerten, onder Eilips den Goede geslagen , hebben, naax wij meenen ,
alleen betrekking op Viaanderen. > •
Doch anders is het met de dóblele meryzers gesteh! ; Heylen zegt hierom-
trent, bl. 49 :
// Deéze geslagen tot Gend, ende .Meehfelfm [deze laatste ?ijn dus de doomqn?
hier te vermelden] hielen in alloy 9 den. 13 grcyn fyn silvers, en woógen ruym
*2 engelsche. ; i I
//Aldus wierd hunnen alloy geschat doór de munt-meesters der jaeren 1627
u ende 1633, volgens dat men zien kan Hufe gewigt, moest weézen om-
»trent 2 engelsohe want volgens de evaluatien der laetcrc jaeren , waeren
//alle de Vueryzers van de zelve weêrde: hunnen alloy dan gplyk zynde, moest
»ook hun gewigt eens, weézen. Nu de geéne onder Carolus gemunt waren,
»hielen in gewigt 2 'engelsche, ergo ook de geéne die onder PhiHp-den II ge-
» munt waeren.//
Daar ons nimmer eenig dubbel Vuurijzer van Klips den Goede is vöorgeko-
men, en niemand iets van dusdanige munt weet, die men algemeen aanneemt
dat het eerst onder Karel den Stoute geslagen is, gelooven wij dat de goede
Heylen de dubbele Vuurijzers van Eilips III of den Schoonevoor dusdanige mun-
ten van Eilips II of den Goede heêft aangeziën. '
De enkele Vuerysers waren, volgens Heylen1, naar advenUnt in waarde, »Zoo
//uyt alle daer op gevolgde evaluatien kan gezien worden.// Doeh ook op deze
enkele Vuurijzers is toepasselijk wat wij omirent de dubbele gezegd hebben.
N”. 9 , de eerste op Pl. XVI, is door ons overgenomen uit den Dutts , die
het muiltje Hard d'argent noemt-, met welken grond, is ons niet gebleken. .
Vz. Het wapenschild regtop staande in een cirkel, die weder in een parelcirkel
gevat is.
* PbjSS D©I 8 G 8 DVtt 8 BVBG 8 Z 8 BR2SB
Kz. Het wapenschild van Leuven (zijnde een zilveren balk op een veld van
keel (rood), liggende op een eenvoudig kruis, welks vier beenen zieh tot aan den
rand der munt uitstrekken.
OTOI2 [ 61E2Î 8 12 8 I OV25 8 F j 25 8 IiOV
d. i. maneta nova faeta lovanii, nieuwe munt gemaakt te Leuven.
Op een ander exemplaar lazen wij :
.£< 4120X2 | S1E25 8 12 [ OV25 8 I« ] liOVTÎ
Bij den dutts, PI. 12, N°. 79. Deze geeft de wigt op als zijnde'7 korrels.
In de Muntmeestersrekening (Bijlage Leuven B) wordt gesproken van stukken
van i gr. VI., die van 23 Mei 1466 tot 7 Julij 1467, op een gehalte van
4 penn. 12 gr. en van 256 in de snede, ten getale van 30,128 stuks, vervaar-
digd zijn ; ook van stukken van f groot, op een gehalte van 3 penn, en van
348 stüks in het mark, ten getale van 107,815 stukken geslagen; Welke' Uu
was het zilveren oord? Wij gissen de laatstvermelde munt en de door ons af-
gcbcelde.
N”. 10, door ons naar een exemplaar uit het Kabinet van den Heer Stricker
te ’sGravenhage afgebeeld, heeft de vz. geheel gevuld door het ronde wapenschild.
>£ PljS 8 ÖQI 8 G 8 ¡OV# 8 BVBG 8 Z 8 BR25B' 8
Kz. Een versierd kruis, tusschen welks beenen om den anderen een leeuw