
■ verstrebte exemplaar (1) aan eene nadere toetsing (die zonder smelting en daarop
gevolgd essai toch ook met volkomen juist plaats kon hebben) te onderwerpeu.
De vz. als van alle Peters, bevat den Heilige met het wapenscbild des Hertogen
voor zieh:
PfjS J DV# J BVBG * * BRKB * IlIMB * Z * }.
Kz. Een fraai versierd, gebloemd krnis, in welks hart eene roost
kig PR# * #PI J M2SHS2OTISSMPSR * HOBISdVM.
Afgebeeld bij »en duyts , PI. 11, N\ 77.
G. weegt 3,38 w. Serrtjre schatte de zeldzaamheid in 1847 op R3.
Ren Peter van andere (oudere of jongere?) type wordt door ons medegedeeld
op PI. XXXIV, N". 1. Het verschil bestaat voomamelijk daann, dat. in 1 en
4 van het wapenscbild niet 3 , maar slechts edne lelie gezien worden; verder.dat
Petrus niet binnen een versiersel van bogen voorkomt; eindelijk dat het kruis op
de kz. met zoo bijzonder versierd is. Wat de -opschriften betreib, bestaat er
alleen omtrent dat op de vz. eenig verschil. Volgens Bijlage Leuven A zijn er
door den Muntmeester Diederik van Stavere aldaar tusschen 20 Maart 1430 en
20 Maart 1431 geslagen 22,122 Peters. Zij hadden een gehalte van 21 kara-
ten, en 68 werden er uit een mark vervaardigd.
N". 7. Do Sint Andries- of Bourgondsche Gulden.
Bene nieuwe muntsoort, waaromtrent Heylen ons leert, bl. 471
//Deeze, zoo genaemd nae het beeid en cruys dat zy draegen, zyn gemunt
, geweest ten jaere 1466, op den alloy van 19 karaten, en zwaerte van 2 env
gelsche, 7 asen. ^
„ in het MS. des jaers 1510 — vind ik dit alles uytgedrukt op deeze wyze t
»»in Juni» anno XIIIPLXVI was gemunt eenen penning van gonde, geheeten
„ ft Andries gulden , houdende XIX karaten in fyn gouts in ’t alloye, item III1
nukaraten in silvers, ende I karat coopers van LXX1I (in’t mark), loop heb-
an bende vöere XX S. St.////
(1) Ook andere munten werden ons door de HH. Strieker en Meijer te s Gravenhage,
Keer te Amsterdam, en Kaan te Haarlem welwillend-toegezonden, gelijk wij mede reeds
herhaalde malen van de- munten des Koninklijken, Kabipets te ’s Gravenhage en van
der Leidsche Hoogeschool melding maaktem
Dit is de eerste maal, voor zoo verre wij weten, dat het gehalte mel bijvoe-
voeging van de sooft der alUage opgegeven wordt. Het alberen van het goud
met het zilver [en koper] was tot in deze onze negentiende eeuw in ge-
bruik, maar het bijgevoegde zilver kon als verloren aangemerkt worden, nade-
maal deszelfs waarde nimmer berekend, en alleen maar die van het fijn goud
in aanmerking genomen weid.
De vz. bevat de afbeelding van den Heiligen Andries, die zijn eigenaardig
kruis voor zieh houdt.
ßTCßCmVS KßDRSKS.
Kz. Het wapenschild des Hertogen, rüstende op een kruis, dat tot aan de
einden der munt reikt.
PI^SÍO j V4ÍJBV | BGJBR j KBIZJH
Zeer siecht afgebeéld bij duby , PL LVI, N°. 1.
G. weegt 3,4 w.
Is hoogst zeldzaam en ons alleen bekend in de Kabinetten van de Heeren Van
der Meer te Tongeren en In de Muntmeestersrekening van Clement de
Merende en Victor zijnen zoon (Bijlage Leuven letter A)-komt voor, dat van 23
Junij 1466 tot 7 Julij 1467 geslagen zijn 45,723 stuks van deze muntsoort.
De Heilige Andreas was de Beschermheilige der Orde van het Gulden Vlies;
van daar dat de insteller dier orde, de prachtlievende Kbps van Bourgondie,
hem op munten deed afbeelden, die tot de laatste zijner langdurige regering
behooren.
Van de zilveren munten, voor Braband en Jjwnburg onder Pihps den Goede
geslagen, kunnen wij alleen de volgende vermelden:
Na. 8. - De PMlippzis stugver of plcd:, of dusgenaamde vieriander. Zij heette
aldus, omdat zij in vier landen loop had en gemunt is geweest, te weten in Braband,
Viaanderen, Henegouwen en Holland, gelijk Heylen ons bl. 48 zegt,
vóór den jare 1434 en later. Het gehalte was, volgens den zelfden, van. 6 den. ;
de zvraarte was 2 engels, 7 azen.
tt An. 1434 wierd gemunt eenen zilveren penninc van 6 pen. conincs en van
// T.VVTT in ’t mark, loop hebbende voor 1 st. Tot bevestinge alles, des geiz
roerd, dienen ook de evaluatien der jaeren 1434 ende 1436, in welke ge-
20*